Poststraat 26, Leeuwarden

Monumenttype:
Gemeentelijk monument
Monumentnummer:
1007425200
Monumentnaam:
Poststraat 26
Plaats:
Leeuwarden

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Beschrijving

Klein complex van twee, door een tussenlid verbonden panden op de Kelders en aan de daarachter gelegen Poststraat. De beide panden hebben door de eeuwen heen altijd bij elkaar gehoord. Een transportakte uit 1602 spreekt van een huis op de Kelders “strekkend tot aan Poststraat” en in de 18e eeuw wordt het aangeduid als een “doorgaand huis”. Het hoofdpand, diep en hoog met drie bouwlagen plus een forse zolderverdieping, is op de Kelders georiënteerd. De hoofdopzet dateert uit het midden of de tweede helft van de 17e eeuw, al is niet uit te sluiten dat het pand nog onderdelen uit de 16e eeuw heeft. De huidige voorgevel dateert uit 1935-’36. Het tweede pand is een achterhuis met een (vroeg-)18e-eeuwse uitstraling, dat in de kern vermoedelijk uit de 16e eeuw stamt – al op de vogelvluchtkaart van Sems (1603) is op de bewuste locatie, het middelste, zevende van dertien percelen aan de Poststraat, een eenlaags gebouwtje met een dwarskap te zien, dat daarmee in hoofdvorm overeenkomt met het bestaande pand. Het achterhuis heeft een interieur in Lodewijk XIV-trant. De Kelders en de Poststraat behoren tot de oudste delen van Leeuwarden die een stedelijke ontwikkeling doormaakten. De beide parallelle straten en de tussengelegen percelen vormen de zuidoostelijke flank van de zuidelijke Nijehoveterp, de dubbelterp die door de Ee in tweeën was verdeeld. Dit gebied ontwikkelde zich in de Middeleeuwen tot het stedelijke brandpunt van de handel. Op de Kelders verrezen woon- en opslagpanden voor kooplieden, terwijl aan de Poststraat meer secundaire bebouwing kwam te staan. De bewuste locatie was in de late Middeleeuwen al bebouwd. Er is ook bebouwing getekend op de vogelvluchtkaart van Sems en Bast uit 1603. Uit archiefstukken blijkt dat er in 1579 een huis stond dat in dat jaar werd verkocht. De eigendomsgeschiedenis en de waardeontwikkeling zijn vanaf dat moment redelijk goed te volgen. Een forse stijging in de koopprijs tussen 1668 en 1748 suggereert een ingrijpende verbouwing (of meer) in die periode. Tot 1668 geldt Kelders 21 qua waarde als een modaal pand, in 1748 moet het als bovenmodaal worden beschouwd. Door de waardeontwikkeling te combineren met het register van schoorsteengelden en het Reëelkohier, een soort onroerende zaakbelasting, kan de periode waarin de veronderstelde verbouwing moet hebben plaatsgehad, worden verfijnd tot 1668-1716. Het Reëelkohier van 1749 maakt melding van een tweede verbouwing van het huis. Belastingheffing bleef in dat jaar achterwege, omdat het door “S.J. Catz wed. Ledig wert verbout”. De weduwe Cats (Reneke Jenties) had het huis in 1748 gekocht voor 6000 carolusguldens en liet het klaarblijkelijk meteen onderhanden nemen. Het laatste belangrijke moment in de ‘fysieke’ wordingsgeschiedenis van Kelders 21 en Poststraat 26 is de verbouwing in 1935-’36. Het pand was voordien in gebruik bij de fa. H. Borgrink, winkelier in ijzerwaren, uit een familie die het overigens al honderd jaar in bezit had (de Prekadastrale Atlas van Fryslan uit 1832 geeft aan, dat het toenmalige “Huis en Erf” toebehoorde aan “ijzerkramer” Hermanus Borgrink). De verbouwing in opdracht van K. Bosker (winkelier in verfwaren) bezorgde het hoofdpand een nieuw aanzicht door architect L. Reinalda. Er is meer historisch materiaal dat licht werpt op de bouwgeschiedenis en de bijzonderheden van het pand op de Kelders. De collectie van het Historisch Centrum Leeuwarden omvat historische foto’s van de Kelders, waarop Kelders 21 is te zien vóór de verbouwing door Reinalda. Reinalda heeft in 1935 de oude voor- en achtergevel ook opgemeten en getekend. Kelders 21 heeft tot 1935 een rijzige voorgevel gehad met een opzet die kenmerkend is voor het midden en de tweede helft van de 17e eeuw. De gevel was geleed door vier pilasters in kolossaalorde met ionische kapitelen en werd bekroond door een driehoekig fronton. De geveltop had wellicht oorspronkelijk een nog rijkere opzet met bijvoorbeeld gebeeldhouwde voluutvormige klauwstukken op de schouders. Overigens is op de foto’s ook te zien, dat de begane grond al in de tweede helft van de 19e eeuw gemoderniseerd was, door een driedelige winkelpui aan te brengen. De achtergevel was een