Het pand draagt door de plaatsing in de gevelwand bij aan de begrenzing van de stedelijke ruimte en ondersteunt het karakter als woongebied. De uitzonderlijke eenvoud en fijnzinnige vormgeving bewerkstelligen een aangename kleinschalige omgevingservaring. Het kleine woonhuis met bescheiden allure heeft een kantige opzet met een enkelvoudige hoofdvorm, een laag onder een steile kap. Het pand is met de kenmerkende elementen, (entree en ramen) en de specifiek vormgegeven en gedetailleerde gevel gericht op de openbare stadsruimte. Er is een evenwichtige balans tussen de horizontale gevelbelijningen en de verticale gevelopeningen. De traditionele evenwichtige gevelcompositie is in overeenstemming met de specifieke bouwstijl met verticale gevelopeningen en gesloten vlakken. Het materiaalgebruik bestaat uit: gevel gepleisterd in kenmerkend blokverband motief, afwisselend glad en rustica van uiterlijk, kozijnen ramen deur en dakkapel in hout, geglazuurde oude holle dakpannen. Het kleurgebruik bestaat uit: grijs onafgewerkt (cement-) pleisterwerk: houtwerk wit traditioneel schilderwerk: dakpannen zwart. De detaillering en ornamentiek bestaat uit een fijn en strak blokpatroon, nauwkeurige materiaalafwerking, ambachtelijke stijlvaste ('Empire') techniek uitvoering: eenvoudige doch goed vormgegeven en gedetailleerde dakkapel en gootlijst. Het pand heeft een fijnzinnige uitmonstering en is gebouwd in de trant van Neoclassicisme (Empire) (19A). Het interieur maakt geen deel uit van de beschermende werking.