De boerderij is gebouwd op een T-vormige plattegrond en bestaat uit één bouwlaag en een zolder. Het voorhuis wordt aan de bovenzijde afgesloten door een schilddak met de nok evenwijdig aan de weg. Het dak van het voorhuis wordt aan de voorzijde in het midden doorsneden door het zadeldakje van de Vlaamse gevel en aan de achterzijde door het schilddak van het achterhuis. Het gehele dak is gedekt met gesmoorde muldenpannen. De gevels zijn wit gepleisterd. Langs de voorzijde van het kavel staat, kort op de voorgevel, een eenvoudig smeedijzeren hek. De voorgevel is symmetrisch ingedeeld en wordt aan de bovenzijde afgesloten door een centraal geplaatste Vlaamse gevel en de overstekende dakgoot aan weerszijden daarvan. De Vlaamse gevel is uitgevoerd als trapgevel waarvan de treden zijn voorzien van oker geschilderde afdekplaatjes. Aan de onderzijde wordt de voorgevel beëindigd door een grijze, geschilderde plint. Ter hoogte van de bovendorpel en wisseldorpel van de ramen op de begane grond zijn dubbele sierbanden over de gevel aangebracht in een blauwe geglazuurde baksteen. Deze vormen de horizontale geleding van de voorgevel. Op de begane grond bevinden zich vier vensters die zijn ingevuld met een éénruits schuifraam met achtruits bovenlicht. De lateien van de vensters zijn in een okerkleur geschilderd, net als de lekdorpels aan de onderzijde. In het midden van de Vlaamse gevel is een dubbele paneeldeur aangebracht die uitkomt op een klein balkon. Elke deur is voorzien van enkel ruit met daarboven vier ruitjes in het vierkant. Het balkon is omheind door een eenvoudig spijlenhek. In de top van de Vlaamse gevel is in zwarte, geschilderde letters de tekst "anno 1899" aangebracht. De rechter zijgevel van het voorhuis wordt aan de bovenzijde afgesloten door een overstekende dakgoot en aan de onderzijde door een grijze, geschilderde plint. Doorlopend vanaf de voorgevel over de zijgevel, zijn dubbele sierbanden aangebracht in een blauwe geglazuurde baksteen. Deze vormen de horizontale geleding van de gevel. In de gevel is een dubbele terrasdeur aangebracht. De latei boven de terrasdeur is in een okerkleur geschilderd. De linker zijgevel van het voorhuis wordt aan de bovenzijde afgesloten door een overstekende dakgoot en aan de onderzijde door een grijze, geschilderde plint. Doorlopend vanaf de voorgevel over de zijgevel, zijn dubbele sierbanden aangebracht in een blauwe geglazuurde baksteen. Deze vormen de horizontale geleding van de gevel. Links in de gevel bevindt zich de hoofdentree die bestaat uit een houten deur voorzien van een aantal ruitjes en een achtruits bovenlicht. Rechts is een venster met een éénruits schuifraam met achtruits bovenlicht aangebracht daterend uit 1918. De lateien boven de hoofdentree en het venster zijn in een okerkleur geschilderd, evenals de lekdorpel van het venster. De linker zijgevel van het achterhuis, is vanaf de openbare weg onvoldoende zichtbaar. De achtergevel van het pand is vanaf de openbare weg niet zichtbaar. Er heeft geen bezichtiging van het interieur plaatsgevonden. Het smeedijzeren hek betreft een eenvoudig spijlenhek, dat op korte afstand van de voorgevel het erf aan de voorzijde begrenst.