Het Vliet heeft door de eeuwen heen altijd een belangrijke functie gehad voor (pré)industriële, handels- en opslagactiviteiten. Voor veel Leeuwarder kooplieden was het Vliet een geschikte plaats om pakhuizen te bouwen. De vervoersmogelijkheden over water waren van groot belang, er was nog ruimte om te bouwen en de grond kostte beduidend minder dan in de binnenstad. Nadat het Vliet in 1969 was gedempt, verloren de meeste pakhuizen hun oorspronkelijke functie en een deel ervan werd afgebroken. Aan het meest westelijke gedeelte van het Vliet, het gedeelte dicht bij de historische stad, bleven de meeste pakhuizen overeind staan en werden ze herbestemd. Het omstreeks 1880 gebouwde pakhuis Noordvliet 19 kreeg ook een nieuwe bestemming en heeft tegenwoordig een kantoorfunctie. Rond 1900 stond het bekend als pakhuis ‘Zeevaart’. Het heeft niet alleen gediend als pakhuis, want er werden hier ook zogenaamde “suikerbroden” gemaakt, niet te verwarren met “sûkerbôle”. Later werd het onder meer een kantoor voor een van de gemeentelijke diensten. De voorgevel van het voormalige pakhuis is opgetrokken in een sobere, traditionalistische stijl. Wat de herkomst is van het boven de deur geschilderde jaartal 1759, is onduidelijk. Het kan niet het bouwjaar zijn van de veel jongere gevel van het pakhuis. Omdat het voormalige pakhuis inwendige ingrijpend is verbouwd beperkt de bescherming zich tot het exterieur. Het voormalige pakhuis heeft twee volle bouwlagen en een zadeldak, gedekt met ongeglazuurde, oranje holle pannen, tussen topgevels. De symmetrisch ingedeelde en drie traveeën brede voorgevel is opgetrokken in schone baksteen en bevat gebogen, voornamelijk boven rollagen staande gevelopeningen. De begane grond en de eerste verdieping hebben een met elkaar vergelijkbare indeling met in het midden een rondboogvormige opening met openslaande deuren voor het laden en lossen van goederen. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een getoogde gevelopening, waarvan die op de verdieping dienen als venster en die op de begane als deuropening (links) en als venster. De invulling van de gevelopeningen is vernieuwd. De zolderverdieping bevat in de middenas een kleinere rondboogvormige gevelopening, eveneens behangen met openslaande laad- en losdeuren. De rand van de geveltop is uitgemetseld en voorzien van smalle schouders en een geprofileerde deklijst. De gevel wordt bekroond door een kleine tuit met een uitkragende deklijst. De achtergevel is een eenvoudige, in voornamelijk gele steen opgetrokken puntgevel, waarvan alleen de boven een aanbouw staande verdieping en de geveltop zichtbaar zijn. De verdieping bevat twee recht gesloten vensters. In de geveltop zijn twee kleinere, eveneens recht gesloten vensters opgenomen. De rechter zijgevel is blind en ook voornamelijk opgetrokken in gele steen.