Willemskade 12
Inleiding
HERENHUIS uit omstreeks 1875, thans in gebruik als verpleeginstituut, uitwendig in ingetogen en gave Eclectische stijl, inwendig een authentiek interieur, grotendeels in een ingetogen Art Deco-stijl.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Herenhuis, rond 1870 gebouwd naar een ontwerp van de Leeuwarder architect H.R. Stoett. Het exacte bouwjaar en de opdrachtgever voor de bouw zijn niet bekend. Het herenhuis heeft een voor de bouwperiode karakteristieke gedrukte begane grond, die oorspronkelijk was voorzien van een gesloten, met schijnvoegen gepleisterde gevel, een entree met dubbele deur in het linkertravee en twee vensters daar rechts van. In 1949-’50 werd de begane grond verbouwd in opdracht van Raath en Doodeheefver, die er een behangzaak had. De oorspronkelijke gevel werd toen uitgebroken en voorzien van een nieuwe pui naar een plan van architect S. Riddersma. De huidige winkelpui is het resultaat van een latere verbouwing, waarbij de gevel op de begane grond bijna alle kwaliteit verloor, maar wel de in 1949-’50 nieuw aangebrachte entreepartij in het meest oostelijke, linker travee behield. Het voormalige herenhuis is gebouwd in een voor de bouwtijd karakteristieke, eclectische trant. De bescherming geldt het exterieur en het interieur. Exterieur: Het vanuit een rechthoekige plattegrond, voornamelijk in roodbruine baksteen opgetrokken herenhuis staat met drie bouwlagen onder een met zwart geglazuurde gegolfde Friese pannen gedekt, afgeknot schilddak. Boven de gedrukte, in gepleisterde baksteen opgetrokken winkelpui is de gevel opgemetseld in schone, roodbruine baksteen (het verfijnde voegwerk is nog origineel) en in beide bouwlagen voorzien van drie getoogde vensters. Het linker deel van de winkelpui met de deur naar de bovenwoning verkeert nog in de staat van na de verbouwing in 1949-’50. Deze deur staat in een geveldeel dat voorzien is van een plint van gepolijste zwarte natuursteen. De deur heeft een zesdelig deurlicht en staat tussen smalle zijlichten met glas-in-lood. De entreepartij staat binnen een geprofileerde omlijsting. Boven de geprofileerde kroonlijst van de winkelpui is de gevel drie traveeën breed. De hoge vensters van de eerste verdieping bevatten tweedelige schuiframen en staan binnen een geprofileerde omlijsting, die rond de bovenramen worden geaccentueerd door een verbreding. De vensters op de tweede verdieping zijn vergelijkbaar, maar zijn minder hoog. Pal onder deze drie vensters wordt de gevel geleed door een geprofileerde cordonlijst. De gevel wordt beëindigd door een hoofdgestel met een bloktandfries en een geprofileerde kroonlijst tussen kornissende, aan vergaarbakken refererende houten kraagstukken met profiellijst en acanthusbladmotief. Op de hoeken springt het metselwerk trapsgewijs terug. In het hierboven liggende dakschild staat een houten dakkapel met een getoogd raam, zinken wangen en vleugelstukken. Het zichtbare bovenste deel van de rechter zijgevel is evenals de achtergevel opgetrokken in schone, donkerbruine baksteen. Uit het dakschild hierboven steekt een gemetselde schoorsteen. De achtergevel is op de begane grond uitgebroken ten behoeve van een uitbreiding. Daarboven wordt de achtergevel direct onder de vensters op de tweede verdieping geleed door een dunne cordonlijst en is de gevel op beide verdiepingen voorzien van vijf getoogde vensters onder eveneens getoogde strekken. De vensters bevatten T-ramen, waarvan enkele nog oorspronkelijk zijn. De middelste vensters op beide verdiepingen worden geaccentueerd door een geprofileerde omlijsting, ze bevatten openslaande ramen met bovenlicht en functioneren tevens als nooduitgang. De gevel wordt beëindigd door een hoofdgestel met een geprofileerde kroon-/gootlijst die wordt gedragen door een reeks van gesneden consoles, waarvan een drietal consoles steeds wordt afgewisseld door een enkele console. De dakkapel in het dakschild hierboven heeft een plat dak, een getoogde vensteropening met kruisraam en zinken wangen. Interieur: In het inwendige van het pand is op de begane grond niets van de oorspronkelijke indeling en detaillering bewaard gebleven. Hoewel op de beide verdiepingen de indeling gedeeltelijk gewijzigd is, zijn daar nog veel negentiende-eeuwse onderdelen terug te vinden. Het trappenhuis met trappen naar de beide verdiepingen bevat royale steektrappen met tussenbordes (waaraan een toiletruimte) en een marmerlambrisering onder geprofileerde hand- en deklijsten. De hoeken tussen trap en overloop zijn verstevigd met een vlakke marmeren stootlijst. De leuningen aan de open zijde van de trap zijn vernieuwd. Het trappenhuis wordt voorzien van daglicht door middel van een daklicht. De meeste deuren op de verdiepingen zijn de oorspronkelijke, brede paneeldeuren, omlijst door geprofileerde kozijnen. De eerste verdieping is onder meer voorzien van een getoogde doorgang en twee, door een alkoof van elkaar gescheiden woonkamers. In de achterkamer is het stucplafond voorzien van stucdecoraties met bloem-, fruit- en vogelmotieven, alsmede een lijst met bladmotieven. De schouw heeft een marmeren schoorsteenmantel en een door hoekprofielen geaccentueerde boezem. Deze wordt beëindigd door een samengestelde kroonlijst die door middel van een koof overgaat in het plafond. De in- en uitzwenkende vensterbanken en de paneelluiken van de vouwblinden zijn in beide kamers bewaard gebleven. Op de tweede verdieping zijn de meeste oorspronkelijke onderdelen verdwenen. Wel zijn de profileringen aan de raamkozijnen nog intact. In de achterkamer staat nog een schouw met een marmeren schoorsteenmantel. Een bijzonder element in het platte, centrale deel van de kap is het daklicht met de decoratief vormgegeven gietijzeren onderdelen. Het daklicht is gevat in een opstaande omlijsting met florale motieven. Daaromheen zijn aan weerszijden van een koof decoratieve lijsten aan het stucplafond bevestigd. Op de zolder zijn de kapspanten en een deel van de gordingen van de afgetimmerde gordingenkap in het zicht gelaten. De dakkapel aan de voorzijde is voorzien van een uitschuifbare, ijzeren hijsbalk.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Herenhuis | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Zaailand | 94 | – | 8911BN | – | – | – | – |
Inleiding
HERENHUIS uit omstreeks 1875, thans in gebruik als verpleeginstituut, uitwendig in ingetogen en gave Eclectische stijl, inwendig een authentiek interieur, grotendeels in een ingetogen Art Deco-stijl.
Inleiding
HERENHUIS uit omstreeks 1890, thans in gebruik als kantoor, vooral uitwendig in gave Neo-Renaissance-stijl.
Paleis van Justitie. Naar ontwerp van stadsarchitect Thomas Romein in 1846-'52 opgetrokken in neo-griekse stijl.