Oan 'e Ie 6
Pakhuis met puntgevels en zadeldak, midden 19e eeuw. In voor- en achtergevel rechthoekig zoldervenster tussen getoogde vensters.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Boerderij Het Vierhuis is gesitueerd aan de Dokkumer Ee tegenover de noordelijke uitloop van Snakkerburen. Het Vierhuis heeft een lange historie, want reeds in 1437 komt de naam van Het Vierhuis als plaats voor in een charter. Er wordt daarin gerept van een huis (“Heidenshuis”) dat op deze plek stond en diende als overnachtingsplek voor minvermogenden, bedelaars en zigeuners. Later kreeg het ver buiten de noordelijke stadsmuren gesitueerde pand ook nog een functie als ziekenhuis voor lijders aan een besmettelijke ziekte. In die hoedanigheid werd het gebouw in de negentiende eeuw ook door de Leeuwarder geschiedschrijver Wopke Eekhoff beschreven. In de huidige, in 1890 gebouwde stelpboerderij zit in de zuidelijke zijgevel een stichtingssteen, die afkomstig is uit een monumentale voorganger, een plaets met een herenhuisachtig voorkomen dat hier in 1758 verrees. Op deze steen staat te lezen: "De grondsteen van dit huis lag Izabella's hand: 't herbouwde Vierhuis wagt van God den milden zegen, in 't kweeken van het vee ent bloeyen van het land. Hierin is 's landmans steun, en 's landheers heil gelegen. Den 26 may 1758". Een tweede, daaronder geplaatste steen vermeldt: "Herbouwd 1890". Van de achttiende-eeuwse boerderij is alleen de herinneringssteen over, maar dankzij een geschilderd behangsel uit 1771 en een schilderij van omstreeks 1830 is bekend hoe de boerenhoeve er uit heeft gezien. De boerderij is gericht op de Dokkumer Ee en gesitueerd op een (gedeeltelijk) omgracht erf, waarop tevens een bijschuur en een stookhok uit de bouwtijd van de boerderij staan. De toegang tot het erf wordt gevormd door een dam aan de zijde van de Dokkumer Ee (uitkomend op de Dokkumertrekweg) waarop betonnen pijlers staan met "Vier" en "Huis", en waartussen ijzeren hekken zijn geplaatst. De terreinentree met een dam is waarschijnlijk een overblijfsel van de achttiende-eeuwse opzet – op de genoemde historische afbeeldingen komt eveneens een dam, op dezelfde locatie voor. De huidige, in 1890 gebouwde boerderij is van het stelptype. ‘Vierhuis’ heeft de stilistische kenmerken van de destijds in zwang zijnde Neo-Renaissance en is van oorsprong een veeteeltbedrijf, zoals bijna alle agrarische bedrijven in de gemeente Leeuwarden. De bescherming geldt de boerderij (inclusief delen van het interieur), het stookhok en de dam met toegangshek en de resterende omgrachting. Exterieur: De boerderij is vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken in schoon metselwerk van gemêleerde baksteen,. Het gebouw staat onder een schilddak, dat is gedekt met zwart geglazuurde, Friese gegolfde pannen op het voorste dakschild, gesmoorde holle pannen op het rechter dakschild en gesmoorde Fries gegolfde pannen op het linker en achterste dakschild. De uitkragende dakdelen liggen op gesneden klossen. In het voorste dakschild staat een grote, houten dakkapel met obelisken op de hoeken van de attiek, vleugels met voluten, een gebroken fronton en een decoratieve ijzeren bekroning op een piëdestal. De nokhoeken van de kap zijn verfraaid met uilenborden met zwanenhalzen. De voorgevel van de boerderij is een driedelige lijstgevel met geprofileerde kroonlijst. De gevel heeft een risalerende middenpartij met decoratief metselwerk in de spaarvelden van de hoekpenanten en twee getoogde, met persiennes behangen vensters onder gebogen strek met sluit- en aanzetstenen. Rechts van deze vensters staat een originele voordeur in