Westersingel 50
Inleiding
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Woningblok van oorspronkelijk een dubbele onder- en bovenwoning, gebouwd in 1902-’03. Gestapelde woningbouw uit de negentiende of vroege twintigste eeuw komt in Friesland weinig voor. Alleen op kleine schaal in Leeuwarden en sporadisch in een enkele andere stedelijke kern, zoals Sneek, zijn vanaf de late negentiende eeuw beneden- en bovenwoningen neergezet, veelal voor de ruime(re) beurs. Gestapelde woningbouw is kenmerkend voor een tijdvak waarin de steden snel groeiden en voor het eerst ook uitgebreid werden ‘in de hoogte’. De typologie van gestapelde woningbouw weerspiegelde stedelijk karakter. Vroege voorbeelden in Leeuwarden zijn Westerkade 7-9 uit omstreeks 1890 en een woningblok aan de Harlingersingel, op de hoek van de Harlingerstraatweg uit 1898. Deze zijn gebouwd in de stijl van de Neorenaissance. De woningen aan de Westersingel zijn iets jonger en dragen de kenmerken van de voor de bouwtijd karakteristieke Overgangsstijl, verwant aan de Art Nouveau. Op 4 en 6 september 1902 verschenen in de Leeuwarder Courant advertenties tot “Aanbesteding van 2 stuks Onder- en Bovenhuizen aan den Westersingel alhier. Bestek en teekening verkrijgbaar à ƒ 1 per stel. Alsmede inlichtingen aan de loods op het terrein. W.E. Hoekstra Jr.”. Gegeven dat Westersingel 40-42 het enige gerealiseerde project van twee onder- en bovenwoningen aan deze singel is, moeten de advertenties hier wel betrekking op hebben. De genoemde Hoekstra was vermoedelijk de timmerman en aannemer “W. Hoekstra” die wordt vermeld in het Adresboek uit 1906 en die in dat jaar woonachtig was aan de Emmakade 1. Hij heeft de woningen als bouwondernemer voor eigen risico ontwikkeld. De vergunningaanvraag bij de gemeente met bijbehorende bouwtekening lijkt verloren te zijn gegaan. De bouw is allicht eind 1902 begonnen en in 1903 voltooid. De plattegrond van het blokvormige gebouw bestaat uit twee gespiegelde helften, elk met een min of meer winkelhaakvormige grondslag. Deze grijpen in elkaar en vormen samen een grote rechthoek met een symmetrische risaliet aan de tuinzijde. Het linkerpand heeft daardoor aan de voorzijde een travee extra, terwijl dat bij de rechter onder- en bovenwoning juist aan de achterzijde het geval is. In de oorspronkelijke opzet had de onderwoning een slaapkamer op de eerste verdieping, terwijl op deze tweede bouwlaag ook de bovenwoning lag, die voorts beschikte over de ‘zolder’-verdieping. De woningen zijn nadien deels samengetrokken. In het rechter deel, dat nog altijd een woonbestemming heeft, nu met adres Westersingel 40, is de inpandige structuur daarbij overwegend behouden gebleven. Bij het linker deel, het huidige Westersingel 42, in gebruik als kantoor, heeft de samentrekking van de onder- en bovenwoning geleid tot het grotendeels verloren gaan van de inpandige structuur. De bescherming geldt het exterieur van het geheel, de inpandige structuur en ruimteafwerking van Westersingel 40, en de trappen in Westersingel 42 als belangrijke elementen van de oorspronkelijke verkeersstructuur. Ook het originele ijzeren hekwerk dat de voortuin van Westersingel 40 scheidt van de openbare weg valt onder de bescherming. Exterieur: Het vanuit een rechthoekige plattegrond in voornamelijk gepleisterde baksteen opgetrokken pand bevatte oorspronkelijk vier woningen. Het pand staat met twee en drie bouwlagen onder een grotendeels plat dak met aan de voorzijde steile, grotendeels nog met de oorspronkelijke kruispannen gedekte dakschilden. De gevels bevatten recht gesloten gevelopeningen, waarvan de vensters boven hardstenen lekdorpels staan. De boven een hardstenen plint grotendeels gepleisterde voorgevel wordt verlevendigd door decoratieve details van schone, bruine en roodbruine baksteen en eveneens in schone baksteen uitgevoerde ontlastingsbogen en