Het kantoorgebouw Tesselschade 4 (Gebouw 1) maakt met Tesselschadestraat 2 (Gebouw 2) en Catsplein 3 (Gebouw 3) deel uit van een in 1968 door het Rijk gebouwd kantorencomplex. De in opdracht van de Rijksgebouwendienst, Afdeling Nieuwbouw, gestichte kantoorgebouwen zijn ontworpen door Architectenbureau Zanstra, Gmelig Meyling en de Clercq Zubli N.V. (Amsterdam, ’s Gravenhage, Arnhem). Gebouw 1 was bestemd voor de Belastingdienst, in Gebouw 2 zetelde Rijkswaterstaat en Gebouw 3 bood onderdak aan Sociale Zaken en Kinderbescherming. Een vergelijkbaar complex van rijksgebouwen is gebouwd in Utrecht. Gebouw 1, het grootste in het complex, heeft de stilistische kenmerken van het destijds gangbare, zakelijke Functionalisme. De bescherming geldt het exterieur en de constructie, evenals de trappenhuizen van de inpandige structuur. Exterieur: Het hoofdvolume van Gebouw 1 is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond en staat met een kelder, een overwegend open begane grond en zeven bouwlagen onder een uitkragend plat dak met een rechthoekige opbouw, waarin zich de technische installaties en het lifthuis bevinden. Een lage, slechts één bouwlaag tellende uitbouw aan de achterzijde van het gebouw is carrévormig en gesitueerd rondom een binnentuin. Ondergronds (waarin een fietsenkelder) heeft het hoofdvolume een rechtstreekse verbinding met de laagbouw aan de achterzijde. Het hoofdvolume is grotendeels opgetrokken in gewapend beton, staal en glas. De onderste bouwlaag is deels open en toont twee reeksen betonnen, paddenstoelvormige kolommen. Het westelijke deel van deze bouwlaag is voorzien van transparante glazen wanden (vliesgevels). Aan de kant van de Tesselschadestraat bevindt zich de entree geheel links in deze glazen ‘doos’, waarin de kolommen in het zicht zijn gelaten. De entree staat onder een lange, geknikte luifel van beton. Boven de onderste bouwlaag met de paddenstoelvormige kolommen zijn alle gevels voorzien van recht gesloten gevelopeningen en doorlopende, betonnen glazenwasser- annex vluchtbalkons met ijzeren balustrades. De balkons (galerijen) zijn aan drie gevelzijden verbonden met buitentrappen, die vóór de trappenhuizen aan beide kopse zijden steeds een halve verdiepingshoogte afzakken. Aan de onderste bouwlagen is een betonnen (buiten)trap met gesloten wanden aan de gevels bevestigd. De kopgevels zijn deels voorzien van een blind gedeelte van betonnen platen (rechts) en deels van een transparant gedeelte met deur waarachter zich de trappenhuizen bevinden. De vensters in de langsgevels hebben een identieke invulling en staan tussen betonnen penanten. De langsgevel aan de Tesselschadestraat is op alle bouwlagen vrijwel identiek. De enige onderbreking in het ritme van de gevels vormt een balkon op de vierde verdieping rechts aan de gevel. Hier is het glazenwassersbalkon verdiept tot een zitbalkon voor de erachter gesitueerde kantine. De langsgevel aan de achterzijde heeft een ander aanzien. Deze wordt veroorzaakt door de balkons, die halverwege de gevel worden onderbroken door een trap met tussenbordes, die steeds twee bouwlagen met elkaar verbinden. Evenals bij de kopgevels bevindt zich achter deze trappen een transparante wand voor het trappenhuis. De binnenplaats van de laagbouw wordt omsloten door vliesgevels onder betonnen platen. Interieur: Het interieur is evenals het exterieur zakelijk vormgegeven. Centraal in het gebouw bevindt zich een blok, waarin het lifthuis en de toiletblokken zijn opgenomen. Ondergronds is er een rechtstreekse verbinding tussen het hoofdvolume en de laagbouw aan de achterzijde. In de kelder, waarin zich ook een fietsenberging bevindt, zijn de technische ruimten, onder meer de machinekamer, betegeld. Datzelfde geldt voor de wanden van de trappenhuizen. De rechte gangen en de steektrappen met tussenbordes in de trappenhuizen aan de kopse zijden zijn voorzien van tegelvloeren en leuningen van staal en hout. Aan weerszijden van de gangen bevinden zich de werkruimten. De brede trap vanaf de begane grond naar de eerste verdieping naast de liften in het centrale trappenhuis is bekleed met natuursteen. De gemetselde, doosvormige dakopbouw met ketelhuis is bekleed met damwandprofielen.