Reeks van vier zeer ruime woningen onder één kap, omstreeks 1935 gebouwd door en naar een ontwerp van het Leeuwarder architectenbureau van G. Kalma en D. Witteveen. Dit bureau ontwierp meer opvallende woonhuizen in het hogere marktsegment aan de belangrijke uitvalswegen van de stad, zoals de Groningerstraatweg en de Harlingerstraatweg. Meteen ten noorden van deze woningreeks staan twee enigszins vergelijkbare woningen onder één kap, maar deze wijken op onderdelen, zoals de balkons en de detaillering, af van Mr. P.J. Troelstraweg 66-72 en ze lijken iets later te zijn gebouwd. Het blok is gebouwd in de voor de bouwtijd karakteristieke trant van het zakelijk Expressionisme. De bescherming geldt het exterieur van het woonblok en de uit de oorspronkelijke bouwtijd gemetselde erfscheidingen. Exterieur: Het woonblok is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond in schone, deels gesinterde rode baksteen. De gevels zijn diep gevoegd (lintvoegen) en bevatten recht gesloten en rondboogvormige gevelopeningen. Het blok staat met twee bouwlagen onder een met gesmoorde Romaanse pannen gedekt wolfsdak met uitkragende wolfeinden, zinken mastgoten, twee schoorstenen op de nok en een brede, lage dakkapel met plat dak uit de bouwtijd. Het blok heeft een bijna symmetrische voorgevel. Alleen de buitenste traveeën verschillen iets van elkaar. In de rechter travee is onder een hoekbalkon een venster met glas-in-loodraam opgenomen. In de linker travee is onder het balkon de voordeur van de rechter woning geplaatst. De entree van de rechter woning bevindt zich in de rechter kopgevel. Het betreft een boven een hardstenen stoepje staande rondboogdeur met een staand, vijfdelig deurlicht en een zijlicht aan weerszijden. Links van de deur en onder een betonnen luifel (onderdeel van de voetplaat van het balkon) ligt een onder een betonnen latei liggend venster met glas-in-lood in het driedelige stalen raam. Boven de deur wordt de gevel geleed door een over de gehele hoogte van de gevel tot onder het overstek van het wolfeind doorgetrokken stalen traplicht met roedeverdeling en glas-in-loodramen. Het venster met glas-in-loodraam in de terug staande rechter travee van de voorgevel staat onder een overstek dat wordt gevormd door het hierboven liggende loggiabalkon. Het balkon is boven de betonnen voetplaat voorzien van een met een betonnen lijst afgedekte balustrade, waarvan het om de hoek gaande, gemetselde deel doorloopt in de voorgevel en het hierop staande hekwerk van smeedijzer is vervaardigd. Het balkon is bereikbaar via een deur in de zijwand en via een op de straat gerichte deur met zijlichten. Links van de terug staande travee met het hoekbalkon zijn in beide bouwlagen twee grote vensters geplaatst. Deze staan tussen penanten die worden geaccentueerd door uitgemetselde (spek)lagen van licht gekleurde kunststeen. De voetplaat van het balkon is over de gehele breedte van de gevel in de vorm van een lijst doorgetrokken naar de linker gevelhoek, waar het eveneens de voetplaat van een hoekbalkon vormt. Vóór de gevel is een brede, gemetselde plantenbak opgetrokken. In het midden van de gevel zijn twee toegangsdeuren in een portiek geplaatst. De portiek is aan weerszijden voor een deel afgesloten door de deels voor de portiekopening doorgemetselde plantenbakken en is voorzien van een uit metselwerk en een hardstenen stoepplaat samengestelde portiekvloer. De rondboogdeuren met staand, vijfdelig deurlicht staan tussen boven- en zijlichten met glas-in-lood. In de zijkanten van de portiek is een venster geplaatst. Tussen de beide deuren is in de portiek een laag scheimuurtje opgetrokken. Boven de portiek bevindt zich een loggia. Deze is voorzien van een uit baksteen en smeedijzer samengestelde balustrade zoals die van de hoekloggia. De transparante achterwand van de loggia is aan weerszijden van een smalle gemetselde penant ingevuld met een tussen zijlichten staande deur. Deze puien worden van elkaar gescheiden door een manshoog bakstenen scheimuurtje. In de zijkanten is eveneens een deur opgenomen. De hoeken van de portiek en de loggia worden ook hier geaccentueerd door licht uitgemetselde blokken van licht gekleurde kunststeen. De gevelpartij links van deze middenpartij is identiek aan die rechts ervan. De invulling van de linker travee verschilt zoals gezegd van die van de rechter. Onder de hoekloggia, die vrijwel hetzelfde is als de andere hoekloggia, bevindt zich hier de entree van de linker woning. De entree is met een stoep van metselwerk en hardsteen, en een tussen boven- en zijlichten met glas-in-lood staande rondboogdeur te vergelijken met de entrees in de centrale portiek. Tegen de linker hoek is een laag muurtje met de gevel verbonden. Geheel links in de linker zijgevel van Mr. P.J. Troelstraweg 72 is op de begane grond een venster geplaatst. Rechts ervan staat een klein licht. In de gevel staat verder een hoog en smal traplicht met stalen ramen, dat de gevel geleed. De achtergevel verkeert deels nog in oorspronkelijke staat. De achterzijde is op de begane grond per woning voorzien van openslaande deuren en een lage uitbouw onder plat dak. Boven de uitbouw van de linker woning (Mr. P.J. Troelstraweg 66), tussen de hoek en een diepe liseen, bevindt zich een ten opzichte van de rest van de travee hoger opgaande travee met een grote gevelopening (traplicht?), waarvan de invulling met ramen en een deur vernieuwd is. De deur komt uit op het platte dak van een uitbouw uit de bouwtijd van de woning. Ook de andere woningen hebben een aanbouw onder plat dak waarop een deur uitkomt. De serres en andere aanbouwen zijn grotendeels van recentere datum en vallen buiten de bescherming. In het dakschild boven de achtergevel zijn enkele dakkapellen onder plat dak opgenomen. De voortuinen staan achter de oorspronkelijke, gemetselde erfscheidingen, die gebogen zijn aan weerszijden van de toegangen naar de woningen en daar worden gemarkeerd door hoger opgaande hekpijlers. Interieur: De oorspronkelijke ruimte-indeling en –afwerking, met onder meer een woonkamer en suite met tussen ingebouwde kasten staande schuifdeuren en overhoeks geplaatste schouwen met marmeren schoorsteenmantel en een trappenhuis met ter bouwlaag een dubbele steektrap met tussenbordes, is in uiteenlopende mate in de vier woningen bewaard gebleven. De indeling en afwerking zijn weliswaar cultuurhistorisch waardevol, maar vallen buiten de bescherming.