Bollemanssteeg 8, Leeuwarden

Monumenttype:
Gemeentelijk monument
Monumentnummer:
1007369300
Monumentnaam:
Bollemanssteeg 8
Plaats:
Leeuwarden

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Beschrijving

Oorspronkelijke ‘camer’-woning uit omstreeks 1600. In 1580 legde de stad beslag op alle kerk- en kloostergoederen, ook de grond en gebouwen van het Sint-Annaconvent of Grauwe Bagijnenklooster aan de noordzijde van de Bagijnestraat. De nieuwe eigendomsverhoudingen maakten het mogelijk om in de eerste helft van de jaren-1580 een begin te maken met een nieuwe noord-zuid verbinding door het stadsgebied tussen het Oldehoofsterkerkhof en de Beijerstraat: over het kloosterterrein werd de Bollemanssteeg gerooid die de Grote Kerkstraat met de Bagijnestraat verbond. Het preciese jaar van aanleg is onzeker. Eekhoff (1845) houdt 1582 aan, zonder aan te geven waarop hij zich baseert. Er is in elk geval in 1586 voor het eerst sprake van een “begoste [red: begonnen] nieuwe straet van de Grote Kerckstraet na de Bagynestraete”. Er wordt wel verondersteld dat het zuidelijke deel van de nieuwe straat al bestond als toegang tot de kloosterhof vanaf de Bagijnestraat. Op de oostelijke hoek van deze toegang stond een groot kloostergebouw, de westelijke belending van het nu nog bestaande Patershuis, en die beide ruimtelijke elementen hebben dan het geknikte zuidelijke verloop van de straat mede bepaald. Het karakter van een nieuwe verbinding die een ‘inbreuk’ vormde in een bestaande stedelijke structuur, is nog afleesbaar aan de bebouwing die er staat. Waar een nieuwe stadsuitleg in principe gelegenheid bood om diepe kavels uit te geven, moest aan de Bollemanssteeg, en enkele jaren later ook in het verlengde ervan aan de Nieuwesteeg, als het ware in de breedte worden gebouwd. Immers, achter de panden lagen de diepe percelen van de panden aan de hoofdstraten, in dit geval de Grote Kerkstraat en de Bagijnestraat. Zulke nieuwe straten over bestaande structuren zijn vaak te herkennen aan de ondiepe percelen en de dwarshuizen, panden met een daknok evenwijdig aan de straat in plaats van de gebruikelijke nok haaks op de straat. De panden aan de Bollemanssteeg met de huisnummers 6 tot en met 12 hebben nog steeds een dak waarvan de nok parallel aan de straat ligt. Hoe is de bebouwing in het zuidoostelijke deel van de Bollemanssteeg ontstaan? Het voormalige kloostergebouw op de hoek van de Bagijnestraat en de Bollemanssteeg was in de late zestiende eeuw in het bezit van dr. Duco Wiarda. Diens weduwe verkocht het in 1602 aan Jacques Balbian. Bij het pand hoorde een ruim erf dat de oostelijke zijde van de Bollemanssteeg begrensde en in noordwaartse richting doorliep tot aan een “dwarsstrate”, waarmee waarschijnlijk het latere Hofstraatje werd bedoeld. Daarmee was dus het gehele grondstuk waarop nu de panden Bollemanssteeg 4 tot en met 12 staan, in één hand. Er stonden ook al enkele ‘camers’ op het perceel, die door Balbian werden verhuurd. Op Johannes Sems’ vogelvluchtkaart uit 1603 heeft het zuidoostelijke deel van de Bollemanssteeg bebouwing in de vorm van een op het oog als een geheel gebouwd, eenlaags volume met een dwars zadeldak waarop vijf schoorstenen staan. Dit zou kunnen duiden op vijf of acht ‘camers’, afhankelijk van de mogelijkheid dat op de middelste drie schoorstenen telkens twee rookkanalen uitkwamen. Of Sems de situatie adequaat heeft weergegeven, is de vraag. Uit beschrijvingen in koopakten tussen 1602 en 1622 kan afwisselend worden opgemaakt dat er aan de Bollemanssteeg twee of drie ‘camers’ stonden ten noorden van het hoekhuis. Zeker is wel dat de ‘camers’ niet direct aansloten op het huis – meteen ten noorden van het huis moeten zich een poort en een inrit hebben bevonden. In 1622 of 1623 geraakte het hoekhuis na twee kort opeenvolgende transacties in bezit van de Leeuwarder magistraat. Het stadsbestuur richtte het pand in als Latijnse school en gaf het een monumentale entree via een poort aan de Bollemanssteeg, op de plek van de oude inrit. De school kon in 1624 in gebruik worden genomen. De eigendoms- en bouwgeschiedenis van de woningen Bollemanssteeg 8, 10 en 12 kan door gebrek aan gegevens niet met volledige zekerheid gereconstrueerd worden. Aan de hand van de beschikbare gegevens uit diverse transportregisters tot en met 1612 en die van het Schoorsteengeld van 1606 is wel het volgende duidelijk geworden. In (ver)koopakten uit de late zestiende eeuw komen geen panden voor aan de oostzijde van de Bollemanssteeg. Bollemanssteeg 10 (C 591) wordt bij de eerste vermelding in 1604 een "nijewe camer" genoemd, voor Bollemanssteeg 8 (C 590) is dat bij de tweede vermelding in 1608 het geval. Dat voor elk van deze camers in de jaren kort na 1600 drie goudguldens en zeven stuivers grondpacht moest worden betaald - dit ging in elk geval door tot 1610-1615 - wijst erop dat deze aan één persoon of instantie verschuldigd was: Jacques Balbian. Deze