Woonhuis, in 1920 gebouwd bij de spoorwegovergang van het Zuiderplein naar de Schrans, aan de noordzijde van de spoorlijn van Leeuwarden naar Groningen. Het vrijstaande houten huis is een geprefabriceerde woning van het type V, product van de Timmerfabriek Padox, Afdeling Houtbouw te Warmond. Het verrees in opdracht van A.C.S. Schweers. Mogelijk hadden de Nederlandse Spoorwegen op enigerlei wijze de hand in de totstandkoming. In elk geval was de eerste bewoner van het huis, ene R. Brunsting, werkzaam als bureaureferent bij de spoorwegen, zoals destijds ook de andere panden aan de oneven kant van de straat door spoorwegmensen bewoond werden. Exterieur: Vrijstaand houten huis, opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond en met één bouwlaag onder een met kruispannen gedekt, uitkragend wolfdak. Het oostelijke dakschild bevat een tegen de nok aanstaande, gemetselde schoorsteen en een oorspronkelijke dakkapel met lessenaardak en twee gekoppelde kruisramen, die het trappenhuis verlichten. De uitkragende dakranden zijn voorzien van windveren. De in gepotdekselde planken opgetrokken gevels staan boven een betonnen plint en worden geleed door staanders en hoekstijlen, die tevens van belang zijn voor de stijfheid van de constructie. Alle gevelopeningen zijn recht gesloten. De op de straat gerichte gevel is een kopgevel met een ongelede, in overstand staande geveltop met staande planken. De gevel is links op de begane grond voorzien van een venster boven een op gesneden consoles staande houten bloembak. De driezijdige erker met schuine zijden er rechts van is rondom eveneens voorzien van een op gesneden consoles staande bloembak. In de uitkragende geveltop is de zolderverdieping voorzien van twee, met luiken behangen staande vensters. Onder het wolfsend met zinken dakgoot is een liggend venster geplaatst. De linker langsgevel is links voorzien van twee keukenvensters met de oorspronkelijke zesruitsramen. Hier rechts van zijn een klein kruisraam, een getralied kelderraam en een overluifelde deur in de gevel opgenomen. Deze oorspronkelijke voordeur met zeshoekig deurlicht staat onder een op gesneden schoren rustend lessenaardakje. De op het spoor gerichte kopgevel is rechts voorzien van een in hout en glas opgetrokken serre met lessenaardak. Links ervan staat een deur tussen twee staande vensters. Ook in deze geveltop is de zolderverdieping voorzien van twee, met luiken behangen staande vensters en een liggend venster onder het wolfsend met zinken dakgoot. De twee vensters in de westelijke langsgevel staan eveneens boven een op gesneden consoles staande bloembak. Interieur: Het vrij sobere inwendige van het huis verkeert voor een belangrijk deel nog in de oorspronkelijke staat. Alle wanden tussen de ruimtes zijn van hout en de deuren zijn paneeldeuren. Naast de voordeur bevindt zich een kelderluik. Een van de tussendeuren is verfraaid door middel van een glas-in-loodraam. In diverse ruimten staan nog de originele, vaste inbouwkasten. In de woonkamer is de schouw voorzien van een marmeren schoorsteenmantel. In de keuken zijn een schouw met profiellijst en betegelde achterwand, alsmede kasten met paneeldeuren bewaard gebleven. De trap naar de zolderverdieping met de slaapvertrekken is voorzien van gebogen leuningen met geprofileerde handlijsten boven en onder een lange trappaal, die in het midden van de trap staat. Onder de trap bevindt zich een wc, waarin de onderkant van de trap een belangrijk deel van de ruimte in beslag neemt. De trapleuning loopt door in een voor het trapgat staande balustrade. Het trapgat van de steektrap naar de vlieringzolder is eveneens voorzien van een balustrade.