Hoekpand in de stijl van het Expressionisme. Het pand bestaat uit twee bouwlagen en een kap met brede dakgoot. De gevel is opgebouwd uit roodbruin metselwerk in Noors verband met verdiepte lintvoegen. De hoek wordt gemarkeerd door een vierkante hoektoren. De begane grond heegt over beide gevels een luifel die de vensters scheidt van de bovenlichten. De gevel aan de Stationsstraat bestaat uit twee delen, die van elkaar gescheiden zijn door een bakstenen dwarsmuur die boven de goot is doorgetrokken. Het gedeelte links van deze dwarsmuur heeft op de begane grond een erker, aan de zijkant een schilddak en een verlaagde goot. Het gedeelte rechts van de dwarsmuur heeft op de beganegrond twee grote vensters en een toegangsdeur in de torenpartij. Op de eerste verdieping bevinden zich drie vensters en in de kap over de gehele breedte een dakkapel. De hoektoren heeft aan beide gevelzijden drie boven elkaar liggende vensters, in afnemende grootte. De gevel aan de Kanaalstraat heeft op de beganegrond vier grote vensters, op de eerste verdieping acht kleinere vensters (twee aan twee gerangschikt) en in de kap een brede dakkapel. De in de jaren vijftig toegevoegde uitbouw aan de zuidwestzijde van het pand valt niet onder de bescherming. Het pand dateert uit 1931 en is beschermenswaardig als gaaf voorbeeld van het expressionisme met zijn strakke belijning en kenmerkend metselwerk. De verdiepte lintvoegen versterken het horizontale karakter. De verschillende gevelvlakken varieren in diepteligging, waardoor zij een levendig relief vormen. De opvallende bouwmassa met hoektoren maakt het pand beeldbepalend.