strekken. Het accent ligt op de hoger opgaande, drie bouwlagen tellende symmetrische middenpartij met een ingangsrisaliet aan weerszijden van een terugstaande middentravee. De middentravee is op de begane grond voorzien van een venster met roedeverdeling in het bovenraam. Het venster op de verdieping mist de oorspronkelijke roedeverdeling in het bovenraam. Het kleinere venster op de tweede verdieping staat tussen velden met een decoratieve omlijsting van schone baksteen. De travee wordt beëindigd door een keperboogfries van schone baksteen en een op klossen liggende geprofileerde houten kroonlijst, onder een zeer kort dakschild met een geprofileerde houten hoekkeper. De ingangsrisalieten zijn op de begane grond voorzien van telkens twee paneeldeuren (van Westersingel 40 zijn ze origineel, van Westersingel 42 zijn ze vernieuwd) met decoratieve smeedijzeren raamroosters voor de beweegbare deurlichten. De deuren staan onder bovenlichten met een roedeverdeling en segmentboogvormige ontlastingsboog en een boogveld met een decoratief uitgevoerde combinatie van schone en wit geschilderde baksteen. Het venster op de verdieping bevat een raam met roedeverdeling in het bovenraam. De bovenramen in de twee smalle vensters van de tweede verdieping hebben eveneens een roedeverdeling. De risalieten worden beëindigd door een bekroning van gekeperde schone baksteen met overhoekse hoekpinakels en kantelen met hardstenen ezelsruggen. De twee traveeën brede gevelpartij links van de linker risaliet is op de begane grond en op de verdieping voorzien van twee vensters met een roedeverdeling in de bovenramen. Dit geveldeel wordt beëindigd door een keperfries van schone baksteen en een geprofileerde houten kroonlijst. In het dakschild hierboven staat een dakkapel onder een lessenaardak, dat is gedekt met kruispannen. De gevelpartij rechts van de rechter risaliet is breder. Op de begane grond staan twee vensters met roedeverdeling in het bovenraam en een originele, opgeklampte deur onder een bovenlicht met roedeverdeling. Deze deur staat voor een doorgang van schone baksteen die leidt naar de achterkant van het blok. De verdieping bevat rechts een enkel venster met roedeverdeling in het bovenraam en links daarvan een breed venster met twee gekoppelde ramen, eveneens met roedeverdeling in de bovenramen en onder een gezamenlijke ontlastingsboog. Dit geveldeel wordt opnieuw beëindigd door een keperfries van schone baksteen en een geprofileerde, op klossen liggende houten kroonlijst. In het dakschild hierboven staat een vrij brede dakkapel met samengesteld raam onder een lessenaardak, dat is gedekt met kruispannen. De drie bouwlagen hoge achtergevel is geheel gepleisterd, heeft een brede, symmetrische middenrisaliet (symmetrisch voor het gehele gebouw, maar asymmetrisch qua toedeling aangezien het Westersingel 40 hier een extra travee heeft en Westersingel 42 een travee minder, in feite een omkering van de voorgevel) en een balkon op de eerste verdieping van de traveeën aan weerszijden van de risaliet. In de achtergevel van Westersingel 42 is in die traveeën de pui op zowel de begane grond als de eerste verdieping vernieuwd. De muuropeningen in de achtergevel zijn alle rechtgesloten. Het uit smeed- en gietijzer samengestelde hekwerk voor de voortuin van Westersingel 40 is nog oorspronkelijk. Interieur: Hoewel de vier (plus één) voordeuren in de voorgevel van het pand nog lijken te verwijzen naar een gebruik door vier huurders of eigenaren, heeft het blok nog slechts twee gebruikers en is de oorspronkelijke inpandige structuur alleen in het rechter deel van het blok terug te vinden. In het linker deel is de inwendige structuur sterk gewijzigd door samenvoeging van de beneden- en de bovenwoning. Het inwendige van het rechter deel van het pand, het huidige Westersingel 40, verkeert nog in opmerkelijk authentieke staat. De