In 1898, na het “amoveeren” van de bestaande bebouwing, vermoedelijk als herenhuis gebouwd pand, ontworpen door de Leeuwarder architect J.D. Bruns. De laat-negentiende-eeuwse karakteristieken zijn op de begane grond volledig verdwenen, maar daarvoor in de plaats is een winkelpui gekomen, die op eigen merites beoordeeld zeldzaamheidswaarde vertegenwoordigt. Die opvallende winkelpui is het resultaat van een verbouwing in 1974 voor de N.V. Bos. De gevel boven deze moderne winkelpui is in stilistisch opzicht te beschouwen als een typische exponent van de woonhuisarchitectuur van halverwege de negentiende eeuw. Het pand is in de twintigste eeuw aan de achterzijde uitgebreid op het niveau van de begane grond. Deze ‘doos’ valt buiten de bescherming. De bescherming geldt het exterieur en de nog aanwezige laat-negentiende-eeuwse interieuronderdelen op de tweede bouwlaag en de zolderverdieping. Naar verhouding lang, smal en hoog pand op een rechthoekige grondslag. Het pand heeft twee bouwlagen onder een met zwart geglazuurde, platte Friese pannen met keperwel en gekeperde vorstpannen gedekt, afgeknot schilddak. De rechthoekige dakkapel in het voorste dakschild heeft zinken wangen, een venster met geprofileerde randen en houten vleugelstukken. De winkelpui heeft de vorm van een televisiefront uit de jaren-1970 en bestaat uit een groot, nagenoeg plat vlak van een grote glaspui met gebogen randen (het ‘beeldscherm’) en een omlijsting van platen natuursteen (de ‘kast’). Boven de winkelpui is de voorgevel gemetseld in schone, bruine baksteen, evenals de achtergevel. De twee recht gesloten vensters op de verdieping staan onder strekken. De ramen waren ooit voorzien van glas-in-lood in de bovenramen. De gevel wordt beëindigd door een gepleisterd hoofdgestel met rustiek gepleisterde panelen en een geprofileerde goot-/kroonlijst tussen consoles met tressen en vergaarbakken met diamantkoppen. De linker (zuidelijke) zijgevel is voorzien van een pleisterlaag met schijnvoegen bij wijze van blokken. De begane grond bevat een deur naar de bovenwoning en een klein venster en op de verdieping is een venster van vergelijkbaar formaat opgenomen. De oorspronkelijke achtergevel is op de begane grond uitgebroken c.q. aan het zicht onttrokken door een uitbreiding, maar daarboven is de gevel vergelijkbaar met die aan straatzijde. De consoles en de vergaarbakken aan weerszijden van het hoofdgestel ontbreken hier echter. In het dakschild hierboven staat een slanke, rechthoekige dakkapel met plat dak en met zink beklede wangen. Het inwendige van het pand is op de begane grond sterk gewijzigd. Daarboven bestaat nog een gedeelte van de oorspronkelijke, negentiende-eeuwse structuur, waaronder het trappenhuis van de tweede bouwlaag naar de zolderverdieping, en zijn ook nog interieurelementen aanwezig.