Markeert als hoekpand in het bouwblok de stadsentree via de hoofdstadsgracht(-ruimte) aan de noordzijde van de stad (Franekerstraat/Leeuwardertrekvaart). De kleine stadswoningen in seriebouw hebben een kantig, scherp getekende vormbehandeling met een eenduidige bouwvorm. Het pand is gericht op de openbare ruimte, met name de stadsgracht (-ruimte). Het pand heeft een geleding welke evenwichtig is tussen de horizontale belijningen en de verticaal gerichte gevelopeningen. Het pand heeft een traditionele evenwichtige gevelcompositie. De verticale gevelelementen zijn horizontaal strokend. Het materiaalgebruik bestaat uit: gevelmetselwerk zonder plint van bruinrode klinker in kruisverband met snijvoeg: houten kozijnen, ramen en deuren en lijstwerk traditioneel geschilderd: keramische gesmoorde platte Friese dakpannen en smeedijzeren muurankers. Het kleurgebruik bestaat uit: traditioneel wit/groen schilderwerk en sober kleurgebruik van het baksteen en de dakbedekking. De detaillering en ornamentiek bestaat uit een sobere kenmerkende vormgegeven en gedetailleerde daklijst op de kopgevels en traditioneel geprofileerde schoorstenen met borden (3). Het pand heeft een gave authentieke hoofdvorm en aanzichten: vormgeving en detaillering. De raamindeling met roeden is niet geheel aanwezig. Het pand is gebouwd eind 19e eeuw, omstreeks 1880. Het pand is representatief voor negentiende eeuwse fabriekswoningbouw. Het interieur maakt geen deel uit van de beschermende status.