Het samengestelde grondplan van de bioscoop bestaat uit een smal en ondiep gedeelte aan de voorzijde en een breed en diep deel aan de achterzijde tot aan het Zeigelhof. In de voorbouw zijn de entree en de kassaruimte ondergebracht. Dit deel heeft een rechthoekig bouwvolume met plat dak (even hoog als de vierlaags belendende bebouwing) en is uitgevoerd in een modernistische bouwtrant. In de achterbouw zijn de foyer, de garderobe en de bioscoopzalen ondergebracht. Dit deel heeft een traditionalistischer architectuur met flauw hellend zadeldak en markante overstekken: taps toelopend aan de korte zijde en opgewipt aan de lange zijden. De transparante en in glanzende, lichte materialen uitgevoerde voorgevel aan Plein 1944 kondigt als het ware de glamour van het witte doek aan. De voorbijganger wordt een blik gegund op de twaalf meter hoge kassahal. Op de achterwand wordt het filmaanbod aangekondigd. De symmetrisch ingedeelde voorgevel bestaat uit een betonnen raamwerk (vier hoge stijlen en een balk) dat met wit marmer is bekleed. De plint is uitgevoerd in zwart marmer. Het raamwerk omvat verdiepingshoge vensters met verticale roedenindeling (donker geschilderd beton) en vernieuwde (ingangs-)puien op de begane grond. Boven de entree bevindt zich een luifelkast. De luifel is origineel. De lichtreclame daarentegen zat oorspronkelijk meer naar achteren tegen de gevel. Het raamwerk is gevat in een betonnen kader dat is bekleed met wit geglazuurde steenstrips. De horizontale voegen zijn iets verdiept, de stootvoegen zijn minimaal. Dit kader is links en rechts over de volledige hoogte van de gevel voorzien van een diepe halfronde nis waarin een buis met neonverlichting is gevat. De buis diende oorspronkelijk aan de bovenzijde ook als vlaggenmasthouder. Beide nissen zijn aan de onderzijde dichtgezet met rechthoekige stenen platen. Hier bevonden zich oorspronkelijk vitrines voor filmaffiches. De gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door de naam van de bioscoop die met grote rode losse letters op de dakrand is geplaatst: 'CAROLUS'. Oorspronkelijk stond hier in wit oplichtende neonletters 'Carolus theaters'. De gevels van de achterbouw zijn grotendeels gesloten en gemetseld in geelbruine baksteen in Noors verband met iets verdiepte voegen. De topgevel is aan de bovenzijde voorzien van vlechtwerk. Midden in de achtergevel bevindt zich een kleine rechthoekige uitbouw met balkon en smeedijzeren hekwerk (ruitmotief). Het balkon is vanuit de zolder van de grote filmzaal bereikbaar. De gevelopeningen bestaan uit een reeks kleine vensters onder de dakrand, ventilatieopeningen en diverse (nood-)deuren onder wit geschilderde betonnen luifels. De houten kozijnen zijn wit geschilderd. De dubbele deuren in de voorgevel bieden toegang tot de rechthoekige kassahal die de volledige hoogte van het gebouw beslaat. Midden tegen de achterwand bevindt zich de (vernieuwde) kassa. Aan weerszijden hiervan leidt een open doorloop naar de foyer die de volle breedte van de achterbouw bestrijkt. Het plafond heeft een gebogen, geprofileerde koof waarin indirecte verlichting is geplaatst. De achterwand van de foyer bestaat uit een centrale trap naar beneden naar de kleine filmzaal uit 1977 (oorspronkelijk was hier de garderobe), met aan weerszijden een brede trap omhoog en een toiletgroep. De brede trappen omhoog leiden naar het midden van de grote zaal. Hierdoor zijn alle zitplaatsen goed en snel bereikbaar. De (vernieuwde) stoelen staan in licht gebogen rijen aan weerszijden van een middenpad. Omwille van de akoestiek zijn de vloeren bekleed met dik tapijt en zijn tijdens de bouw geluiddempende wanden toegepast. De grote filmzaal is eveneens voorzien van indirecte verlichting achter koven. Het gewelfde plafond is bekleed met donkerblauw tapijt en in de lengterichting voorzien van vijf banen met stervormige lichtarmaturen (als ware het een sterrenhemel). De zaal was oorspronkelijk uitgerust met het zogenaamde Variformsysteem: een filmdoek dat ongemerkt kon worden vergroot of verkleind door middel van beweegbare fluwelen randen. Zo kon - ook tijdens een film - de nadruk op een bepaalde scène worden vergroot. Carolus was na Tuschinsky in Amsterdam de tweede bioscoop in Nederland die met dit systeem werd uitgerust. Dit filmdoek is inmiddels vervangen. Boven de foyer bevindt zich een tussenverdieping met een smalle gang, twee kantoorruimten en een bergkast. Vanuit de kantoorruimten bieden twee vierkante kantelramen zicht op de kassahal. Deze tussenverdieping is bereikbaar via het trappenhuis in de hal. Een betonnen wenteltrap voert van de tussenverdieping naar de gemoderniseerde projectieruimte van de grote zaal en verder omhoog naar de zolder. Op de zolder bieden twee zijgalerijen zicht op de kapconstructie: houten vakwerk kniespanten waaraan het gewelfde plafond van de grote filmzaal is opgehangen.