528644, Rhenen

Inleiding:

De Grebbelinie is een waterlinie van ca. 60 kilometer lengte, die gebruik maakt van de natte omstandigheden in de westelijke, laagst gelegen deel van de Gelderse Vallei. Het is een uniek voorbeeld van een aanleg van een waterlinie uit de achttiende eeuw. Doordat sindsdien geen grote ingrepen hebben plaatsgevonden in de structuur van de linie is het grootste deel van de liniewal, de keerkaden en de aarden verdedigingswerken bewaard gebleven. De Grebbelinie omvat kades, aarden forten, sluizen, kazematten, voorposten, tankgreppels, inundatievlaktes, loopgraven, bunkers etc. Omdat er steeds vanuit is gegaan dat de linie moest worden verdedigd door een tijdelijk veldleger zijn er in de Grebbelinie geen permanente onderkomens voor de militairen gebouwd.

De linie was gericht tegen een mogelijk oprukkende vijand vanuit het oosten. Door het inunderen van land konden vijandelijke troepen worden tegengehouden. De Grebbelinie moest ervoor zorgen dat dit op een gecontroleerde wijze gebeurde. Het water in het geïnundeerde gebied moest voldoende diep zijn om vijandelijke voertuigen en geschut de doorgang te beletten, maar niet zo diep dat de vijand met vaartuigen de linie zou kunnen benaderen. Op die plaatsen die te hoog lagen om geïnundeerd te kunnen worden kwamen verdedigingswerken. Bij de aanleg van de inundatiegebieden is gebruik gemaakt van de lager gelegen velden. Om het gebied zo efficiënt mogelijk onder water te kunnen zetten, was de linie van zuid naar noord verdeeld in 11 kommen. Het water werd in iedere kom opgestuwd met behulp van een keerkade die dwars op de liniekade lag.

Nadat al vanaf het einde van de 16e eeuw in dit gebied incidenteel versterkingen waren aangelegd, werd in 1744 op voorstel van de toenmalige Directeur-Generaal van Fortificatiën B.J. de Roy een begin gemaakt met de aanleg van de aarden wal die later de Grebbeliniedijk zou worden. De wal moest het water tegenhouden, zodat de Gelderse kant van de dijk kon worden geïnundeerd. Verder voorzag het plan vanwege het hoogteverschil tussen de Nederrijn en de Zuiderzee in de aanleg van keerkades of dwarsdijken die het water konden tegenhouden. Op die manier ontstond een reeks met water gevulde kommen, die als een soort traptreden steeds verder naar het noorden afdaalden. In totaal zijn er acht keerkades aangelegd om het gebied gecontroleerd onder water te kunnen zetten. In 1786 werden verdere versterkingen aangelegd.

De eerste keer dat de linie in paraatheid werd gebracht, was in 1793 toen Frankrijk Nederland de oorlog verklaarde. Het waterpeil in de Rijn was echter op dat moment te laag om de linie onder water te zetten. Doordat de opmars niet werd doorgezet hebben de Fransen de linie toen niet bereikt. Toen echter de Fransen onder generaal Pichegru eind 1794 terugkwamen kon de linie wel onder water worden gezet. Maar een strenge vorstperiode begin 1795 zorgde ervoor dat de Franse legers zonder problemen over de bevroren rivieren en inundaties konden trekken.

Uiteindelijk hebben de Fransen in 1799 de linie zijn uiteindelijke vorm gegeven. Zij besteedden veel aandacht aan de verbetering van de verdediging van de keerkaden en legden daar aarden voorposten aan. Omdat Napoleon in 1809 ten onrechte meende dat er geen gevaar meer uit het oosten dreigde, werd de Grebbelinie opgeheven als verdedigingswerk.

Pas in 1846 begon men weer het belang van de Grebbelinie voor de landsverdediging in te zien. Om de spoorlijn Utrecht - Arnhem te beschermen werd deze dwars door het fort aan de Buursteeg aangelegd. In 1860 werd bepaald dat de Grebbelinie een van de belangrijkste verdedigingslinies van ons land moest zijn. Naar aanleiding daarvan werden in de belangrijkste keerkades nieuwe damsluizen geplaatst, zodat het gebied voor de linie sneller onder water kon worden gezet. In 1866 werd het Omleidingskanaal ten oosten van Veenendaal aangelegd, waardoor de inundatietijd kon worden teruggebracht van 20 naar 12 dagen. Maar desondanks werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie de belangrijkste verdedigingslinie, omdat de inundaties daar sneller en gemakkelijker tot stand konden worden gebracht.

