Het met de representatieve voorgevels op de oostelijke stadsgracht georiënteerde schoolcomplex met conciërgewoning is gebouwd in twee fasen. Het oudste deel, met lokalen voor een lagere school (Gemeenteschool no. 11) en de Gemeentelijke Bewaarschool no 5, verrees in 1883. In de oorspronkelijke opzet van de school was de achtklassige lagere school ondergebracht in de nog bestaande rechter vleugel van het huidige gebouw. De bewaarschool huisde in een hiermee verbonden lagere vleugel, waarvan alleen nog de rond 2000 herbouwde zuidelijke kopgevel over is. Dit schoolgebouw is ontworpen door de directeur gemeentewerken J.E.G. Noordendorp. Hij voorzag het van de stilistische kenmerken van de aan het Eclecticisme verwante Neorenaissance. In 1902-’04 werd die school ter linker zijde uitgebreid met een forse vleugel. Deze door Noordendorps opvolger W.C.A. Hofkamp ontworpen uitbreiding heeft andere kenmerken en is in stilistisch opzicht een meer eenvoudige, maar ook eclectische, aan de Vernieuwingsstijl verwante variant van de Neorenaissance. Ook een tegelijkertijd gebouwde, aan de linker zijgevel met deze vleugel verbonden conciërgewoning maakt deel van het onderwijscomplex. Bijzonder aan het oudste deel van het schoolgebouw is het vroege gebruik van bouwmaterialen als kalkzandsteen (voor de gevels) en kunststeen (voor de decoratieve onderdelen). Omdat pas in 1880 octrooi werd verleend op de vervaardiging van kalkzandsteen en de eerste kalkzandsteenfabriek (Oldenzaal) in Nederland dateert van 1898 moet het hier gaan om een van de eerste grootschalige toepassingen van kalkzandsteen. Na een ingrijpende verbouwing is het voormalige schoolgebouw in de herfst van 2001 in gebruik genomen door het friestalige theatergezelschap Tryater. Exterieur: Het oudere, rechter deel van het schoolgebouw uit 1883 - Opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond in baksteen, rode en grijze kalkzandsteen en kunststeen. Twee bouwlagen onder een met pannen gedekt, afgeknot schilddak. Gevels van rode en grijze kalkzandsteen boven een lage plint van hardsteen en een trasraam met een bijzonder blokkenmotief van grijze kalkzandsteen. Door decoratieve elementen, in de vorm van speklagen, uitgemetselde (tand)lijsten, kroonlijst en cordonlijsten verlevendigde gevels. Voorgevel met twee grote, getoogde vensters in beide bouwlagen. Vensters voorzien van samengestelde ramen met hoger middenraam onder een decoratieve segmentboog met sluit- en aanzetstenen. Restanten van sgraffito versieringen in de boogvelden aan weerszijden van het middenraam. Gevelhoeken geaccentueerd door pilasters, op de verdieping voorzien van spaarvelden (spiegels) en ionische voluutkapitelen. Slechts gedeeltelijk in het zicht staande rechter kopgevel, eveneens met speklagen en decoratief uitgemetselde kroonlijst. Rechts van het hiervoor beschreven volume een door middel van een nieuwe ingangspartij ermee verbonden, drie traveeën brede topgevel van de bewaarschool (oorspronkelijk iets zuidelijker staand en in 2000 afgebroken en herbouwd met gebruikmaking van de originele kunststenen elementen). Het betreft een verticaal gelede, symmetrische gevel met trasraam van grijze kalkzandsteen, middenrisaliet met entree, blind rondlicht en een trapgeveltje. Hoeklisenen met uitsparingen en kraagstenen in de hoeken, smeedijzeren sierankers, getoogde gevelopeningen met roedenverdeling in de ramen en segmentbogen met sluit- en aanzetstenen. Gevel boven de decoratieve beëindiging en op de schouders afgedekt met geprofileerde deklijsten van grijze kalkzandsteen. Eveneens van grijze steen vervaardigde ezelsruggen op de trapgevel. Schouders en