Het pand draagt door de plaatsing in de gevelwand bij aan de begrenzing van de stedelijke ruimte c.q. de grachtenstructuur. Het rijzige pand verheft zich markant in de beëindiging van de gevelwand die hierdoor de ruimtevorm krachtig bepaalt. Het middelgrote smalle pand heeft een overwegend kantig, langgerekte enkelvoudige hoofdvorm. Het pand is met de winkelpui en de gevelopeningen gericht op de hoofdstructuur. De geleding van het pand is overwegend verticaal. De verhoudingen van de vlakindeling zijn open op de beganegrond en hebben een half gesloten gevelbeeld op de verdieping. Het pand heeft een traditionele evenwichtige compositie. Het materiaalgebruik bestaat uit: een gevel opgetrokken in hardgrauw: kozijnen in hout en gesmoorde oude holle dakpannen. Het kleurgebruik bestaat uit: donker gedekte metselstenen, ramen en kozijnen wit, oranje dakpan. De detaillering en ornamentiek bestaat uit een daklijst en gestileerde kruisbloem in geveltop. Het pand is voormalige gebruikt als schaatsenfabriek 'De Ruiter'. In 2003 is er een nieuwe winkelpui aangebracht. Het interieur maakt geen deel uit van de beschermende werking.