Historie en ligging: Deze BOERDERIJ van het hallehuistype in het buitengebied van Ruurlo is in de tweede helft van de 19de eeuw gebouwd aan de zuidzijde van de Wiersseweg, nabij de kruising met de Kleine Wiersse en de Dekkersweg. Toen rond 1876 de spoorlijn werd aangelegd, schijnt de boerderij naar achter verplaatst te zijn in de richting van de Baakse Beek. Voor de verplaatsing was in een gedeelte van de boerderij café de Visch gevestigd, genoemd naar de Visbrug over de Baakse Beek. In het interieur van de voormalige boerderij bevinden zich onder meer nog de originele deuren, de bedsteden, schouwtegels en de gebintconstructie. In 1970 werd het pand door Huize Ruurlo, waartoe het oorspronkelijk behoorde, verkocht. In het sluitsteentje boven de deeldeuropening zijn de initialen I.H.B en het jaartal 1877 aangebracht. In de voorgevel zit een naamsteen waarop de naam 'De Visch'. Op het voorerf van de boerderij bevindt zich een gemetselde waterput met een natuurstenen afdekking. Het houten hefmechanisme is nog aanwezig. Links van de boerderij staat nog een parapluberg die tegenwoordig als opslagruimte wordt gebruikt. Plattegrond en opbouw: De boerderij is van het hallehuistype en heeft voor het grootste deel in kruisverband gemetselde gevels. Het wolfdak is belegd met rode oud hollandse pannen, heeft een schoorsteen op het rechterdakschild en houten windveren aan de voor- en achterzijde. De mastgoten zijn niet oorspronkelijk. Het rechterdakschild is ter plaatse van het voorhuis iets opgelicht. Voorgevel: De voorgevel heeft een asymmetrische indeling met ongeveer in het midden een zesruits schuifraam met luiken. Links daarvan bevinden zich de voordeur met een tweeruits bovenlicht en een klein vierruits draairaam met een enkel luik. Rechts in de gevel bevindt zich een identiek vierruits raam. De vierruits ramen zijn aan de bovenzijde afgesloten met een steens strek, het grote schuifraam en de deuropening door een anderhalf steens strek. Ter plaatse van het opgelichte dakschild is rechtsboven in de gevel het metselwerk gewijzigd en in een ander verband gemetseld. Linker zijgevel: De zijgevel heeft een vierruits raam met een enkel luik, een klein rechthoekig raampje, twee nieuw ingevulde staldeuropeningen en twee vierruits stalramen in de vorm van een liggende rechthoek. Achtergevel: De achtergevel is gedeeltelijk in een ander metselverband gewijzigd maar heeft de oorspronkelijke indeling behouden. Behoudens de stalramen zijn de gevelopeningen opnieuw ingevuld. In het midden bevindt zich een korfboogvormig afgesloten deeldeuropening met gepleisterde geboorte- en sluitstenen. Aan weerszijden daarvan bevindt zich een rondboogvormig afgesloten ijzeren stalraam en een korfboogvormig afgesloten staldeuropening. Rechter zijgevel: De rechterzijgevel is ter plaatse van het voorhuis ooit verhoogd en heeft twee twaalf-ruits stolpramen met luiken. Het achterhuisgedeelte bevat een vierruits draairaam, een korfboogvormig afgesloten en opnieuw ingevulde staldeuropening en een zeer klein aanbouwtje met een deurtje.