Het pand Singel 30 is gebouwd in 1900 naar een ontwerp van de Leeuwarder architect H.H. Kramer. Het pand is gebouwd als pastorie voor de naastgelegen Doopsgezinde kerk. Het pand is opgebouwd uit twee bouwlagen en een afgeplat schilddak, bedekt met LukasIjsbrandpannen. De gevel in Neoclassicistische bouwstijl is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met natuurstenen elementen. De voorgevel aan de Singel is vijf traveeen breed. Het basement en de stoep zijn van natuursteen. Voor de stoep bevindt zich een hek van siersmeedwerk. De voordeur met houtsnijwerk bevindt zich in de middelste travee in een terugliggend portiek met afgeronde hoeken. Boven het portiek bevindt zich een glas in lood bovenlicht boven een hardstenen latei. Ook de schuifvensters hebben glas-in-lood in het bovenlicht. In het dakvlak bevindt zich een dakkapel boven de middelste travee. De dakkapel is rijk gedecoreerd met houtsnijwerk in neorenaissancemotieven. De linkerzijgevel van het pand grenst aan het kerkplein voor de Doopsgezinde kerk. Verspreid over de gevel bevinden zich twee toegangsdeuren, enkele vensters en muurankers. In het dakvlak bevinden zich een dakkapel en een schoorsteen. In het interieur zijn nog meerdere originele deuren met houten omlijsting aanwezig, net als de houten binnenluiken aan de voorgevelop de begane grond. Tevens bevinden zich bijzondere wandtegels in de entreeportaal. Het pand is beschermenswaardig als fraai en gaaf voorbeeld van de neoclassicistische bouwstijl. Het pand is tevens beschermenswaardig vanwege de plaats in het oeuvre van de architect H.H. Kramer en vanwege de plaats in de geschiedenis van de Doopsgezinde gemeenschap in sneek. Het pand maakt deel uit van het beshermde stadsgezicht van Sneek. Het pand is van belang in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving, namelijk de oostzijde van de Singel.