De boerderij is gebouwd op een rechthoekige plattegrond en heeft één bouwlaag onder een zadeldak dat is gedekt met rode en gesmoorde muldenpannen. Het dak van het voorhuis is gedekt met meer duurzame gesmoorde pannen en het achterhuis met goedkopere rode pannen. Op het dak bevindt zich een aantal later aangebrachte stalen schoorsteenpijpen. Tevens zijn de dakvlakken voorzien van enkele dakramen. De gevels zijn opgetrokken in baksteen, gemetseld in kruisverband. Het pand is voorzien van een omlopende gepleisterde plint. Met uitzondering van de achtergevel zijn in alle gevels muurankers zichtbaar. Het voorhuis is grotendeels onderkelderd. Dit betreft het voorste gedeelte van de linkerzijde en de volledige rechterzijde van het voorhuis. Ter plaatse van deze kelders ligt de begane grond hoger. Dit is in zowel in het interieur als het exterieur herkenbaar. De voorgevel is symmetrisch ingedeeld en heeft in het midden op de begane grond een niet-oorspronkelijke voordeur die terugligt in een klein portiek. Aan weerszijden van de voordeur bevindt zich een venster met een T-schuifraam. De drieruits bovenlichten zijn voorzien van glas-in-lood en aan weerszijden van de ramen zijn houten, donkergroen geschilderde luiken bevestigd. Ter plaatse van de verdieping bevinden zich twee identieke vensteropeningen met T-schuiframen. Ook hier zijn de drieruits bovenlichten voorzien van glas-in-lood. In de geveltop bevindt zich een gepleisterd vlak met het bouwjaar van de boerderij (1907). In de top van de voorgevel is een kleine houten beschieting aangebracht en een gedecoreerde makelaar. Alle openingen in de voorgevel worden aan de bovenzijde afgesloten door strekken: de openingen op de begane grond door anderhalfsteens strekken en de openingen op de verdieping door enkelsteens strekken. Tevens is de gevel voorzien van twee horizontale wit gepleisterde banden. Het linker deel van de linker zijgevel is wit gepleisterd. Hier heeft een aanbouw gestaan. De voerbakken uit deze aanbouw zijn nog in het terras aanwezig. De linker zijgevel heeft ter plaatse van het gepleisterde gedeelte, en direct daarnaast, drie vensters met vernieuwde ramen. Rechts hiervan bevinden zich een deur en twee vensters. Het linker venster is niet oorspronkelijk, maar betreft een vergroting van een voorganger. Het rechter venster heeft een T-schuifraam voorzien van een drieruits bovenlicht met glas-in- lood. Onder dit venster bevindt zich een kelderraam. De achtergevel wordt gekenmerkt door zijn geslotenheid. Ter plaatse van de begane grond bevinden zich drie kleine rechthoekige vensters, die in verhouding een vrij klein formaat hebben. In de geveltop is een roosvenster zichtbaar. De rechter zijgevel is in een later stadium gewijzigd. De bouwsporen zijn nog steeds zichtbaar. Ter plaatse van het voorhuis bevindt zich een venster met een niet oorspronkelijk stolpraam en een enkelruits bovenlicht. Op deze plek hebben openslaande deuren gezeten. Rechts naast het venster bevinden zich drie kleinere, niet oorspronkelijke, vensters. Een staldeur met hierboven een groot luik, gescheiden door een latei, bevindt zich rechts naast de kleine vensters. Nabij de achtergevel bevinden zich een klein vernieuwd venster en een staldeur. Het interieur is rond 1970 ingrijpend gewijzigd. De oorspronkelijke indeling van de boerderij is nog wel herkenbaar. In het midden van het voorhuis, achter de voordeur, bevindt zich een gang. Aan beide zijden van de gang bevinden zich twee achter elkaar gelegen kamers. De tussenwand tussen de kamers links naast de gang is in de loop der tijd verwijderd, waardoor er één grotere ruimte is gecreëerd. Het hoogteverschil in deze ruimte tussen het voorste en achterste deel is met een trapje overbrugd. De kelders verkeren nog in oorspronkelijke staat. De kelder aan de linkerzijde is voorzien van een pekelbak.