Hoog bakstenen pand in drie bouwlagen met souterrain. Drie-assig. Begane grond asymmetrisch met voordeur en trap links: op de etages verspringende indeling door de uitwerking van een middenrisaliet met balkon en loggia op de eerste verdieping, verspringing van het metselwerk op de tweede etage en een bekronende bakstenen topgevel boven de kroonlijst. Souterrain van natuursteen suggererend pleisterwerk met blokken: de bakstenen gevel is daarboven versierd met gepleisterde banden en blokken rond de ramen. Op de begane rond rondboogvensters en - deuropening: op de eerste etage vensters en loggia met kwartcirkelvormig afgeschuinde bovenhoeken. Balkon op consoles en met balusters. Ontlastingsbogen boven de vensterlateien welke boven de loggia verdiept is aangebracht. Vensters op de tweede etage met segmentvormige bovendorpel. Vlakke kroonlijst met in het midden boogfries. Voor het pannen schilddak hoge gemetselde kapel met venster. Bouwjaar: 1896. Architect: D. Semmelink.