de vorm van een pseudo-porte brisée met stolpnaald en decoratieve raamijzers onder een geprofileerd kalf en getoogd bovenlicht met sluit- en aanzetstenen in de eveneens gebogen strek. Het bovenste deel van deze gevelpartij wordt verlevendigd door eenvoudige kruismotieven in gele baksteen. De twee vensters in het linker geveldeel zijn recht gesloten en staan met de bovenramen onder een rollaag en een uitgemetselde lijst van gele baksteen. Ook deze vensters zijn voorzien van persiennes. In de rechter gevelpartij bevonden zich oorspronkelijk twee, onder rollaag staande vensters van de ‘molkenkelder’, waar onder meer een karnmolen stond. De vensters zijn dichtgemetseld en ertussen is een dubbele deur in de gevel geplaatst. Daarboven liggen de twee recht gesloten vensters van een slaapinsteek (opkamer). Deze vensters zijn voorzien van een uitgemetselde omlijsting van gele baksteen. De smalle, terug staande buitenste traveeën zijn blind. De schuine randen zijn voorzien van een uitgemetselde deklijst. In het rechter deel van de zuidelijke langsgevel zijn de genoemde stichtingsstenen en enkele niet oorspronkelijke gevelopeningen met dubbele deur geplaatst. De gevel bevat verder een serie getoogde vensters met roedeverdeling in de ijzeren ramen met bogen en lekdorpels van gele steen. De achtergevel heeft een uitgemetseld trasraam en rechts een terugstaande, hoger opgaande ingangstravee met een grote, getoogde deuropening, waarin de oorspronkelijke deeldeuren zijn vervangen door een roldeur. Links in de gevel bevinden zich een aangebouwd privaat onder lessenaardak en een stel recht gesloten, openslaande inrijdeuren. In de gevelpartij tussen de deuren zijn vijf getoogde vensters met ijzeren ramen geplaatst. De noordelijke langsgevel heeft een uitgemetseld trasraam met rollaag en bevat een lange reeks van enkele tientallen getoogde stalvensters met ijzeren ramen tussen gemetselde lekdorpels en gebogen rollagen van gele steen. Interieur: Hoewel de oorspronkelijke woningindeling gewijzigd is, is nog een aantal belangrijke interieuronderdelen bewaard gebleven. In de voorkamer met balkenplafond bevinden zich nog een fraaie bedstedewand en een houten schouw met schoorsteenmantel. Ook in de woonkeuken zijn het balkenplafond, de bedstedewand met kast en een houten schouw bewaard gebleven. In de schuur is de oorspronkelijke indeling veranderd. Wel zijn de oorspronkelijke, in het zicht staande dekbalkgebinten met windschoren en schuin staande stijlen bewaard gebleven. Ook de onder een balkenplafond staande koestal met tussenschotten is nog intact. Overige (kookhuisje/stookhok): Het bij de noordelijke zijgevel van de boerderij staande kookhuisje/stookhok is een rechthoekig gebouwtje van gele baksteen onder een zadeldak met gesmoorde holle pannen en een schoorsteen op de nok. De beide kopgevels bevatten een halfrond ijzeren raam. In de noordelijke langsgevel staan twee eveneens halfronde vensters met ijzeren raam. De zuidelijke langsgevel bevat twee deuren.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Toegangspoort | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Dokkumertrekweg | 61 | – | 8918AA | – | – | – | – |
Pakhuis met puntgevels en zadeldak, midden 19e eeuw. In voor- en achtergevel rechthoekig zoldervenster tussen getoogde vensters.
Pand onder met pannen gedekt wolfdak, eind 18e of begin 19e eeuw. In de gevel aan Oan'e Ie vensters met zes- en negenruitsschuiframen. Driedelig zoldervenster met getoogd kozijn tussen twee rechthoekige vensters.
Pand met verdieping en schilddak, nokrichting loodrecht op het water, bekroond door topschoorstenen. Eerste helft 19e eeuw.