Vermoedelijk in het eerste kwart van de negentiende eeuw gebouwd pand, gesitueerd aan het uiteinde van de Gloppe, een smalle steeg die haaks op de Poststraat staat (adres voorheen Poststraat 27). Het pand grenst met de lange, noordelijk gevel (mogelijk oorspronkelijk een zijgevel) aan een binnenterrein achter de Minnemastraat. Uit de kadastrale minuutplans van Leeuwarden, die in 1825 zijn vervaardigd (zie Kadastrale Atlas fan Fryslân uit 1832), blijkt dat het pand in dat jaar in dezelfde hand verkeerde als het herenhuis Minnemastraat 4. Dat behoorde toe aan de rechter Nicolaas Fockema, die tevens eigenaar en bewoner was van het herenhuis Minnemastraat 45. De oriëntatie van het pand is min of meer west-oost. Blijkens de indeling en de afwerking, die tot 2004 nog in oorspronkelijke staat verkeerden, was het een werkplaats met een bovenwoning. Voor welke bedrijvigheid de begane grond bestemd was, is onbekend. Het exterieur van het pand verkeert nog in overwegend oorspronkelijke, laat-achttiende-eeuwse staat. In 2004 is het pand opgeknapt en verbouwd tot woning door de NV Stadsherstel Leeuwarden. Sindsdien is het geadresseerd aan de Minnemastraat en is de hoofdentree gericht op het binnenterrein. De bescherming is vanwege herhaalde verbouwingen van het inwendige beperkt tot het casco (exterieur en constructie). Exterieur: Het pand is opgetrokken in schone gele baksteen (met oorspronkelijk voegwerk), vanuit een rechthoekige plattegrond. Het staat met twee bouwlagen onder een zadel-/schilddak dat is gedekt met rode holle pannen. De gevelopeningen zijn recht gesloten. De op het binnenterrein gerichte lange gevel (noord) is links op de begane grond voorzien van een niet oorspronkelijke deur onder bovenlicht en een links van de deur staand venster met zesruits raam. Deur en raam gezamenlijk staan gezamenlijk in één brede gevelopening en bevatten voorheen de inrijdeuren van de bedrijfsruimte. Rechts hiervan zijn twee forse vensters met negendelig raam (XIX-A) in de gevel opgenomen (deze ramen zijn aangepast in 2004). Boven deze vensters is een reeks van zes muurankers met schieter aan de gevel bevestigd. De drie vensters op de verdieping zijn identiek aan de vensters op de begane grond. De linker kopgevel (oost) is een topgevel. Deze is vrijwel volledig aan het zicht onttrokken door een moderne aanbouw. De punt van de gevel wordt bekroond door een tuit, die tevens de functie van schoorsteen heeft. De westelijke gevel aan de steeg (gloppe) is rechts op de begane grond voorzien van een opgeklampte deur onder een tweedelig bovenlicht en een rollaag. Een venster links van de deur staat tussen rollagen en bevat een kruisraam. Rechts op de verdieping staat een klein venster. De grote gevelopening links op de verdieping bevat een opgeklampte deur, die mogelijk aan de onderzijde is verlengd en oorspronkelijk een raam bevatte. Echter bestaat ook de mogelijkheid dat het wel ook oorspronkelijk een deur is geweest: de aanwezigheid van een deur op de verdieping kan dan wijzen op gebruik als opslagruimte van (een deel) van de verdieping. Zowel het onderste als het bovenste deel van de gevel bevatten bouwsporen die duiden op meerdere wijzigingen. Er is op de verdieping nog een rondboogvormige ontlastingsboog van een dichtgemetseld venster zichtbaar en aan de aanwezigheid van vlechtingen is te zien dat ook deze gevel oorspronkelijk een topgevel was. Ook om de hoek aan de gevel aan het binnenterrein is aan de bouwnaden te zien dat de gevel een verandering heeft ondergaan. Aan de gevel zijn muurankers van uiteenlopende vormen bevestigd. In het dakschild hierboven staat een dakkapel onder een plat dak en met een hijsstang.