De iets ten noordoosten van het dorp Lekkum, aan de rand van de Bullepolder gelegen kop-hals-rompboerderij Eeburgh Zathe is in 1871 gebouwd in opdracht van de familie Hettinga Tromp. De familie woonde zelf op de buitenplaats Eeburgh bij Lekkum. De boerderij is van oorsprong een veeteeltbedrijf, zoals bijna alle agrarische bedrijven binnen de gemeentegrenzen van Leeuwarden. Hoewel het gaat om een boerderij van een traditioneel type heeft de bouwstijl van het woongedeelte de kenmerken van het destijds in zwang zijnde Eclecticisme. In het interieur van het woongedeelte zijn enkele onderdelen in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Het inwendige van de schuur is, met behoud van de gebinten, sterk gewijzigd. De boerderij heeft tegenwoordig (anno 2010) een gecombineerde woon- en bedrijfsbestemming. Exterieur: De boerderij heeft de bij het type gebruikelijke samenstelling van een woonhuis, een korte hals en een grote veeschuur met hooitas. Het boven een melkkelder staande, op het zuiden (!) gerichte voorhuis is opgetrokken in roodbruine baksteen en is voorzien van decoratieve elementen in reliëf. Deze sierelementen zijn uitgevoerd in gele baksteen. Het woongedeelte heeft een enkele, hoge woonlaag en staat onder een zadeldak met op de nokhoeken geplaatste schoorstenen met vonkvangers. De voorste schoorsteen is vernieuwd, de andere gerestaureerd. Aan beide zijden van het dak liggen bakgoten op geprofileerde klosjes. De dakschilden zijn gedekt met geglazuurde, platte Friese pannen met keperwel. De op de weg gerichte voorgevel heeft een symmetrische indeling en is van het type puntgevel. Op de geveltop staat een schoorsteen, die tevens als tuit fungeert. De gevel wordt geleed door een dunne cordonlijst van uitgemetselde gele steen en bevat getoogde vensters. De hoeken van de gevel worden geaccentueerd door penanten die aan de bovenzijde zijn uitgemetseld. De twee keldervensters met gedeelde ramen staan onder getoogde rollagen (ontlastingsbogen) van gele en rode steen. De hoge vensters van de opkamer daarboven bevatten zesruits schuiframen en staan onder uitgemetselde segmentbogen van gele steen. De geveltop is voorzien van een decoratieve, uitgemetselde lijst van gele steen. Hoog in de geveltop is in een blind venster een grote stichtingssteen van hardsteen met “EEBURG-ZATHE 1871” opgenomen. Aan weerszijden hiervan staat een klein zesruits venster. Ook hier staan de vensters en de stichtingssteen onder uitgemetselde, getoogde rollagen (ontlastingsbogen). De gevelopeningen in de westelijke zijgevel zijn te vergelijken met die in de voorgevel. In de zijgevel zijn eveneens twee keldervensters opgenomen. Van de twee opkamervensters daarboven is het linker blind en het rechter voorzien van een zesruits schuifraam. Geheel links in de gevel bevindt zich de ‘lijkdeur’. Boven in het teruggemetselde veld boven deze recht gesloten deur ligt een klein getoogd venster met een gietijzeren levensboom en een uitgemetselde omlijsting van gele steen. De gevel wordt beëindigd door een keperlijst van uitgemetselde gele steen. In de korte, lage hals links van deze gevelpartij staat een paneeldeur met smeedijzeren raamroosters en een getoogd bovenlicht met levensboom. Ook dit bovenlicht heeft een uitgemetselde omlijsting van gele steen. De vensters van de woning in de oostgevel, twee keldervensters en twee opkamervensters, zijn te vergelijken met die in de andere gevels. Ook deze zijgevel wordt beëindigd door een keperlijst van uitgemetselde gele steen. De gevels van de onder een schilddak staande schuur zijn ook opgemetseld in bruine baksteen. De dakschilden waren oorspronkelijk gedekt met riet boven enkele lagen gesmoorde, platte Friese pannen. Over het riet zijn golfplaten gelegd. Aan de nokhoeken van de kap bevinden zich vernieuwde uilenborden met zwaanmotief. Rechts in de op de straat gerichte voorgevel bevinden zich vier getoogde vensters onder een rollaag en een uitgemetselde lijst van gele steen. De oorspronkelijke deeldeuren hier links van zijn vervangen door een roldeur. De westelijke zijgevel bevat enkele getoogde vensters met ijzeren ramen, een getoogde dubbele deur en een eveneens getoogde, tussen dito zijlichten staande deur met een verdeling in een boven- en onderdeur. Links tegen de achtergevel staat een gemetseld privaat onder lessenaardak. Rechts daarvan bevindt zich een deuropening met gewijzigde deur. In de resterende brede gevelpartij is een reeks van zes getoogde vensters met ijzeren ramen en gemetselde lekdorpels opgenomen. In de oostgevel staat een lange reeks van identieke vensters. Links in deze gevel, ter hoogte van het tussenlid, zijn drie niet-oorspronkelijke, getoogde gevelopeningen in de gevel gezet. Interieur: Onder het voor een deel gewijzigde voorhuis is de oorspronkelijke melkkelder (molkenkelder) nog aanwezig. De kelder heeft een tegelvloer en gemetselde schragen. De oorspronkelijke, eveneens gemetselde trap van gele baksteen bestaat uit drie kwartronde treden, die nergens meer naar toe leiden. In de opkamer zijn een schoorsteenmantel en een deel van de houten bedstedewand bewaard gebleven. Ook enkele paneeldeuren maakten deel uit van het oorspronkelijke interieur. De opkamer en de hals zijn met een brede trap met elkaar verbonden. De inrichting van de schuur is ten behoeve van de nieuwe bedrijfsfunctie geheel verdwenen, maar de gebinten en de kapconstructie zijn intact gelaten.