Alddiel 9, Leeuwarden

Monumenttype:
Gemeentelijk monument
Monumentnummer:
1007367700
Monumentnaam:
Alddiel 9
Plaats:
Leeuwarden

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Beschrijving

Er zijn tal van gegevens bewaard gebleven over de voorgeschiedenis en de bouw van Alddiel 9, een met het front op de waterweg Ouddeel georiënteerde ‘waterboerderij’, waarvan de melk en andere producten over het water werden afgevoerd. Oorspronkelijke bouwtekeningen van deze veeboerderij (type stelp) zijn niet bewaard, maar de archieven van het Sint Anthony Gasthuis, opdrachtgever van de boerderij, geven veel informatie over de stichting. In oktober 1877 verstrekte het Sint Anthony Gasthuis te Leeuwarden aan hun ‘huisarchitect’ Frederik Stoett de opdracht om te onderzoeken in hoeverre een stuk land, grenzend aan het Ouddeel, geschikt zou kunnen zijn voor de bouw van een boerderij, te pachten door Arjen Wiegers Ve(e)ninga. De boerderij kwam er uiteindelijk in 1878-’79 op een stuk land, waarvan een deel werd gebruikt door ene Alg(e)ra. Diens boerenplaats werd ervoor afgebroken en deels hergebruikt voor de bouw van de Zathe Ve(e)ninga. Ander bouwmateriaal was afkomstig van een eveneens af te breken boerderij van A. Alg(e)ra nabij Tol no. 1 aan de Groningerstraatweg. De verplaatsing en nieuwbouw van de “huizinge” werd in april 1878 door het gasthuisbestuur gegund aan de in Bergum gevestigde aannemer Jan Piekstra (in andere stukken ook wel Pijkstra genoemd) voor de som van 7986 gulden. Het ontwerp van de boerderij was van Frederik Stoett, die meerdere boerderijen voor het Sint Anthonij Gasthuis heeft ontworpen, en voor zijn werk 3% van de aanneemsom ontving. Het rekeningenboek van het gasthuis vermeld onder andere nog betalingen aan de bij de bouw betrokken timmerman Boonstra, schilder Holwerda en de Drachtster boomkweker Attema, die vruchtbomen, linden, wilgen en heesters leverde. Uit onderzoek in het bevolkingsregister van het gemeentearchief van Tytjerksteradiel, in combinatie met het register van het Kadaster, blijkt dat de stelpboerderij in 1881 is ingeschreven in het register van het Kadaster. Tot omstreeks de eeuwwisseling, werd de “boerenplaats nabij de Hoogebrug” gepacht door Arjen Wiegers Veeninga. Vervolgens ging het huurcontract, tot 1918, over op de naam van Gjalt Minzes Wijma. Daarna was Anne Jelles Anema decennia lang de pachter van deze boerenplaats. Op een oude, in de jaren-1920 of -1930 genomen foto van deze boerderij staat ook geschreven: ‘Huurder A.J. Anema. Grootte 31 h.A. 30A. 80c.A.. Deze bezitting is aangekocht in de jaren 1863 en 1865’. Waarschijnlijk hebben deze jaartallen betrekking op de aankoop van het land waarop de boerderij was verrezen. Een uit 1924 daterende aanvraag van het Sint Anthony Gasthuis voor een verbouwing van de koestalling en de hooiberging was vergezeld van een bouwtekening van de hand van de Leeuwarder architect Willem Cornelis de Groot. Het moet een omvangrijke verbouwing zijn geweest, want de kosten waren respectabel: meer dan 19.000 gulden. Deze in 1924 gegunde en uitgevoerde verbouwing resulteerde onder meer in een vernieuwde, verhoogde zuidelijke langsgevel voor de koestal voor 33 koeien. Achter de oostelijke kopse zijde van de boerderij waren de stallingen voor 7 rieren (vaarzen) en 10 kalveren getekend. De boerderij staat vergezeld van een eveneens uit 1881 daterende, aangebouwde schuur met onder meer stallen voor een stier, paarden en varkens. Een vrijwel gelijktijdig met de bouw gegraven, op een luchtfoto uit 1944 goed zichtbare opvaart is grotendeels verdwenen. Na de ontzanding van het omliggende gebied is de boerderij door het gasthuis verkocht aan de gemeente. Tegenwoordig is de boerderij in particulier bezit met een woonbestemming. De bescherming betreft het exterieur en het interieur. Exterieur: De boerderij heeft zowel uit- als inwendig de karakteristieke kenmerken van de traditionele stelp met details die kenmerkend zijn voor de bouwperiodes. Het hoofdvolume van de boerderij is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond en staat onder een met riet en gesmoorde (rechter dakschild woongedeelte en onderste dakdelen van de bedrijfsgedeelten) en geglazuurde, gegolfde Friese pannen gedekt schilddak met zwanenhalzen aan de uilenborden. De gevels zijn boven een gepleisterde plint (voorgevel) opgetrokken in schone, bruine en gele baksteen. De op het westen gerichte, zes traveeën brede, gelede voorgevel wordt verticaal geleed door een risaliserende middenpartij, waarvan de penanten de hoeken accentueren. In een van de penanten was een tegel met de luidbel van het Sint Anthony Gasthuis geplaatst, maar toen het gasthuis de boerderij afstootte, is deze verwijderd. De gevelvelden verspringen ten