Op de westelijke hoek van de Nieuweburen met de Breedstraat staat dit omstreeks 1870 gebouwde woonpand. Het meest karakteristiek van het pand is de ronde hoek, die in deze periode regelmatig werd toegepast in de Leeuwarder binnenstad. De gemeente bevorderde dit (ook door subsidie) om in een tijdvak van toenemend verkeer het zicht op kruispunten en de toegang tot smalle straatjes te verbeteren. In 1901 is het huis verbouwd naar een ontwerp van de Leeuwarder architect W.C. de Groot (Leeuwarder Courant, aanbestedingsadvertentie 22 juli 1901). Het pand werd toen op de begane grond voorzien van een winkelpui. Het vrij sober vormgegeven oorspronkelijke pand heeft overwegend neoclassicistische kenmerken. De vroeg 20e-eeuwse winkelpui kent een detaillering en materiaalgebruik die karakteristiek zijn voor de aan de Art Nouveau verwante architectuur van rond de eeuwwisseling. In de jaren-1920 was op dit adres (ook) de vetsmelterij van Reinder Jellema gevestigd, later onder meer een antiekhandel. De bescherming van het pand is beperkt tot het exterieur. Het hoekpand is boven een kunststenen plint opgetrokken in verblendsteen, geglazuurde baksteen en ijzer voor de winkelpui en in schone baksteen voor de rest van het pand. Het hoekpand heeft een lange gevel aan de Breedstraat en een korte gevel aan de Nieuweburen. Het pand heeft een ronde hoek en staat met twee bouwlagen onder een gesegmenteerd schilddak, dat is gedekt met zwart geglazuurde holle pannen. De oudere geveldelen bevatten getoogde, onder strekken staande gevelopeningen, die in de winkelpui zijn recht gesloten. De gevel aan de Breedstraat is op de begane grond voorzien van vijf getoogde vensters met originele zesruits schuiframen, een deur onder een gedeeld, eveneens getoogd bovenlicht en (geheel rechts) een etalageraam, dat deel uitmaakt van de winkelpui. Op de verdieping bevinden zich acht vensters, waarvan vier blind zijn. Van de overige zijn twee ingevuld met ramen als die op de begane grond. De andere twee bevatten T-ramen. De twee boven elkaar staande vensters in het midden van de gevel zijn smaller dan de andere. De basis van de vrijwel symmetrisch in de afgeronde hoek staande winkelpui wordt gevormd door lage borstweringen met een afzaat van groen geglazuurde steen, zware penanten met geprofileerde neggen, koppen en speklagen van groen geglazuurde steen. De centrale ingangspartij en de etalagevensters aan weerszijden staan onder ijzeren lateien, waarboven een met zink afgedekte profiellijst van eveneens groen geglazuurde baksteen ligt. De toegangsdeur in de winkelpui is een paneel-glasdeur tussen zijlichten en onder bovenlichten. Het brede bovenlicht is vervaardigd van gebogen glas. Het verdiepingsraam met zesruits schuifraam boven de entree is, evenals de twee verdiepingsvensters er rechts van, vergelijkbaar met de vensters in de gevel aan de Breedstraat. De begane grond van de gevel aan de Nieuweburen maakt deel uit van de winkelpui met geheel rechts een tussen een hardstenen stoepje en een bovenlicht staande paneeldeur voor de entree naar de woonverdieping.