Bildtsestraat 18
Inleiding
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Complex van drie aan het begin van de Heliconweg, nabij het Europaplein, gesitueerde flatgebouwen, gebouwd in 1951 en 1958-’59 in opdracht van Bouw- en Aannemersbedrijf Friesland N.V. Het Leeuwarder architectenbureau van G.A. Heldoorn maakte het ontwerp, eerst voor de twee tegenover elkaar staande flatgebouwen Heliconweg 13 t/m 27 en 12 t/m 26. Er gold in de vroege jaren-1950 nog een bouwstop, maar het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting verleende vrijstelling voor de bouw. De bouwsom bedroeg f 623.950,-. Het zijn de vroegste portiekflats in Leeuwarden. Daar de (portiek)flat een nieuw fenomeen in de stad was, werden toekomstige bewoners in een folder gerustgesteld: “Op diverse plaatsen is het bouwen van flatgebouwen reeds enkele jaren een normaal verschijnsel”. Voor de derde, nagenoeg identieke flat Heliconweg 29 t/m 43 werd op 23 mei 1957 de bouwvergunning aangevraagd, een vergunning die op 20 januari van het daaropvolgende jaar werd verleend. In september werd het plan nog gewijzigd, vermoedelijk terwijl de bouw al gaande was. De derde flat kwam eind 1959 of begin 1960 gereed - de splitsingsakte dateert van 3 maart 1960. De drie flatgebouwen bevatten elk 24 koopwoningen met bijbehorende kolenopslag en in het souterrain ondergebrachte bergplaatsen. Voor de eerste bewoners bestond overigens ook de mogelijkheid om centrale verwarming aan te (laten) leggen. De flats zijn gebouwd in een voor de bouwtijd karakteristieke Shake Handstrant en hebben een belangrijk deel van hun oorspronkelijke aanzien behouden. De bescherming geldt het exterieur en de constructie, inclusief de trappenhuizen in de portieken. Exterieur: De drie flatgebouwen zijn nagenoeg identiek aan elkaar. De jongste van de drie wijkt op enkele onderdelen af van de andere twee. De twee tegenover elkaar geplaatste gebouwen (13-27 en 12-26) zijn elkaars spiegelbeeld. Het derde (29-43) staat met de noordelijke kopgevel gespiegeld ten opzichte van de zuidelijke kopgevel van 13-27. De flatgebouwen zijn opgetrokken in beton en schone, voornamelijk gele baksteen, vanuit een rechthoekige plattegrond. De onderkelderde gebouwen hebben een trasraam van (gesinterde) rode steen. Ze staan met een souterrain en drie woonlagen onder uitkragende platte daken en zijn voornamelijk voorzien van recht gesloten gevelopeningen. De vensters in de voorgevel, die voor een groot deel zijn voorzien van nieuwe ramen van kunststof met een gewijzigde indeling (deze aanpassing heeft tot een verarming van het architectonische beeld geleid), staan boven lekdorpels van grèstegels. De vensters in de achtergevel hebben gemetselde lekdorpels. De gele baksteen contrasteert met de wit geschilderde betonnen onderdelen, die vooral de zijrisalieten verlevendigen. De in hoogte en diepte verspringende gevels zijn voorzien van een trasraam van gesinterde klinkers (de twee oudere gebouwen) en gewone rode baksteen (het jongere gebouw). Tussen elke entree zijn zes keldervensters met decoratief uitgevoerde ijzeren tralies in de gevel opgenomen. De symmetrische voorgevels bevatten verder vier onder segmentboogvormige ontlastingen en schuine betonnen luifels staande ingangspartijen met betegelde stoepjes. Op deze luifels zijn lantaarns geplaatst. De twee oudste van de drie flatgebouwen, Heliconweg 12 t/m 26 en Heliconweg 13 t/m 27, hebben nog portiekpuien in hun oorspronkelijke gedaante (indeling en detaillering) met de oude blankhouten toegangsdeuren met afgeronde deurlichten. De puien zijn in 2010 hersteld: de houten invullingen zijn daarbij grotendeels vernieuwd met behoud van de oorspronkelijke vorm en tegelijk zijn geriefsverbeteringen toegepast zoals dubbel glas in de zijlichten. In het derde gebouw, Heliconweg 29 t/m 43, zijn de entreepartijen inclusief de deuren volledig vernieuwd. Aan weerszijden van de entrees is een klein venster in de gevel geplaatst. Tussen de entrees bevinden zich brede, rechthoekige dubbele erkers, die rusten op betonnen consoles en zijn voorzien van lekdorpels van grèstegels. De platte daken van de erkers fungeren tevens als balkon. Op de randen van de platte erkerdaken staan ijzeren balkonhekken, die zijn voorzien van een