Harlingerstraatweg 9
Inleiding
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
De Harlingerstraatweg is de oude uitvalsweg naar Franeker en Harlingen. De straat ontwikkelde zich vanaf de late negentiende eeuw tot een woongebied voor de gegoede burgerij in de vorm van lintbebouwing. Grote, vrijstaande woonhuizen met ruime, diepe tuinen bepalen er het beeld, afgewisseld door enkele dubbele of driedubbele woningen. Het merendeel van de woningen dateert uit de periode van het Interbellum, de jaren tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, maar er zijn ook een paar panden uit de vroegste periode behouden gebleven. Het vrijstaande woonhuis met aangebouwde garage Harlingerstraatweg 17 is in 1928-'29 gebouwd voor de “aanbesteder” G. Jensma. Jensma, “grossier in suikerwerken” en ten tijde van de bouw woonachtig aan de Eewal 43, bestemde het huis voor zichzelf. De Leeuwarder architect Piet de Vries, die met zijn bureau was gevestigd aan het Ruiterskwartier, maakte het ontwerp. Daaraan legde hij blijkens de bewaard gebleven blauwdruk in “september 1928” de laatste hand, alvorens op 8 september 1928 de bouwvergunning aan te vragen. B&W gaven de vergunning af op 20 september 1928. De Leeuwarder fotograaf H.A. Rollema maakte in 1929, kort na de oplevering, een foto van het woonhuis, waarop het in volle glorie is te zien. Voor de toentertijd in Breda wonende eigenaar A.M.C. Lindner is het huis in 1937 verbouwd naar een plan van A. Witteveen (bouwtekening 12 april 1937). Het huis is toen vermoedelijk vergroot met een praktijkruimte, want ook in 1952 vond er nog een verbouwing plaats, waarbij een bestaande praktijkruimte uitgebreid werd in opdracht van dr. J. Iwema. G.A. Heldoorn uit Leeuwarden maakte het plan, B&W verleenden op 26 september 1952 de vergunning. Behalve dat het vloeroppervlak van het huis werd vergroot door uitbreidingen, heeft het uiterlijk onder meer aanpassingen ondergaan door toevoeging van kajuiten: oorspronkelijk droeg alleen het zuidelijke achterschild een eenvoudige, rechthoekige, tweelichts dakkajuit. Het uitwendig en inpandig in vrij authentieke staat bewaard gebleven huis is gebouwd in de voor de bouwtijd karakteristieke trant van het zakelijk Expressionisme. De bescherming geldt het exterieur van het oorspronkelijke woonhuis met garage, inclusief de gemetselde penanten die de inrit aan de straat accentueren, en van het interieur de indeling en afwerking van de begane grond en het trappenhuis. De jongere uitbreidingen vallen buiten de bescherming. Exterieur: Woonhuis, opgetrokken vanuit een L-vormige plattegrond met een min of meer blokvormig hoofdvolume, van twee bouwlagen op een kelder en onder een uitkragend, met gesmoorde holle pannen gedekt schilddak, nagenoeg in de vorm van een tentdak. Een lager met het huis verbonden volume met garage en bijkeuken staat onder een plat dak. De gevels zijn opgetrokken in schone, diep gevoegde, gemêleerde roodbruine baksteen en bevatten voornamelijk recht gesloten gevelopeningen. De asymmetrische voorgevel is links in beide bouwlagen voorzien van een om de hoek gaand venster met brede hoekstijl in het tweedelige raam. Rechts op de begane grond bevindt zich een erker met een breed venster met driedelig raam aan de voorzijde en een staand venster met enkel raam in beide zijden. De erker draagt een volwandige balkonbalustrade met een uitkragende houten deklijst op klampen. Tussen de balustrade en de erker ligt een uitkragende, over de zijkanten doorgetrokken betonnen lijst, die tevens als latei fungeert. Het balkon is te bereiken via een deur met zijlichten. In het dakschild boven deze gevel staat een overhoekse dakkapel onder plat dak (niet oorspronkelijk). De linker (oostelijke) zijgevel bevat de entree. Deze bevindt zich in een niet over de gehele hoogte van de gevel doorgetrokken risaliet met een smalle krimp. De boven een hardstenen stoepje staande deur is een expressionistisch vormgegeven deur met deurlichten, waarvan de grootste beweegbaar is en achter tralies staat. De deur staat tussen om de hoek gaande portaallichten met glas-in-lood ramen en houten hoekstijlen. Rechts van de deur is een hardstenen brievenbus in de gevel opgenomen. Boven de deur ligt een uitkragende betonnen latei. Het uitgemetselde veld daarboven wordt beëindigd door een betonnen deklijst. Op de begane grond is links van de entree een liggend venster met tweedelig raam en betonnen onderdorpel geplaatst. Op de verdieping boven de entree staat een tweedelig traplicht, dat