punt van de gevel bekroond door smeedijzeren decoraties. In elke travee een cartouche met rolwerk en respectievelijk “ANNO”, “GEM. BEWAARSCHOOL No 5” en “1883”. Het linker volume uit 1902 - Twee bouwlagen onder een met gesmoorde holle pannen gedekt, afgeknot schilddak met dakkapellen onder lessenaardak. Gevels opgetrokken in grauwe, rode en gele baksteen, oranje verblendsteen en natuursteen boven een uitgemetselde plint met afgeschuinde, geglazuurde deklijst. Speklagen die de gevel geleden, strekken en vensterbogen eveneens van oranje verblendsteen. Grote vensters voorzien van geglazuurde lekdorpels en originele ramen met roedenverdeling. Boogvelden boven de vensters ingevuld met in gele en rode baksteen uitgevoerd decoratief metselwerk (baksteenmozaïeken). Linker gevelpartij: in beide bouwlagen drie grote vensters voor de klaslokalen, de onderste onder segmentbogen, de bovenste onder strekken. Bovenramen voorzien van een fijne roedenverdeling, aan de onderkant een raamverdeling door middel van stijlen. Stalen lateien en geglazuurde rand tussen de boogvelden en de strekken en bogen. Gevelbeëindiging in de vorm van decoratief metselwerk van gekleurde verblendsteen en gesneden klossen onder de dakgoot. Rechter gevelpartij van het linker volume: hoger opgaande, risalerende rechter gevelpartij in de vorm van een symmetrisch ingedeelde tuitgevel. Ook hier speklagen en bogen van gekleurde baksteen, alsmede boogtrommels met een kleurige, decoratieve invulling. Lateien van natuursteen tussen de ramen en de boogvelden. Bovenste geveldeel uitgemetseld met grote driepasboog, aanzet- en kraagstenen van natuursteen, uitkragende schouders, een rond toplicht, decoratieve muurankers, deklijst en tuit. Tussen de driepasboog en de rondbogen van de verdiepingsvensters een hardstenen cartouche met rolwerk en de vermelding “GEMEENTESCHOOL No 11”. Achter de geveltop een met pannen gedekt zadeldak. Blinde linker zijgevel, verbonden met de aangebouwde dienstwoning. Interieur: Het inwendige van de school is ingrijpend gewijzigd. Alleen delen van de oorspronkelijke binnenmuren, voornamelijk de middengang, met segment- en rondbogen boven uitkragende aanzetstukken, alsmede het blokwerk met schijnvoegen rondom deze bogen is in het interieur van het schoolgebouw nog van belang. Conciërgewoning: In schone baksteen en verblendsteen opgetrokken dienstwoning van één bouwlaag onder met geglazuurde, rode kruispannen gedekte zadeldaken met T-vormige noklijn, dakgoten op gesneden klosjes en dakkapelletjes met lessenaardak. Gevels boven uitgemetseld trasraam met geglazuurde bovenrand en verlevendigd met onderdelen van natuursteen, geglazuurde steen en kleurige verblendsteen. Tweedelige, drie traveeën brede voorgevel met links een symmetrisch ingedeelde, twee traveeën brede tuitgevel met op de begane grond twee vensters met roedenverdeling in de bovenramen en op de zolderverdieping een kleiner venster met stijlen in het bovenraam. Vensters op de begane grond tussen geglazuurde lekdorpels en rondbogen met sluitstenen en boogvelden met baksteenmozaïeken. Zoldervenster tussen geglazuurde lekdorpel en latei onder een segmentboog en een decoratieve invulling van de boogtrommel. Gevelbeëindiging in de vorm van een tuit met een overhoekse toppenant. Geveltop met hardstenen kraagstenen en een deklijst van geglazuurde steen boven de schouders. Rechter ingangstravee met horizontale beëindiging. Deur met staande deurlichten onder bovenlicht met roedenverdeling en een kleinere versie van de rondbogen boven de vensters links van de deur. In linker zijgevel twee vensters, gelijk aan die op de begane grond in de voorgevel.