Het waarschijnlijk in het laatste kwart van de 19e eeuw gebouwde pakhuis had oorspronkelijk de functie van opslagplaats voor koffie en thee. De opdrachtgever voor de bouw was waarschijnlijk R.H. Dijkstra, een handelaar in thee en koffie, die ook eigenaar was van het monumentale belendende pakhuis Eewal 86. In 2005-'06 is het casco van het pakhuis hersteld en het pand verbouwd tot woning (onder architectuur van Bauke Tuinstra). De in een sobere, maar voor de bouwtijd karakteristieke trant gebouwde voorgevel van het pakhuis maakt deel uit van een gesloten gevelwand. Exterieur: Het pakhuis is opgetrokken vanuit een gedeeltelijk, aan de Eewal, gerend grondvlak. Het pand is drie bouwlagen hoog en staat onder een met holle pannen bedekt zadeldak. De vrijwel symmetrische, op de straat gerichte gevel is een drie traveeën brede topgevel. Op de onderste bouwlaag is de gevel ingrijpend gewijzigd, eerst door het middelste en linkertravee grotendeels uit te breken, en in 2005-’06 door een gevelbekleding en een toegangshek van roodbruin gecoat staal aan te brengen. De gevel is boven de begane grond opgetrokken in schone, grauwe baksteen met op beide verdiepingen drie rondboogvormige gevelopeningen, waarvan de bogen zijn vervaardigd van met de rest van de gevel contrasterende, gele steen. De grotere middelste gevelopeningen bevatten oorspronkelijk de laad- en losdeuren. Deze openingen zijn naast de onderste hoeken en bij de boogaanzetten voorzien van hoekstenen van grijze hardsteen. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een venster met hardstenen lekdorpel en een gietijzeren raam met roedenverdeling. De ronde sluitingen boven de vensters zijn gemetseld in een gele steen. In de top van de gevel is een cirkelvormig venster opgenomen, dat eveneens wordt omlijst door gele steen. De geveltop is voorzien van schouders met hardstenen dekplaten en uitgemetselde rollagen. De gevel wordt bekroond door een vernieuwde, uitgemetselde tuit. Van de achtergevel staat slechts een deel in het zicht. Deze gevel had oorspronkelijk in de bouwlagen boven de begane grond een gevelindeling die vergelijkbaar was met die van de voorgevel. Eén van de middelste, tussen twee rondboogvensters staande rondbogen is echter vervangen door een recht gesloten gevelopening met dubbele deur. De tweede verdieping bevat nog de drie oorspronkelijke, rondboogvormige gevelopeningen en in de geveltop is een rond venster geplaatst. De vernieuwde, uitgemetselde tuit op profielbaksteen is voorzien van een hardstenen dekplaat. Tegen de gevel is van tweede bouwlaag naar het dakterras op de eerste bouwlaag een gegalvaniseerde trap aangebracht. De bekleding van de voorgevel (begane grond) en de trap tegen de achtergevel vallen buiten de bescherming. Interieur: Inwendig is het pand ingrijpend gewijzigd. Van belang op de tweede, acht en een halve spantvak diepe verdieping zijn nog de houten boogspanten (schenkelspanten), die aan de onderzijde zijn voorzien van kraalrandjes en waarvan de gebogen spantbenen met elkaar zijn verbonden door horizontale spantbalken. Achter de gebogen spantbenen staan evenwijdig aan het dak geplaatste rechte spantbenen, die door middel van korte, schuin geplaatste verbindingen met de gebogen spantbenen zijn verbonden. De oorspronkelijke laad- en losdeuren aan de voorgevel zijn hier aan de binnenzijde van de buitenmuur bevestigd.