Monumenten in Overveen
SLUIS.
SLUISWACHTERSHUIS. Het oorspronkelijke deel van het sluiswachtershuis bestaat uit een rechthoekige, parallel met de sluis in de voormalige zanderijvaart geplaatste woning zonder verdieping, gedekt door een schilddak (midden 17e eeuw).
DERDE ZWITSERSE BRUG. Eenvoudige, scheef over het water gelegde platte brug met houten dek en leuningen (19e eeuw).
BRUG OVER DE ZANDERIJVAART NAAR DE SLUIS.
GELE BRUG. Brug, bestaande uit bakstenen hoofden, ijzeren liggers, een houten dek en twee houten leuningen, die ieder door van afschuiningen voorziene palen in zes vakken zijn verdeeld.
BRUG VOOR POORTGEBOUW. Bakstenen boogbrug, in oorsprong zeventiende-eeuws, gewijzigd in de negentiende eeuw.
POORTGEBOUW. Bakstenen gebouw zonder verdieping, bestaande uit een poortvleugel en twee haaks daarop aan de uiteinden aansluitende dwarsvleugels, gedekt door een omlopend schilddak (tweede helft zeventiende eeuw).
GRENSPAAL, hergebruikte natuurstenen stoeppaal (laatste kwart 16e eeuw/eerste kwart zeventiende eeuw), bestaande uit een van een leeuwenmasker en het opschrift V B voorziene, rechthoekige voet op door een lijst afgesloten sokkel en een voluutvormig, door een kapiteel afgesloten bovendeel, geschei
OOSTELIJKE STAL EN KOETSHUIS. Rechthoekig gebouw onder schilddak, voorzien van bakstenen, door een omgaande gootlijst afgesloten gevels met sierende delen van natuursteen (midden zeventiende eeuw, later gewijzigd).
WESTELIJKE STAL EN KOETSHUIS. Rechthoekig gebouw onder schilddak, voorzien van bakstenen, door een omgaande gootlijst afgesloten gevels met sierende delen van natuursteen (midden 17e eeuw, later gewijzigd).
BRUG NAAR HET GROTE STUK. Brug met houten dek op ijzeren liggers, voorzien van wit geschilderde houten leuningen van zes vakken ieder, die zijn gevuld met een gecompliceerd patroon van kruisverbindingen tussen de boven- en benedenregels.
PONTJESBRUG. Brug bestaande uit houten hoofden, ijzeren liggers, een houten dek en twee witgeschilderde, tussen van afschuiningen voorziene palen gevatte leuningen waarvan de drie vakken zijn gevuld met het uit het begin van de 19e eeuw stammende motief van twee elkaar kruisende, tussen resp.