Voormalige fietsenfabriek, in 1903 gebouwd aan de toentertijd tot de gemeente Leeuwarderadeel behorende Schrans, de zuidelijke uitvalsweg uit Leeuwarden. De bouw is uitgevoerd naar een ontwerp van de uit Franeker afkomstige architect Nicolaas Adema. Opdrachtgever tot de bouw was de firma Argelo. Rond 1930, toen het pand nog de oorspronkelijke pui bezat, was op de begane grond van het pand een kruidenierswinkel gevestigd. Halverwege de jaren-1930 bood het pand onderdak aan zowel een tandheelkundige kliniek als een hotel-lunchroom-restaurant ‘De Schrans’ en een winkel. De pui had toen inmiddels een modernisering ondergaan. Na de oorlog was de voormalige fabriek onder meer in gebruik bij Broodfabriek Vonk, die hier tevens een winkel had, en het Sport- en Caravancentrum van D. Luxen, die de pui wederom ingrijpend liet verbouwen. De gevel van de voormalige fietsenfabriek is uitgevoerd in de trant van de destijds in zwang zijnde Art Nouveau. De bijzondere tegeltableaus, waarop onder meer verwijzingen naar de oorspronkelijke gebruiker, zijn waarschijnlijk vervaardigd door de Harlinger plateelfabriek van Van Hulst. De bescherming geldt de hoofdmassa en het vooraanzicht (met uitzondering van de verstorende winkelpui). Het vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken fabrieksgebouw staat met twee bouwlagen en een grote zolderverdieping onder een gebroken zadeldak dat met gesmoorde Friese gegolfde pannen is gedekt. Boven de verbouwde winkelpui is de twee traveeën brede, symmetrische gevel opgetrokken in gele en grauwe baksteen, verlevendigd met decoratieve onderdelen in rode baksteen. Op de eerste verdieping, boven een lijst van grauwe baksteen en hardstenen lekdorpels, staan twee brede, getoogd gesloten vensters met zesdelige ramen. De vensters staan onder strekken en tussen banden rode steen, die refereren aan speklagen. Ook de twee smallere, recht gesloten vensters op de zolderverdieping staan tussen dergelijke banden. De neggen van de zoldervensters worden geaccentueerd door rode baksteen. Deze vensters staan onder stompe spitsbogen met sluitsteen. De boogvelden zijn ingevuld met in de stijl van de Art Nouveau geschilderde tegeltableaus. Hierop zijn onder meer een kroon en een gevleugeld wiel afgebeeld. Tussen de vensters in beide bouwlagen zijn decoraties in rode baksteen aangebracht. Beide bouwlagen worden omlijst door een grote, uitgemetselde korfboog. Aan weerszijden daarvan is de geveltop voorzien van uitkragende schouders met decoratieve muurankers en een lijst, waarop een sculptuur van een gevleugeld wiel is geplaatst. De schouders, de schuine gevelranden en de horizontale beëindiging van de gevel zijn voorzien van een lijst van geverfd, steenachtig materiaal. Boven de gevelbeëindiging staat een balustrade met gedraaide balusters. Deze wordt bekroond door een driehoekig, gemetselde fronton met een kleine tuit, alles eveneens van steenachtig materiaal vervaardigd.