Geheel gepleisterd kubusvormig pand in twee bouwlagen, gedekt met ineengestoken vlakke tentdaken met in het midden twee vierkante torens, verbonden door ijzeren balustraden. Voor- en achtergevel komen sterk overeen. Zij hebben vijf assen waarvan de twee buitenste als hoekpaviljoenseindigende in frontons, zijn uitgewerkt met een indeling met vlakke pilasters en grote nissen met beelden op de etage. Daartussen drie assen met rechtgesloten ramen: aan de voorgevel in het midden een deur voorafgegaan door een portiek met ronde hoeken. De zijgevels hebben een middenrisaliet van drie assen, met een de kroonlijst doorbrekende lage zolderverdieping met topgevel. Links en rechts van de risaliet een terugliggende as met twee vensters. Voor de middenrisaliet van de rechterzijgevel een veranda en balkon met gietijzeren zuiltjes en hekken.In de kroonlijst rond het gebouw bevinden zich ronde gietijzeren ontluchtingsroosters. Vensters benedenetage met zes ruiten: bovenetage acht. Bouwjaar: circa 1850.