Pakhuis, blijkens kadastrale archivalia gebouwd in 1843 in opdracht van Sjouke Sipkes Postma, “schipper onder Leeuwarden”. Wat Postma oorspronkelijk opsloeg in het pakhuis, is niet bekend. Het pand staat enigszins verstopt gesitueerd achter de uit rond 1900 daterende bebouwingswand van kleine woonpanden aan de Oostersingel. Het gebouw is bereikbaar via een smalle steeg in die wand. Het is een van de vele, niet meer als zodanig in gebruik zijnde pakhuizen, die herinneren aan de ooit bloeiende handel en overslag- en opslagactiviteiten in dit deel van de stad, aan weerszijden van het vroegere Vliet. Na de oorlog is het nog gebruikt door kolenhandel Bijleveld en fungeerde het pakhuis als atelier van beeldend kunstenaar Jentsje Popma. Anno 2011 heeft het ook nog de functie van woning met atelier. De bescherming geldt het casco (exterieur en constructie). Exterieur: Het pakhuis is vanuit een iets scheluwe plattegrond opgetrokken in schone, roodbruine baksteen en staat met twee bouwlagen onder een met de originele, oranje holle pannen gedekt zadeldak met steile dakschilden. De gevels zijn voornamelijk ingevuld met rondboogvormige gevelopeningen, waarvan de vensterbogen bestaan uit rollagen en de onderdorpels schuin uitgemetselde rollagen zijn. Het voormalige pakhuis is op de begane grond grotendeels aan het oog onttrokken door aanbouwen. Het vrijwel evenwijdig aan de oostelijke stadsgracht staande pand heeft de kopgevels gericht op het noordoosten en zuidwesten. De kopgevels zijn topgevels met smalle schouders, die evenals de schuine randen van de geveltop door een deklijst worden afgedekt. Door de aanwezigheid van vanuit de gevel opgemetselde schoorstenen hebben de kopgevels het aanzien van een tuitgevel gekregen. De kopgevels zijn vergeleken met de langsgevels iets hoger opgetrokken en in de top voorzien van vlechtingen. Het zichtbare deel van de noordoostelijke kopgevel is symmetrisch ingedeeld boven de voor een klein deel zichtbare begane grond. Links in deze gevel bevindt zich een onder een bovenlicht en een rollaag staande deur. Op de eerste verdieping is de gevel in het midden voorzien van een rondboogvormige laad- en losdeur. Deze wordt aan weerszijden geflankeerd door een rondboogvenster. Daarboven is een reeks van drie rondboogvensters in de gevel opgenomen. De geveltop bevat twee rondboogvensters en een rond oeil de boeuf. Aan de gevel zijn muurankers met schieter bevestigd. In de zuidoostelijke langsgevel is op de begane grond een recht gesloten gevelopening toegevoegd. Deze gevel bevat rechts op de verdieping een opgeklampte rondboogdeur en twee kleine rondboogvensters. Het linker venster is waarschijnlijk niet origineel: sporen in het omringende metselwerk duiden op eerdere herstellingen en/of aanpassingen. Op de verdieping van de zuidwestelijke kopgevel staat in het midden een achter glas staande, rondboogvormige laad- en losdeur. Links daarvan staat een venster, dat evenals de andere vensters in deze gevels identiek is aan de vensters in de andere kopgevel. Evenals in de andere kopgevel zijn op dezelfde niveaus drie, respectievelijk twee rondboogvensters in de gevel opgenomen. Ook aan deze gevel zijn muurankers met schieter bevestigd, maar een oeil de boeuf ontbreekt hier. De noordwestelijke langsgevel bevat twee rondboogvensters in het linker deel van de verdieping. Het rechter deel van de verdieping is verdwenen achter een ander pand. Interieur: Het voor een deel in de oude staat bewaard gebleven inwendige van het pakhuis is geheel in overeenstemming met de oorspronkelijke functie, puur functioneel zonder decoratieve onderdelen uitgevoerd. De vloeren van de verdieping en de eerste zolderverdieping worden gedragen door balken die rusten op zware standvinken. Op de begane grond staan twee standvinken, die elk drie balken ondersteunen. Op de eerste verdieping staan vier stadvinken, waarop een moerbalk is gelegd. De standvinken op de zolderverdieping zijn ingepakt. Dat geldt ook voor de constructieve onderdelen van de zolder daarboven en van de dakconstructie. Het zichtbaar gebleven bovenste deel van de kap is afgetimmerd, maar de spanten zijn hier in het zicht gelaten.