originele ruimte-indeling en de meeste oorspronkelijke onderdelen en afwerkingen zijn in dit deel van het pand bewaard gebleven. De vertrekken aan de gang op de begane grond en de ruimtes op de verdieping aan de achterzijde behoorden bij één woning, de overige vertrekken maakten deel uit van de andere woning. Boven de verdwenen deur van het tochtportaal bevindt zich een groot bovenlicht met geel glas en een roedeverdeling. De gang op de begane grond achter de rechter deur is betegeld met cementtegels die een decoratief geometrisch patroon vormen. De deuren aan de gang zijn paneeldeuren. In één van de gangwanden is een rondboogvormige nis opgenomen. De begane grond bevat een kamer en suite met reliëfdecoraties aan de randen, hoeken en in het midden van de stucplafonds. De kamers zijn voorzien van paneeldeuren, schouwen met een schoorsteenmantel van zwart marmer en een boezem met samengestelde kroonlijst. De tussenwand met de schuifdeuren is echter verdwenen. De gang loopt aan de achterzijde links door naar een ‘achterhuis’, waarin zich nog een keuken bevindt (aan het eind van de gang) en een trap naar de slaapkamer op de eerste verdieping. De aan de achterzijde van het pand gesitueerde keuken heeft een deur, die uitkomt op een achtertuin. De keuken bevat de originele keukenkast met roedeverdeling in de kastdeuren en een geprofileerde kroonlijst, alsmede een schouw met houten schoorsteenmantel en betegelde achterwand en een gootsteen van granito. Een tweede, uit een scheluwe trap met trappalen, tussenbordes en een steektrap samengestelde trap naar de verdieping staat achter de linker voordeur. De trappen zijn voorzien van trappalen, geprofileerde handlijsten op gedraaide balusters. Een wenteltrap naar de zolderverdieping is voorzien van dezelfde onderdelen, die nog de oorspronkelijke kleurstelling bezitten. De kamer en suite op de verdieping is nog wel voorzien van de tussen panelen staande schuifdeuren. Ook hier zijn de versierde stucplafonds en de schouwen met marmeren schoorstenen en geprofileerde kroonlijsten bewaard gebleven. Ook op de verdieping bevindt zich een keuken aan de achterzijde. Deze is eveneens nog voor een belangrijk deel intact met de originele keukenkast met roedeverdeling in de kastdeuren en een geprofileerde kroonlijst, alsmede een schouw met houten schoorsteenmantel en betegelde achterwand. De trap naar de zolderverdieping is een wenteltrap met trappalen en een steile trapboom. Op de zolder is het trapgat omheind door een vanuit de trapleuning doorgetrokken balustrade met trappaal en gedraaide spijlen. De afgetimmerde zolderruimten bevatten paneeldeuren binnen profiellijsten en houten plafonds van kraalschroot. Westersingel 42 is zowel op de begane grond als op de tweede bouwlaag ingrijpend gewijzigd; hoe de onder- en bovenwoning zich in dit deel van het gebouw ruimtelijk tot elkaar verhielden, is nauwelijks meer afleesbaar. Onder de intact gebleven trap naar de verdieping is de trapkast bewaard gebleven. De trap naar de verdieping is samengesteld uit een dubbele scheluwe trap, een tussenbordes en een steektrap. De trap bevat versierde trappalen en een leuning met gedraaide balusters en een geprofileerde handlijst en aan de overloop staan vijf paneeldeuren binnen een geprofileerd kozijn. De trap naar de zolderverdieping is een wenteltrap met trappalen en een geprofileerde handlijst op de gedraaide spijlen. Op de overloop van de zolderverdieping staan nogmaals vijf paneeldeuren binnen geprofileerde kozijnen.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Woonhuis | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Westersingel | 40 | – | 8913CL | – | – | – | – |
Inleiding
HERENHUIS in 1905-'07 in Overgangsstijl gebouwd op de hoeken van de Westersingel, de Fonteinstraat en aan de achterzijde van de Elisabethstraat naar ontwerp van architect Hendrik Kramer.
Inleiding