opzichte van elkaar en bevatten elk twee vensterassen. De linker gevelpartij is horizontaal geleed en staat voor een molkenkelder en een opkamer (insteek). Op de hoeken bevinden zich kleine, ronde gevelopeningen met roosters van gietijzer, nieuw vervaardigd naar het oorspronkelijke ontwerp. De gevel wordt beëindigd door een kornissende vlakke kroonlijst onder een geprofileerde goot. De gevel van het woongedeelte aan de zuidelijke langszijde is links van de entree opgebouwd uit bruine baksteen (in kruisverband) boven een trasraam van gele steen. In dit deel van de gevel is een onder rollaag staand venster met roedeverdeling geplaatst. De dakgoot ligt hier op geprofileerde klossen. De iets hoger opgaande ingangstravee steekt voor een deel in het pannendak en wordt beëindigd door een geprofileerde kroonlijst. De onder een bovenlicht staande deur is een paneeldeur met gietijzeren rooster voor het raamlicht. Rechts van de entree is de gevel vernieuwd in 1924 en toen hoger opgetrokken in gele baksteen. Het bedrijfsgedeelte is voorzien van een lange reeks, vrij hoog in de gevel geplaatste, getoogde stalramen met gemetselde lekdorpels. De achtergevel is ook opgebouwd in bruine baksteen boven een geel trasraam. De gevel bevat geheel links een dicht gemetseld venster en een deur met smalle drieruits zijlichten er rechts van. Geheel rechts, in een terug staand, hoger opgaand deel van de gevel bevinden zich de deeldeuren. Ze staan voor een deel tevens in een tussenlid dat de verbinding vormt met een lage schuur voor de stalling van een stier, paarden en varkens. Rechts van de deeldeuren is een klein venster met zesruits raam in de gevel geplaatst. Tussen de deeldeuren en de deur met de zijlichten is een reeks van vijf getoogde stalvensters in de gevel opgenomen. De ook in bruine baksteen boven een trasraam van gele steen opgebouwde noordelijke langsgevel van het hoofdvolume is in het bedrijfsgedeelte voorzien van enkele kleine vensters, een stel recht gesloten inrijdeuren en een deur met zijlicht. Tussen de geveldelen van het bedrijfsgedeelte en het woongedeelte springt de gevel terug en is daar hoger opgetrokken en voorzien van twee vensters en een deur. De gevel van de woning bevat acht gietijzeren muurankers en drie getoogde vensters met openslaande ramen onder bovenramen met een fijne roedeverdeling. De zijgevel is over de gehele lengte voorzien van op geprofileerde klossen liggende dakgoten. Interieur: In het inwendige van de boerderij zijn diverse originele onderdelen bewaard gebleven. De oorspronkelijke ruimte-indeling van de woning is deels intact, deels aangepast aan de huidige woonfunctie. In het woongedeelte is in de voormalige molkenkelder de vloer voorzien van estriken (plavuizen) en is het plafond samengesteld uit gemetselde troggewelfjes met houten liggers. Ook de schragen van gepleisterde baksteen en een hardstenen spoelbak zijn nog aanwezig. De kelder is bereikbaar via een overhoekse trap van gele baksteen. In de woonkamer met balkenplafond zijn de vensters voorzien van de oude blindenkasten met vouwblinden en ook de bedstededeuren staan nog op hun plaats. Een houten trap voert via een getoogde doorgang naar de opkamer, waarin het balkenplafond, twee houten kastenwanden en de oorspronkelijke houten vloer bewaard zijn gebleven. In de woning zijn tevens meerdere originele paneeldeuren behouden. De keuken is vrijwel volledig betegeld met witjes. Achter de keuken bevinden zich de met grote natuurstenen tegels betegelde spoelkeuken met balkenplafond en het húske (skiethús, sekreet) met de ton. Op de zolder, tegen het stalgedeelte aan, bevindt zich onder meer een knechtenkamer met een bedstede en twee ingebouwde kasten. Het schuurgedeelte met vijf gebintvakken onder de sporenkap is op de deel voorzien van een vloer van geeltjes en van dekbalkgebinten met windschoren, gordingstutten en bintstijlen op gemetselde poeren. De koestallen (bûthús) aan de lange zuidzijde zijn verbouwd tot woonvertrekken, maar de balkenconstructie boven de stal is bewaard gebleven en ook het lyts bûthús is nog intact. De voormalige paardenstal staat onder een constructie van zware balken, die op stijlen rusten.

Bron: Fenicks B.V.

Specificaties

Bron: Fenicks B.V.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Stelpboerderij Oorspronkelijke functie
Woonfunctie Boerderijen molens en bedrijven Huidige functie
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Alddiel 9 8926XB
Bron: Fenicks B.V.

Tijdlijn Alddiel 9

Voeg een verhaal over dit monument toe aan de tijdlijn

Weet u meer over dit bijzondere monument of heeft u een herinnering over dit monument? Vul de tijdlijn aan. Deel uw verhaal en houd dit monument springlevend.

Andere monumenten in de buurt

Naar boven