bolbekroning. De iets terugstaande, transparante gevelpartijen achter deze balkons staan onder betonnen lateien en zijn in het midden van elkaar gescheiden door een gemetselde penant. Boven de entrees bevinden zich tussen vensters staande, originele traplichten met zesruits raam. De tweede verdieping wijkt terug ten opzichte van de bouwlagen eronder, waardoor hier een breed, doorlopend balkon is gevormd. De opstaande gevelbeëindiging boven de tweede verdieping dient als borstwering. Deze verspringt in hoogte en is voorzien van ijzeren balkonhekken, eveneens met bollen ter bekroning. De hoger opgemetselde delen van de balustrade zijn afgedekt met een geprofileerde deklijst waarop een stalen buis is bevestigd. De door gemetselde penanten van elkaar gescheiden transparante geveldelen worden afgewisseld door geveldelen waarin drie vensters staan. De in deze bovenste bouwlaag geplaatste traplichten bevatten glas-in-loodramen. De iets hoger opgaande zijrisalieten bevatten metselwerk met een vlechtmotief in de borstweringen en in de gevelbeëindigingen. Het metselwerk ligt binnen een raster van betonnen staanders en liggers. Alle kopgevels zijn voorzien van risalerende gevelpartijen, waarvan de bovenste delen tevens functioneren als gesloten borstwering van het balkon van de bovenste woning. Aan één kopse zijde zijn de risalieten voorzien van een loggia met een betonnen balkon met ijzeren hekken over twee bouwlagen. De onderste balkons rusten op betonnen consoles en zijn door middel van hoekkolommen met elkaar verbonden. De onderste loggia’s zijn recht gesloten. Die op de eerste verdieping hebben een getoogde gevelopening. De onderkant van de balkons wordt geaccentueerd door een betonnen profiellijst. De risalieten aan de andere twee kopgevels zijn in de twee tegenover elkaar staande flatgebouwen voorzien van een recht gesloten en een getoogde loggia, beide met een ijzeren balustrade. De onderkant van de loggia’s wordt geaccentueerd door een betonnen profiellijst. De risaliet aan de zuidelijke kopgevel van de jongste van de drie flatgebouwen wijkt af ten opzichte van die van de andere twee. Deze risaliet mist de loggia’s en bevat slechts enkele vensters. Tussen de risalieten zijn de achtergevels van de twee oudere, tegenover elkaar staande flatgebouwen opgetrokken in rode baksteen. De achtergevel van het jongere flatgebouw is geheel gemetseld in gele baksteen. De achtergevels worden geleed door in alle drie woonlagen opgenomen, volwandige bakstenen balkonbalustrades, die voor de ondiepe loggia’s staan. Omdat de breedte van de balkons varieert en de loggiaopeningen afwisselend getoogd en recht gesloten (onder latei en balkon) zijn, heeft de gevel een min of meer onregelmatige indeling. De vensters in de bovenste bouwlaag staan onder betonnen lateien. In de achtergevel zijn brede, overdekte toegangen met trap naar de bergruimten (souterrains) opgenomen. De toegangen bevinden zich onder een grotendeels schuine houten kap, die op gemetselde zijmuren rust. In het midden is de toegang gescheiden door een gemetselde muur met aan weerszijden een deur met kruisraam (in de twee oudere gebouwen) of een vlakke deur (in het jongere gebouw). De kelders (souterrains) bevatten fietshokken annex bergruimtes. De benedenwoningen hebben een achtertuintje, die zijn te bereiken door middel van een aan de balkons bevestigde trap. Vanuit de kopgevels doorgetrokken tuinmuren met ezelsrug schermen de achterterreinen af van de openbare weg. Interieur: De trappenhuizen met trappen naar de souterrains en de woonverdiepingen zijn in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Ze bevatten rechte steektrappen met tussenbordessen en houten handlijsten op de stalen leuningen. De voordeuren naar de woningen zijn de originele deuren met zesdelig deurlicht (1951) of met grotere glasplaten, gescheiden door een horizontale balk (1958-’59). De eigenlijke woningen (ruimte-indeling en afwerking) vallen buiten de bescherming.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Flatgebouw | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Woonfunctie | Woningen en woningbouwcomplexen | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Heliconweg | 24 | – | 8914AT | – | – | – | – |
Inleiding
Inleiding
Inleiding