is ingevuld met kleurrijk glas-in-lood. De met het traplicht verbonden, tweedelige, liggende zijlichten zijn eveneens voorzien van glas-in-lood ramen. Het lagere linker deel van de zijgevel maakt deel uit van de bijkeuken, die is verbonden met de garage. In de gevel van de bijkeuken is in recentere tijd een venster met samengesteld raam geplaatst. Deze staat onder een betonnen latei, die als luifel is doorgetrokken over de voorgevel van de garage. Deze bevat een stel openslaande deuren met staande, vierdelige deurlichten. De gevels van de bijkeuken en de garage worden afgedekt door een betonnen deklijst. De achterzijde van het huis is links op de begane grond voorzien van een stel openslaande deuren met zijlichten en met glas-in-lood ingevulde bovenlichten. Links op de verdieping staat een breed venster met driedelig raam. De rechts ervan geplaatste dubbele deur komt uit op het dak van de garage/bijkeuken. De dakkapel in het hierboven liggende dakschild is toegevoegd. De dwars op de achtergevel van het hoofdvolume staande oostgevel van de bijkeuken is voorzien van een rondbogige deur met klein deurlicht. Links van de deur staat een venster met tweedelig raam, rechts van de deur is een kleiner venster met enkel raam in de gevel opgenomen. Pal naast de deur is tevens een gemetselde plantenbak met betonnen deklijst met de gevel verheeld. De hoek van de bijkeuken wordt gemarkeerd door een zeer hoge schoorsteen. Tegen de achtergevel van de bijkeuken staat een tweede, eveneens uitgemetselde plantenbak. Het aan de achterzijde met de garage/bijkeuken verbonden volume met plat dak is een latere toevoeging en valt buiten de bescherming. De rechter (westelijke) zijgevel is links op de begane grond voorzien van een tweetal vensters onder de vanuit de voorgevel doorgetrokken latei. Rechts op de begane grond bevindt zich een ondiepe uitbouw (erker) met in de westzijde drie liggende glas-in-loodramen onder een betonnen luifeldak. De smalle zijkanten bevatten een smal venster. De verdieping bevat links een venster dat staat boven de vanuit de voorgevel doorgetrokken houten deklijst van de balkonbalustrade. Rechts zijn op de verdieping twee smalle vensters in de gevel opgenomen. In het dakschild hierboven staan een hoge schoorsteen en een toegevoegde dakkapel. De gemetselde muurdelen aan de straatzijde, die de inrit flankeren, maken deel uit van de oorspronkelijke erfscheiding en vallen eveneens onder de bescherming. Ze bestaan uit forse, deels holle hoekpenanten van roodbruine baksteen met een afdekking van gewassen grindbeton. Deze betonplaat heeft een langgerekte opening aan de bovenzijde waardoor de penanten tevens als bloembak fungeren. Interieur: In algemene termen kan worden gesteld dat op de eerste bouwlaag (begane grond) de indeling en afwerking van het huis in hoge mate oorspronkelijk zijn gebleven. Overal is het houten lijstwerk rondom de gevel- en de wandopeningen geprofileerd. Hier en daar is zelfs het oorspronkelijke sluitwerk bewaard gebleven. Ook de binnen geprofileerde kozijnen staande deuren, waarvan een aantal is verlevendigd met smalle glas-in-loodstroken, zijn overwegend origineel. Achter de vestibule ligt een gang met een lange wand met houten lambrisering, waarin tevens de deuren met glas-in-lood stroken van de kamer en suite zijn geplaatst. Aan de andere kant van de gang bevindt zich onder meer de opgang met de trap naar de verdieping. De kamer en suite wordt doorsneden door een houten lijst en is voorzien van parketvloer, balkenplafonds, schuifdeuren met roedeverdeling in de deurramen en in beide kamers aan de ene kant van de schuifdeuren een ingebouwde kast met paneeldeur en aan de andere kant een overhoekse staande, marmeren schoorsteenmantel. De trap naar de verdieping is een scheluwe trap met tussenbordes, waaronder zich de kast van de vestibule bevindt. De trapwand is voorzien van een paneellambrisering en aan de andere kant van de trap loopt een houten leuning met hoge trappaal. De zolder is te bereiken door middel van een rechte steektrap.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Tuinmuur | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Los object | Voorwerpen op pleinen en dergelijke | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Harlingerstraatweg | 17 | – | 8913AB | – | – | – | – |
Inleiding
Inleiding
DUBBELE VILLA Pelikaanstraat 25-27 deel uitmakend van het COMPLEX Pelikaanstraat 17 en 23, 25 en 27, 29 en 31, in 1930 in Interbellum Architectuur ontworpen door D. Kalma en G.