Markeert als hoekpand in de gevelwand de stedelijke ruimte en ondersteunt het karakter van woongebied en de ruimte rond de kerk. De rijzige hoofdvorm vormt een markering langs een hoofdentree naar de binnenstad. De expressieve architectonische elementen verfraaien de ruimtebegrenzing. Het middelgrote tot grote woon-winkelpand oogt prominent in het bebouwingsbeeld. Het pand heeft een overwegend kantige opzet met een forse deels samengestelde bouwmassa met twee rijzige bouwlagen onder een afgeknotte kap. Het pand is met de kenmerkende elementen, (entree en ramen) en de specifiek vormgegeven en gedetailleerde gevel gericht op de doorgaande stads-entreeroute. De zijgevel is meer gesloten van aard en begrenst de ruimte rond de kerk. Het pand is overwegend horizontaal geleed door oranjerode speklagen, raambogen geveltop en daklijsten. De verticale geleding door de raamopeningen en gevelaccenten/ornamentiek volgens de stijltrant. De traditionele, deels evenwichtige en deels geschakeerde, gevelcompositie is in overeenstemming met de mengvorm van de bouwstijl met verticale (getoogde) gevelopeningen en gesloten schoon metselwerk en gepleisterde muurvlakken. Het materiaalgebruik bestaat uit een metselwerk gevel zonder plint in hardgrauwe gevelsteen in kruisverband met gesneden voeg, gevelbanden en raambogen in oranje steen, gepleisterde gevelblokken (sluitstenen), geveltop met muurafdekking en lijstwerk: beton sneldekpannen. Het kleurgebruik is bruingrijze gevelsteen, oranjerode gevelbanden/bogen, pleisterwerk wit: pannen grijsbruin: kozijnen wit en ramen donkergroen. De detaillering en ornamentiek bestaat uit boogtrommels, sluitsteen met diamantkopmotief: sierbollen en pinakels op de geveltopbeëindiging in overeenstemming met de stijl mengvorm in de trant van mengeling Neorenaissance en Vernieuwingsstijl (20a). Het interieur maakt geen deel uit van de beschermende werking.