Historie en ligging: Deze boerderij maakt deel uit van een dubbele boerderij waarvan de gevelsteen op nummer 12 melding maakt van de naam “Voshaar, 1887” terwijl op oudere kaarten het onderhavige complex nog niet aanwezig was en de naam bij de boerderij op nummer 8 staat. Daarentegen meldt het veldnamenboek de naam “Vosterboer” voor deze boerderij en de naam “Vorsterkampweg” voor de ter rechterzijde op de Batsdijk uitkomende weg. Het complex is gelegen op een terp, met de voorzijde naar de Batsdijk. Voor de boerderij staat een grote notenboom. Naast het voorhuis staat een gemetselde pomp met houten kap. Oorspronkelijk zou deze boerderij nummer 10 een aangebouwde bijschuur van nummer 12 zijn geweest die als (tijdelijke) opvang voor bewoning geschikt was gemaakt voor een door brand dakloos gemaakt gezin. Deze situatie zou zich daarna bestendigd hebben. Het gehele complex is beschermd. Plattegrond en opbouw: De drie bouwdelen van het totale complex liggen met de achtergevel op één lijn, terwijl het voorhuis van nummer 12 vóór de andere twee bouwdelen uit komt. De boerderij is van het hallehuistype en opgebouwd op een trasraam (aan de voorzijde met rollaag), in kruisverband. Het metselwerk wordt beëindigd met een rollaag. Het wolfdak is belegd met rode oudhollandse pannen, en voorzien van een platte zinken bakgoot langs de zijgevel. Op het rechter dakvlak bevindt zich een schoorsteen. Voorgevel: De voorgevel is symmetrisch ingedeeld met een klein venster links en drie grote op onregelmatige afstanden rechts daarvan, waarvan de meest links waarschijnlijk een ingang is geweest, gezien de smallere maat. De vensters zijn van een aan de onderzijde getoogde strek voorzien, welke het kozijn aan de bovenzijde volgt. Aan de onderzijde een stenige lekdorpel, onderluiken met spiegelklampen. Het linker raam is een 12-ruits (3x4) draairaam, de grote vensters zijn nu door een kalf verdeeld, met klappende bovenramen en bestaan uit een 24-ruits verdeling, 4x(4+2) voor het linkse raam en een 30-ruits verdeling, 5x(4+2) voor de rechter twee. Onder de dakrand is centraal een klein venster met 4-ruits draairaam geplaatst. De gevel bezit drie eenvoudige muurankers. Linker zijgevel: De linker zijgevel bezit een ingang met vernieuwde deur en een verbreed modern keukenvenster, benevens in het achterhuis enige al dan niet van een nieuwe invulling voorziene staldeuren en twee-ruits gietijzeren segmentboogvormig afgesloten stalramen. Achtergevel: De achtergevel is symmetrisch ingedeeld, analoog aan de achtergevel van nummer 12, met korfboog deel- en staldeuren, voorzien van duim- en sluitstenen, en twee, hooggeplaatste gietijzeren meerruits stalramen, rondboogvormig beëindigd. Zes eenvoudige muurankers, vier ter plaatse van de ankerbalk, twee op de aansluiting van hilde op gebintstijl. Rechter zijgevel: De rechter zijgevel wordt door de bij nummer 12 behorende schuur ingenomen.