Herenhuis, waarschijnlijk in 1853 gebouwd voor de familie Van Welderen Rengers. Het pand heeft een representatieve, in een eclectische stijl opgetrokken voorgevel, die is gericht op het plein. De gevel maakt deel uit van een monumentale straatwand en vormt een ensemble met het buurpand Raadhuisplein 21 (rijksmonument), waarmee het inwendig is verheeld. Het pand Raadhuisplein 23 is inwendig ingrijpend verbouwd, waarbij de oorspronkelijke ruimte-indeling is veranderd en het tevens vrijwel volledig is ontdaan van de originele onderdelen. Het voormalige herenhuis is tegenwoordig in gebruik bij het Centrum voor de Kunsten Parnas. De bescherming is beperkt tot het exterieur. Het pand heeft een vijf traveeën brede, symmetrische voorgevel en staat met drie, in hoogte afnemende bouwlagen onder een met blauw geglazuurde holle pannen gedekt schilddak. De gevel is boven een hardstenen plint en borstwering opgetrokken in schone baksteen en bevat voornamelijk recht gesloten, onder strekken staande gevelopeningen. De vensters staan boven hardstenen lekdorpels en hebben vernieuwde jalouziekasten van hout. De middentravee wordt geaccentueerd door gepleisterde pilasters. De gevel is op de begane grond voorzien van openslaande paneeldeuren (porte brisée/stolpdeur) met geprofileerde stolpnaald en bovenlicht met stermotief in het geometrisch verdeelde raam. Aan weerszijden van de deur staan over de eerste en de tweede bouwlaag doorgetrokken, gepleisterde pilasters met spaarvelden. De pilasters zijn gepaard op de eerste verdieping en worden daar bekroond door fantasiekapiteeltjes. Aan weerszijden van de entree zijn twee vensters met achtruits schuiframen opgenomen. Centraal op de eerste verdieping bevindt zich een gedeeltelijk vernieuwd balkon. Het balkon rust op vier originele, met de pilasters verbonden consoles en is voorzien van de oorspronkelijke gietijzeren balkonhekken. De openslaande balkondeuren staan binnen een geprofileerde omlijsting, alsmede onder een getoogd bovenlicht en een entablement met eierlijst en geprofileerde kroonlijst. De vensters aan weerszijden hiervan bevatten zesruits schuiframen en hebben hardstenen onderdorpels die door middel van een eveneens hardstenen lijst met elkaar zijn verbonden. Het centrale venster op de tweede verdieping is driedelig met een iets minder hoog raam aan weerszijden van het grotere middenraam. Aan de bovenkant is dit venster voorzien van een geprofileerde omlijsting. De vensters bevatten vierruits schuiframen. Aan de hoeken is de verdieping voorzien van krachtige hoekaccenten in de vorm van geprofileerde halfkolommen met kapitelen met gestileerde veren, waarop vierkante vergaarbakken staan. De gevel wordt beëindigd door een houten entablement met gietijzeren roosters en lijsten met decoratieve motieven in reliëf. Voor het huis ligt een hardstenen stoep met zes octogonale stoeppalen met halve bol ter bekroning. De palen zijn met elkaar en met de gevel verbonden door midden van ijzeren stangen. In het gebouw, op de begane grond, bevindt zich nog een ingemetselde stichtingssteen met de tekst: “Willem Carel Gerard van Welderen Rengers. oud 3 jaren, en Maria Christian van Welderen Rengers. Oud 1 jaar hebben aan dit gebouw den eersten steen gelegd op den eersten julij 1853”.