Willemskade 12
Inleiding
HERENHUIS uit omstreeks 1875, thans in gebruik als verpleeginstituut, uitwendig in ingetogen en gave Eclectische stijl, inwendig een authentiek interieur, grotendeels in een ingetogen Art Deco-stijl.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
In 1792 werd op de locatie van een afgebroken pand het onderkomen van vrijmetselaarsloge De Friesche Trouw gebouwd. Het op 3 april 1793 ingewijde logegebouw is ontworpen door architect Nauta. In 1805 werd het pand uitgebreid met een gepleisterd deel achter Zaailand 98, eveneens naar ontwerp van Nauta. Dit volume is gesloopt in 1990. In 1810 volgde met betrekking tot het hoofdvolume een “geheelen herbouw van het voorgebouw van het loge-lokaal”. De nog bestaande voorgevel van dit volume heeft de stilistische kenmerken van het destijds in zwang zijnde Neoclassicisme. De vrijmetselaarsloge heeft nog geen kwart eeuw op deze plek gezeten, want in maart 1816 wordt het gebouw te koop aangeboden. Hoewel De Friesche Trouw officieel tot 1819 de gebruiker was van het gebouw, blijkt het logegebouw dan al in gebruik te zijn als sociëteit onder de naam het Hof van Holland en wordt door ene J.E. van Bemmel aanbevolen voor het houden van bruiloften en concerten. Volgens een oude kleurenprent van de zuidwand van het Zaailand, waarop een harddraverij tijdens een bezoek van de koninklijke familie aan de stad op 24 juli 1830 staat afgebeeld, is de voorgevel op dat moment nog voorzien van een balkon. Hieruit kan worden geconcludeerd dat één of meerdere van de vensteropeningen oorspronkelijk waren ingevuld met openslaande deuren. De dakkapel ontbreekt op deze plaat. Nog vóór 1846 kreeg het voormalige logegebouw een bestemming als “Heeren Logement”, waarvan logementhouder Carel Hermanuis Wilkeshuis waarschijnlijk de eigenaar was. In de tweede helft van de negentiende eeuw zijn de omlijsting van de vensters en de dakkajuit aangebracht. In 1918 werd de Algemeene Friesche Hypotheekbank gebruiker van het pand. In 1956 vestigde zich hier de N.V. Doedijns Handelsonderneming. Daarna kreeg de voormalige sociëteit een winkelfunctie. In de naoorlogse periode is het pand op de begane grond en inwendig ingrijpend gewijzigd. Zaailand 98 heeft een gedrukte begane grond en een zeer hoge eerste verdieping, de belètage. Het gebouw had dus de opzet van een klassiek stadspaleis. In Italië kwamen die palazzi al in de vijftiende eeuw voor met een gedrukte begane grond met opslag, keukens en andere secundaire functies, onder een representatieve hoofdverdieping, een piano nobile van grote hoogte. Zo is het vermoedelijk ook geweest in het logegebouw. Het vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken pand telt onder de kap twee bouwlagen, een lage parterre en een hoge tweede bouwlaag, waar zich naar alle waarschijnlijkheid de sociëteitszaal bevond. Het gebouw staat onder een met (oorspronkelijke) zwart verglaasde holle pannen gedekt, afgeknot schilddak. Boven de ingrijpend verbouwde, oorspronkelijk vermoedelijk met grijze hardsteen beklede onderste bouwlaag – er is onder meer nog een historische foto van fotograaf E.Fuchs uit het derde kwart van de negentiende eeuw, waarop de begane grond duidelijk ‘bekleed’ is - bevindt zich een symmetrische ingedeelde, in schone baksteen opgetrokken lijstgevel uit 1810, met op de enige verdieping drie grote, recht gesloten vensters met een fijne roedeverdeling in de ramen. Het zijn vensters die uniek zijn in Leeuwarden en mogelijk ook in Friesland. Ze zijn door een kruiskozijn verdeeld in vieren, met in de vier raamdelen een onderverdeling in zes (onder) en acht (boven). Zo heeft elk venster 28 ruitjes. De op een vlakke hardstenen lijst staande vensters zijn van het type fenêtre á terre en hebben een geprofileerde omlijsting met een eveneens geprofileerde kroonlijst die onder de uiteinden wordt gedragen door decoratieve consoles met acanthusblad en parellijstjes. De invulling van het rechter venster wijkt af. Hier zijn de oorspronkelijke houten ramen vervangen door stalen ramen met een identieke raamverdeling, maar met een afwijkende profilering. De gevel is opgemetseld in een lichtbruine, in staand verband gemetselde baksteen met dunne voegen van kalkmortel. De gevel wordt beëindigd door een geprofileerd entablement met uitkragende, op blokken rustende gootlijst met ojiefprofiel en blokvormige modillons. Onder de oostelijke (linker) hoek hangt een grote afgeronde ‘druppel’, die zeer waarschijnlijk ook aan de rechter hoek heeft gehangen. In het voorste dakschild van het afgeknotte schilddak staat een dakkapel met plat dak, de oorspronkelijke profilering rondom een zesruits raam, dat de twee oorspronkelijke, openslaande zesruitsramen heeft vervangen, en een uitkragende kroonlijst die aan de voorzijde rust op consoles met acanthusbladmotief. Het zichtbare, bovenste deel van de linker zijgevel is gepleisterd en ter hoogte van de zoldervloer voorzien van muurankers met schieters. In deze gevel is een rechthoekig venster opgenomen. Uit het dakschild hierboven steekt een schoorsteen. De oorspronkelijke, classicistische achtergevel is op de begane grond uitgebroken voor een voor de bescherming niet relevante platte aanbouw. Op de vrij staande verdieping daarboven is de gevel voorzien van een viertal identieke vensters. De vensters staan onder strekken met een licht getoogde onderrand en hebben een invulling van vernieuwde, achtdelige stalen ramen. De gevel wordt beëindigd door een hoofdgestel met profiellijsten en een uitkragende kroonlijst die rust op een reeks van blokvormige klossen (mutuli). Uit het dakschild hierboven steekt een gemetselde dakkapel met een zadeldak met flauw hellende dakschilden en een omlijsting van wit geschilderde, gepleisterde baksteen met profiellijsten. Het dicht gemetselde venster hierin is getoogd en staat onder een rollaag. Het inwendige van het pand is ingrijpend gewijzigd, maar de van omstreeks 1800 daterende balkenlaag tussen de verdieping en de zolder (mogelijk nog daterend uit de bouwcampagne van 1792-’93) en de kapconstructie zijn bewaard gebleven.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Logegebouw | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Zaailand | 98 | – | 8911BN | – | – | – | – |
Inleiding
HERENHUIS uit omstreeks 1875, thans in gebruik als verpleeginstituut, uitwendig in ingetogen en gave Eclectische stijl, inwendig een authentiek interieur, grotendeels in een ingetogen Art Deco-stijl.
Inleiding
HERENHUIS uit omstreeks 1890, thans in gebruik als kantoor, vooral uitwendig in gave Neo-Renaissance-stijl.
Inleiding
PRAKTIJK MET BOVENWONING, thans reisbureau met kantoor op de hoek van Ruiterskwartier en de smalle Doelesteeg, in februari 1936 in Zakelijk Expressionistische stijl ontworpen door Piet de Vries als tandartsenpraktijk van M. van Kollem met bovenwoning.