Het pand draagt door een afwijkende situering en hoofdvorm in de gevelwand bij aan de specifieke identiteit van de ruimtevorm. Het pand met allure toont zich prominent in de 20e eeuwse vooroorlogse karakteristiek van het omgevingsbeeld. De grote woning ter breedte van twee samengevoegde percelen heeft een rechthoekige afgekante hoofdvorm met ondergeschikte afgekante aanbouw: de overstekende kap met expressieve goot is in overeenstemming met de specifieke architectuur. De samengestelde bouwmassa op het rechthoekige grondplan onder schilddak, heeft een kenmerkende brede gootoverstek. Het pand is met de grote gevelopeningen (brede vensters) en met de inspringende ingangspartij gericht op de stadsruimte. Het pand heeft een verticale geleding in de samengestelde hoofdvorm door een terugliggend gevelgedeelte van het lagere gedeelte. Het pand heeft een evenwichtige balans van open en gesloten gevel vlakken met zowel horizontale als verticaal strokende elementen en accenten. Het materiaalgebruik bestaat uit: metselwerk in bruinrode steen en terugliggend voegwerk (stootvoegen in het gevelvlak), dunne betonlateien en luifel boven gevelopeningen en voordeur: houten kozijnen en ramen: dakbedekking keramische zwarte geglazuurde holle pannen en raamdorpelstenen in de raamopeningen. Het kleurgebruik bestaat uit: donker gedekte bruine metselsteen en dakdekking met daarbij contrasterend wit houtwerk. De detaillering en ornamentiek bestaat uit sobere degelijke kenmerkende detaillering houtwerk (A'damse School overgang) en strak metselwerk ( Nieuwe Zakelijkheid). Het pand heeft een sterk samenhangend architectuurbeeld en getuigt van de plaatselijke ontwikkelingen in de trant van Zakelijk Expressionisme. Het interieur maakt geen deel uit van de beschermende werking.