eenvoudige puntgevel met schouders, laat Reinalda’s opmetingstekening zien. In de Fries Museum-collectie bevindt zich een schilderij van de Brol en de Kelders door Abraham Beerstraten. Het stuk is naar verluidt “1662” gedateerd (de datering is ternauwernood leesbaar door vergeelde lagen vernis en vervuiling) en geeft een midden-17e-eeuwse impressie van de Brol en de Kelders. Beerstraten staat niet bekend om zijn topografische nauwkeurigheid, maar het aantal panden dat hij op de Kelders weergeeft, komt nagenoeg of zelfs exact overeen met het werkelijke aantal van zeventien historische percelen en huidige panden. Nabij of op de bewuste locatie komen naast elkaar twee hoge panden voor die worden geflankeerd door veel lagere bebouwing, een situatie die zich anno 2010 in feite nog steeds voordoet: Kelders 21 en het westelijk belendende Kelders 19 als hoge panden, met lagere panden ernaast. Worden de twee door Beerstraten geschilderde hoge panden in detail bekeken (voor zover de technische staat van het schilderij het toelaat), dan is het verleidelijk om in het rechter pand zelfs een schematische weergave te zien van de voorgevel zoals die bestond tot 1935. Onder meer lijkt de top te worden bekroond door een fronton. Bestond de huidige bouwmassa dan al vóór 1662 en/of had het pand toen zelfs al de voorgevel die van foto’s en Reinalda’s tekening bekend is? Stilistisch gezien is dat niet onmogelijk. Of is de gevel toch tot stand gekomen in de periode na 1668, waartoe de waardeontwikkeling van het pand een aanknopingspunt biedt? Reinalda’s nieuwe voorgevel uit 1935-’36 houdt de hoogte aan van de gesloopte 17e-eeuwse voorganger. Bovendien blijkt de 17e-eeuwse achtergevel nog grotendeels te bestaan en is het zadeldak bedekt met oude Hollandse golfpannen, die in 1935 niet meer werden toegepast. Dan is de conclusie gerechtvaardigd, dat het 17e-eeuwse hoofdpand (draagconstructie en kap) nog geheel bestaat en de verbouwing van 1935-’36 in hoofdzaak de vernieuwing van de voorgevel betrof. De representatieve straatgevel van het achterhuis aan de Poststraat heeft in algemene zin een classicistische uitstraling, maar details verraden de invloed van de 18e-eeuwse Lodewijk-stijlen, zoals de zeldzame hoekprofielen van de kozijnen. Het pand bezit als een grote bijzonderheid een interieur in de Lodewijk XIV-trant. In Leeuwarden is de Lodewijk XIV-stijl toegepast van ruwweg 1700 tot ongeveer 1750. Dan zou het zo kunnen zijn, dat de waardeontwikkeling tussen 1668 en 1716 te maken heeft gehad met een verbouwing van het achterhuis, maar even goed zou de verbouwing van 1748-’49 uit Reëelkohier van 1749 nog aan het achterhuis te verbinden zijn. In het laatste geval is het interieur een laat voorbeeld van de Lodewijk XIV in Leeuwarden, daar de vroegste voorbeelden van de Lodewijk XV of rococo in het interieur eveneens uit de late jaren-1740 dateren. Exterieur: Kelders 21 - Fors pand op een rechthoekige grondslag van drie bouwlagen plus een hoge zolderverdieping onder een zadeldak tussen topgevels. Op het zuidoosten georiënteerde voorgevel (1935-’36) van het type puntgevel met schouders. Achtergevel (XVII-B en 1935-’36) eveneens van het type puntgevel met schouders. Dakbedekking van oranje Hollandse golfpannen, her en der aangevuld met gesmoorde pannen. De voorgevel is gemetseld van sterk gemêleerde baksteen in Noors verband en heeft verdiepte lintvoegen en platvolle stootvoegen. De gevel bevat een gewijzigde winkelpui, maar daarboven zijn de karakteristieken uit de jaren-1930 behouden. De eerste en tweede verdieping hebben drie recht gesloten vensters met openslaande T-ramen (oorspronkelijk waren de onderramen vierruiters), voorzien van een wisseldorpel die op de derde bouwlaag aan weerszijden iets over de gevel is doorgetrokken. Het zoldervenster is een rondboogvenster met een zesdelig raam in het kruiskozijn. Ook hier is de wisseldorpel aan weerszijden van het raam iets doorgetrokken over de gevel, waar het bovendien wordt geaccentueerd door horizontaal uitgemetselde donkere steen. De geveltop bevat een klein ijzeren roosvenster (oeil de boeuf), eveneens met baksteenornamentiek. De bovenste gevelhoeken hebben uitkragende dekplaten van zandsteen of kunststeen en de top is afgelijst met grijze grèstegels. De achtergevel is gemetseld van gemêleerde roodbruine baksteen. Schouders met zandstenen dekplaten, zoals Reinalda het tekende, heeft