Muziekkoepel
Inleiding
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
In opdracht van de gemeente Leeuwarden gesticht onderkomen van het Pier Pander Museum, verrezen in 1953-’54 in opdracht van de gemeente Leeuwarden naar een ontwerp van gemeentearchitect Justus Zuidema. Het museumgebouw vormt een vleugel van een groter geheel, dat de functie had van cultureel centrum. Dit geheel, waarvan het voormalige, oorspronkelijk uit 1842 daterende zomerhuis (theeschenkerij) het hart vormt, is in de jaren-1950 in z’n totaliteit aangepakt door Zuidema. Naast diens naam wordt de Larense vormgever en binnenhuisarchitect Nicolaas Petrus de Koo vermeld als betrokkene bij de plannen voor de uitbreiding en verbouw, maar welke rol hij precies heeft gespeeld, is niet duidelijk. De Koo was eerder, in 1924, al betrokken geweest bij de totstandkoming van de Pier Pandertempel op de Noorderplantage. Een in eerste instantie ook geplande bouw van een vrijstaande tentoonstellingszaal met archiefruimte vóór het centrum is nooit gerealiseerd. De op een hoger deel van de Prinsentuin staande museumvleugel van het cultureel centrum is gebouwd in een voor de bouwtijd karakteristieke Shake Handsstijl. Het Pier Pander Museum bevat een collectie neoclassicistische beelden en (klein)plastieken, een belangrijk deel van de nalatenschap van de Friese beeldhouwer Pier Pander (Drachten 1864 - Rome 1919). De bescherming geldt het exterieur, de ruimte-indeling en de materiële aankleding van het interieur. Exterieur: De twee naoorlogse vleugels staan aan weerszijden van het negentiende-eeuwse zomerhuis, het hoger opgaande middenvolume. Het museum vormt de zuidoostelijke vleugel. Het betreft een vanuit een rechthoekige plattegrond, in schone, diep gevoegde baksteen opgetrokken volume van één bouwlaag onder een uitkragend schilddak met geprofileerde gootlijst en gesmoorde Hollandse pannen. De gevels zijn voorzien van een in deels gesinterde baksteen opgemetseld trasraam, dat wordt afgedekt door een rollaag. De gevelopeningen zijn recht gesloten en zijn voornamelijk voorzien van stalen ramen met een roedeverdeling. De entree is opgenomen in de op het zuidoosten gerichte, symmetrische kopgevel. De dubbele deur van glas en staal staat in een ondiepe portiek met schuine portiekwanden en een korte luifel met geprofileerde rand. De dubbele deur staat onder een kunst- of zandstenen kalf en tussen een gemetselde stoep met kunststenen rand en een eveneens van kunst- of zandsteen vervaardigde naamplaat waarop “MUSEUM PIER PANDER” staat vermeld. De op het park georiënteerde, zuidwestelijke langsgevel is ten behoeve van de lichttoetreding voorzien van vijf trapeziumvormige erkers met een roedeverdeling in de stalen ramen. Aan weerszijden van deze reeks erkers is een groot venster in de gevel opgenomen. Deze ramen zijn gevat in een kunststenen omlijsting, afgedekt met een geprofileerde, uitkragende kroonlijst. Een terug staande, minder hoog opgaande gevelpartij hier links van bevat drie recht gesloten, onder rollagen staande vensters met houten kruisramen. Dit deel verbindt de vleugel met het negentiende-eeuwse deel van het complex. In de op de singelgracht gerichte, noordoostelijke langsgevel zijn voor de kabinetten en het depot zeven, eveneens trapeziumvormige erkers opgenomen. Ook hier zijn de erkers voorzien van een roedeverdeling in de stalen ramen. Interieur: Het inwendige van het museum bestaat uit een ingangsportaal met een rondboogvormige opening voor de kassabalie. De openslaande deuren naar de hal achter het portaal staan tussen houten wanddelen met kastdeuren en staande, rondboogvormige zijlichten. De vloeren zijn betegeld. Een slechts twee treden hoge trap van travertin vormt de overgang naar de gang met de tentoonstellingsruimten en een depot. De lange gang, met aan de noordoostzijde de kabinetten, is aan het begin en het einde voorzien van een recht gesloten doorgang, van wit gestucte wanden met afgeronde hoeken en van een plint van donkere natuursteen. De diepe vensterbanken in de erkers zijn van gepolijste zwarte natuursteen.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Museum | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Museale gebruiksfunctie | Cultuur gezondheid en wetenschap | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Prinsentuin | 1 | b | 8911DE | – | – | – | – |
Inleiding
Inleiding
Langgerekt verdiepingloos gebouwd langs de Groeneweg, door vier lage vleugels verbonden met vier paviljoens aan de Perkswal, het geheel in 1862-'64 gebouwd.