Brédyk 50, Wytgaard
- Monumenttype:
-
Gemeentelijk monument
- Monumentnummer:
-
1007370000
- Monumentnaam:
- Brédyk 50
- Plaats:
- Wytgaard
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Beschrijving
Stelpboerderij, gesitueerd aan de noordelijke rand van Wytgaard en gebouwd in 1937 in opdracht van G.F. Bieruma Oosting. In 1933 kocht J. Scheenstra, afkomstig uit Wolvega, het huis met blokschuur aan de Buorren 2 te Wytgaard. Van de grootgrondbezitter G.F. Bieruma Oosting te Oranjewoud kon hij daar een aantrekkelijke oppervlakte eersteklas weidegrond pachten. Oosting had vertrouwen in Scheenstra en was van plan zijn losse weidegronden te bestemmen tot volwaardig boerenbedrijf. In opdracht van Bieruma Oosting werd daarom in 1937 een nieuwe stelphoeve aan de Brédyk 50 geheel volgens de toenmalige inzichten voor een modern veehouderijbedrijf gesticht. Scheenstra verkocht zijn bedrijfje Buorren 2 en boerde vervolgens op het nieuwe bedrijf. Later heeft de familie Scheenstra het bedrijf in eigendom kunnen verwerven. Aan het eind van de jaren-1970 is de boerderij inwendig ingrijpend verbouwd, waarbij zowel in de schuur als in het woongedeelte de meeste oorspronkelijke onderdelen verloren zijn gegaan. De in 1990 gerestaureerde boerderij is gebouwd in een voor de bouwtijd karakteristieke trant met behoud van het karakter van een stelp. Vergelijkbare voorbeelden van dit type stelpboerderij zijn te vinden in ontginningsgebieden in Friesland die gedurende de crisisjaren van de jaren dertig van de twintigste eeuw door ontginningsmaatschappijen in cultuur zijn gebracht. De boerderij is onttrokken aan haar agrarische functie. Van het oorspronkelijke achtererf is aan het begin van de eenentwintigste eeuw een deel onttrokken ten behoeve van woningbouw. De bescherming geldt het casco (exterieur en constructie). De stelpboerderij is vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken in gemêleerde rode baksteen en gele baksteen. De boerderij staat onder een schilddak, waarvan het voorste deel met het voorhuis is gedekt met verbeterde holle pannen: het bedrijfsgedeelte is boven de zinken mastgoten en enkele pannenrijen gedekt met riet. De dakschilden boven de voor- en de achtergevel hangen minder ver af dan de zijschilden. Het voorste dakschild wordt bekroond door een schoorsteen. De gevels hebben een trasraam van deels gesinterde, rode strengperssteen en bevatten voornamelijk recht gesloten gevelopeningen. De voorgevel is asymmetrisch ingedeeld met in het midden een breed onder een rollaag staand venster met roedeverdeling in het samengestelde raam met houten penanten tussen de raamdelen. Links van dit venster staat een klein, smal venster. Links daarvan bevindt zich een venster met roedeverdeling in het driedelige raam. Het kleine en het grotere venster zijn door middel van een segmentboogvormige ontlastingsboog met elkaar verbonden. Rechts van het centrale venster zijn een boven een rollaag staande opgeklampte deur en een venster met tweedelig raam en roedeverdeling in de gevel opgenomen. De plint is bij dit laatste venster door middel van een veld van enkele lagen rode steen met het venster verbonden. De deur en het venster zijn eveneens door middel van een segmentboogvormige ontlastingsboog met elkaar verbonden. De dakgoot boven deze gevel wordt onderbroken door een brede, houten dakkapel met plat dak en een driedelig raam met een roedeverdeling en houten penanten tussen de raamdelen. In dit samengestelde raam staat een smal raam staat tussen twee bredere ramen. De schuine geveldelen tussen de dakgoten van de voorgevel en die van de zijgevels zijn voorzien van vlechtingen. Iets links van het midden is in de plint een rollaag zichtbaar, waaronder zich een laag kelderlicht bevindt. Aan de gevel is een reeks muurankers met schieter bevestigd. De linker (zuidelijke) zijgevel is rechts voorzien van een venster, identiek aan het linker venster in de voorgevel. Links daarvan is een recht gesloten, onder een latei staande portiek in de gevel opgenomen. Sporen in het metselwerk tonen aan dat de portiekopening oorspronkelijk breder was. Links van de portiek bevindt zich een deur met een smal zijlicht onder een gemeenschappelijke latei. Daarnaast staan twee kleine vensters met ijzeren raam tussen een lekdorpel van rode baksteen en een latei. Links daarvan markeert een krimp het achterste deel van het bedrijfsgedeelte. In dit deel van de gevel staan twee vensters met ijzeren raam, zoals de hiervoor genoemde. Bij de linker hoek bevindt zich nog een klein rond venster met ijzeren roosraam, dat behoort bij het in de schuur ingebouwde privaat. De achtergevel bestaat uit een terug staand en hoger opgaand rechter deel met de deeldeuren, en een breder deel er links van. De door een roldeur vervangen oorspronkelijke deeldeuren staan in een brede gevelopening met de vorm van een korfboog. De hoeken van de gevelopening zijn versterkt met hoekblokken van beton. Het brede rechter deel van de gevel bevat een drietal stalvensters met ijzeren raam zoals die in de zijgevels, alsmede een opgeklampte deur met zijlicht. In het dakschild hierboven staat een daklicht in een uitsparing in het riet. Het dakschild wordt beëindigd door een gesloten uilebord. De zuidelijke langsgevel is ingevuld met een twaalftal stalramen zoals die ook in de achtergevel en de andere zijgevel staan. Ook in het dakschild hierboven staan daklichten in uitsparingen in het riet. In het inwendige van de schuur staat de oorspronkelijke kapconstructie van dekbalkgebinten in het zicht.
Specificaties
Eigenschappen
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Stelpboerderij | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Brédyk | 50 | – | 9089BV | – | – | – | – |