de gevel niet meer en de schuine zijden van de top zijn met een jongere rollaag afgewerkt. Maar grote delen van het muurwerk zijn nog 17e-eeuws, al zijn her en der wijzigingen en/of nieuw voegwerk aangebracht, onder meer op de tweede bouwlaag in de noordwestelijke hoek. De muuropeningen zijn rechtgesloten en bevinden zich nog nagenoeg alle op de oorspronkelijke, 17e-eeuwse plek in de gevel (zoals blijkt uit een vergelijking met de opmetingstekening van Reinalda uit 1935). De vensters op de derde bouwlaag bezitten nog (delen van) de originele 17e-eeuwse, tweedelige kozijnen met een verlengde boven- en onderregel (bolkozijnen). Het middelste kozijn is het meest gaaf en bezit zelfs nog de originele middenstijl. De ramen zijn vernieuwd. Er wordt van uitgegaan, dat de draagconstructie (zijgevels en binnenmuren, vloerbalken en vloerdelen) nog grotendeels uit de late 17e eeuw stamt en ook de kapconstructie uit die periode bewaard is gebleven. Poststraat 26 - Eenlaags pand, opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond, met een hoog souterrain, een belétage en een zolderverdieping onder een dwarsgeplaatst zadeldak. Representatieve, op het noordwesten georiënteerde voorgevel aan de Poststraat, gemetseld van gemêleerde roodbruine baksteen in kruisverband met een ‘smokkelkop’ in de koppenlaag (een steen met een lengtemaat tussen een kop en een drieklezoor). De sobere, drie traveeën brede lijstgevel heeft een hoge gepleisterde plint (materiaal XIX of XX), die doorsneden wordt door een klein, recht gesloten keldervenster onder rollaag (XIX). De belétage heeft drie onder strekken staande gevelopeningen die licht getoogd gesloten zijn, zoals dat in de vroeg-18e-eeuwse bouwkunst mode werd in Leeuwarden. De vensterkozijnen links en midden zijn uit die bouwtijd en hebben een bijzonder hoekprofiel (Lodewijk XIV), originele loodslabben over de bovendorpels, en lekdorpels van gefrijnde hardsteen. De originele ramen zijn verloren gegaan en vervangen door T-vormige ramen met stolpramen (vermoedelijk XIXd). Rechts in de gevel bevindt zich een entreepartij, vermoedelijk 19e-eeuws. In elk geval dateren het kozijn, met kenmerkend hoekprofiel en op hardstenen neuten, en de deur met tweedelig bovenlicht, gescheiden door een gesneden kalf, uit die eeuw. De deur staat op een hardstenen drempel met ronde voorzijde, die rust op een hardstenen toog met een vulling van metselwerk van geeltjes. De gevel wordt beëindigd door een eenvoudig, hoog entablement van gepleisterde baksteen met een profiellijst en een geprofileerde kroon-/gootlijst, die rust op blokvormige houten klossen. Het dwarsgeplaatste zadeldak staat tussen eenvoudige topgevels met schouders. Op de rechter schouder is onder zinken afdekking een geprofileerde zandstenen dekplaat zichtbaar. Verder zijn de gevelranden met zink gedekt. De dakbedekking bestaat uit blauw geglazuurde Hollandse golfpannen en op de linker nokhoek staat een schoorsteen van gele baksteen. De achtergevel is een eenvoudige gemetselde gevel met muuropeningen die rechtgesloten zijn en een koppenlaag aan de bovenzijde hebben. Ook hier T-vensters met stolpramen en origineel hang- en sluitwerk (XIXd?). Interieur: Poststraat 26 - Het pand bezit een belangwekkend interieur met onderdelen in Lodewijk-XIV-trant. Opvallende onderdelen zijn de trap met lambrizering vanuit de veel lager dan de Poststraat gelegen verbindingsgang naar de kleine hal achter de voordeur, gevolgd door een kleine trap naar de belétage, lambrizeringen en vensterblinden met karakteristieke spiegelpanelen en hoekprofielen in Lodewijk XIV-vorm, en onder de vloerbalken van de zolder een eenvoudig houten plafond met rechte randlijst. Tegen de noordoostelijke zijmuur bevindt zich een gemetseld rookkanaal; de boezem en schoorsteenmantel zijn verwijderd.

Bron: Fenicks B.V.

Specificaties

Bron: Fenicks B.V.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Werk-woonhuis Oorspronkelijke functie
Overige gebruiksfunctie Woningen en woningbouwcomplexen Huidige functie
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Poststraat 26 8911GX
Bron: Fenicks B.V.

Tijdlijn Poststraat 26

Voeg een verhaal over dit monument toe aan de tijdlijn

Weet u meer over dit bijzondere monument of heeft u een herinnering over dit monument? Vul de tijdlijn aan. Deel uw verhaal en houd dit monument springlevend.

Andere monumenten in de buurt

Naar boven