drie camers zijn dus vermoedelijk omstreeks 1600 gebouwd. Ze zijn wellicht in één bouwstroom tot stand gekomen aangezien er herhaaldelijk sprake is van gemeenschappelijke zijmuren. De metselaar Otte Ottes, die in 1604 Bollemanssteeg 10 als een nieuwe camer verkoopt, is mogelijk bij de realisatie betrokken geweest, maar ook Jacob timmerman, die in de daarop betrekking hebbende verkoopakte als noordelijke belender van Bollemanssteeg 10 wordt vermeld, kan een rol hebben gespeeld. De eerste eigenaren van Bollemanssteeg 8 moeten Abraham Dauidts, enkele malen genoemd als naastligger van Bollemanssteeg 6 en 10, en zijn vrouw Auck Freercxdochter zijn geweest. Zij verkochten de ‘camer’-woning in 1605 voor 87 goudguldens door aan het echtpaar Sicke Carstes en Duijff Jansdochter. Het stond de kopers niet geheel vrij alles met hun woning te doen, met de lusten kwamen ook lasten: “met eijgendom van beijde wederzijdts halve gevels omme daerop ende inne te mogen bouwen ende die elve met den naestgehuijsde eijgenaers t'onderholden ender repareren [...] die achtermuijre responderende op 't hof van Jaques Balbijaen een blintmuijre sal bliven". Het huidige Bollemanssteeg 8 heeft nog grotendeels de oorspronkelijke ‘camer’-vorm uit de ontstaanstijd: die van een klein en eenvoudig, eenlaags pand met een kap.* De min of meer oorspronkelijke gedaante van het pand is te zien op een foto van omstreeks 1910 en een recentere van 1973-1974.** Op de eerstgenoemde foto staat het pand met een schoonwerk en op de tweede genoemde met een wit gesausde gevel, en op beide bovendien met een karakteristieke afzaatvormige dakkajuit. Op de foto van 1910 bezitten de vensters bovendien achtruits ramen, allicht modernisering uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Het pand is in 1998-’99 in opdracht van F. Huismans gerehabiliteerd naar een plan van de SVK (A. Haagsma) te Leeuwarden. De voorgevel is toen van een pleisterlaag voorzien, omdat de zestiende-eeuwse baksteen sterk aan slijtage onderhevig was. Het pand heeft geen specifieke stijlkenmerken, noch aan het exterieur noch in het interieur. De bescherming geldt het casco (exterieur en constructie), voor zover daterend uit omstreeks 1600. Exterieur: Pand op een vierkante grondslag met een gerende achtergevel en van een enkele bouwlaag met dwarsgeplaatste zadeldak tussen topgevels. Het pand heeft een breedte van ruim vijf meter en diepte die varieert van 3.75 meter (zuidzijde) tot ruim 5 meter (noordzijde). De voorgevel is gepleisterd in blokkenverband met schijnvoegen. Het achterliggende muurwerk van omstreeks 1600 is opgetrokken uit rode baksteen. In de borstwering onder de dakgoot bevindt zich een reeks eenvoudige muurankers (schieters), verbonden met de (relatief korte) vloerbalken van de zolderverdieping haaks, waarmee duidelijk is dat deze haaks op de voorgevel staan. De voorgevel heeft drie recht gesloten muuropeningen, die voor zover valt af te leiden van historisch fotomateriaal in elk gevel nog de afmetingen hebben van de negentiende-eeuwse muuropeningen. De rechts in de gevel staande entreepartij (XX-A?) heeft een deur die vermoedelijk dateert uit de periode van het Interbellum, een kalf en een ongedeeld bovenlicht. Van de beide vensters lijken zowel de kozijnen, voorzien van een hoefprofiel, als de ongedeelde boven- en onderramen die van elkaar worden gescheiden door een kalf, te zijn vernieuwd. De voorgevel wordt beëindigd door een vernieuwde dakgoot op geprofileerde klossen. Het zadeldak is zowel aan de voor- als de achterzijde gedekt met oude oranje Hollandse golfpannen. Aan de achterzijde is het dakvlak korter (ingekort) en is het pand licht uitgebreid met een moderne aanbouw onder plat dak. Op de noordelijke nokhoek van het dak, tegen de zuidelijke zijmuur van het belendende pand Bollemanssteeg 10, staat een hoog, uit gemêleerde gele baksteen opgemetselde schoorsteen. Niet helemaal duidelijk is, of deze schoorsteen tot Bollemansssteeg 8 of 10 behoort of mogelijk een gemeenschappelijk rookkanaal is. De zijgevels zijn ingebouwd door belendingen en daardoor niet waarneembaar. Interieur: In het interieur zijn geen waardevolle elementen meer aanwezig dan wel zichtbaar. Aangenomen wordt dat de oorspronkelijke balklaag tussen de eerste bouwlaag en de zolderverdieping nog wel aanwezig is. Mogelijk is ook een deel van de oude dakconstructie behouden gebleven bij de renovatie van 1998-’99.

Bron: Fenicks B.V.

Specificaties

Bron: Fenicks B.V.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Oorspronkelijke functie
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Bollemanssteeg 8 8911DW
Bron: Fenicks B.V.

Tijdlijn Bollemanssteeg 8

Voeg een verhaal over dit monument toe aan de tijdlijn

Weet u meer over dit bijzondere monument of heeft u een herinnering over dit monument? Vul de tijdlijn aan. Deel uw verhaal en houd dit monument springlevend.

Andere monumenten in de buurt

Naar boven