Pas tijdens de mobilisatie van 1939-1940 werd de Grebbelinie, onder de naam Valleilinie, de hoofdverdedigingslinie van ons land. Doordat kort daarvoor het Valleikanaal was gegraven om de afwatering in de Gelderse Vallei te verbeteren was nu een doorlopend kanaal ontstaan tussen de Nederrijn en het IJsselmeer, dat ook dienst kon doen als tankgracht en ook betere mogelijkheden bood tot inunderen van het gebied.

Grote delen aan de oostzijde kwamen nu onder water te staan en boerderijen die in het schootsveld stonden werden afgebroken. Rond Veenendaal werden uitgestrekte loopgraven en tankgrachten gegraven en er werden 271 betonnen mitrailleurkazematten gebouwd. In maart 1940 werd de hoofdverdediging van het oostfront van de Vesting Holland verplaatst van de Nieuwe Hollandse Waterlinie naar de Grebbelinie. Dat leidde tot de aanleg van nog meer loopgraven, tankgrachten en draadversperringen, met name in de niet te inunderen gebieden tussen Woudenberg - Renswoude en Veenendaal. Op 10 mei vielen de Duitse troepen ons land binnen. Hoewel de strijd bij de Grebbeberg het meest bekend is geworden, werd er ook zwaar gevochten op andere plaatsen op de linie. De Duitsers zorgden uiteindelijk voor de laatste aanpassing van de linie in 1944. De linie kreeg nu de naam Pantherstellung. Doel van de linie was om een naar Duitsland optrekkende vijand tegen te houden en de hoofdschootsrichting was dit keer naar het westen en zuiden. Er werden meer dan 20 kanonkazematten gebouwd, waarvan nu nog 12 bewaard zijn gebleven. In 1951 is de Grebbelinie als verdedigingslinie voorgoed opgeheven.

De kazemat is in 1939-1940 gebouwd in het kader van de versterking van de Valleistelling en is gelegen op het Hoornwerk aan de Grebbe. Het is één van de in totaal 4 kazematten uit deze periode die op dit gedeelte van de Valleistelling nog resteren.

Omschrijving:

In 1939-1940 aangelegd VERDEDIGINGSWERK, bestaande uit een betonnen mitrailleurkazemat van het type S3. De kazemat is gebouwd in het kader van de versterking van de Valleistelling en is gelegen op de voorzijde van het tweede bastion van het hoornwerk.

Het betreft hier een lichte kazemat van het type S3 of Stekelvarken 3 genoemd vanwege de ijzeren pennen aan de buitenzijde waaraan camouflagemateriaal kon worden bevestigd en de drie schietgaten. De kazemat was bedoeld voor één lichte mitrailleur ten behoeve van frontaal en flankerend vuur. De drie schietgaten hadden samen een schootsveld van 110 graden. De twee ongebruikte schietgaten konden desgewenst worden afgesloten met een luik van 2cm staal. Er waren geen voorzieningen voor observatie. De kazemat heeft een rechthoekige plattegrond met een rechte voor- en achterzijde. De afmetingen zijn: achterzijde 5,20 meter, zijzijden recht 1 meter, zijzijden schuin 2 meter en voorzijde 2,50 meter. De hoogte inclusief vloerplaat is 3 meter. De kazemat bestaat enkel uit een gevechtsruimte met een achteruitgang, drie geweerschietgaten en heeft muren van 80 cm gewapend beton. In de omtrek van het dak zijn afschuiningen gemaakt om het afschampen van granaten te bewerkstelligen.

Waardering:

De kazemat is van algemeen belang vanwege:

Cultuurhistorische waarde door de herinneringswaarde vanwege de rol tijdens de gevechtshandelingen in 1939-1940.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
528644
Complexnaam
Grebbelinie, Hoornwerk, Rhenen
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding:

De Grebbelinie is een waterlinie van ca. 60 kilometer lengte, die gebruik maakt van de natte omstandigheden in de westelijke, laagst gelegen deel van de Gelderse Vallei. Het is een uniek voorbeeld van een aanleg van een waterlinie uit de achttiende eeuw. Doordat sindsdien geen grote ingrepen hebben plaatsgevonden in de structuur van de linie is het grootste deel van de liniewal, de keerkaden en de aarden verdedigingswerken bewaard gebleven. De Grebbelinie omvat kades, aarden forten, sluizen, kazematten, voorposten, tankgreppels, inundatievlaktes, loopgraven, bunkers etc. Omdat er steeds vanuit is gegaan dat de linie moest worden verdedigd door een tijdelijk veldleger zijn er in de Grebbelinie geen permanente onderkomens voor de militairen gebouwd.

De linie was gericht tegen een mogelijk oprukkende vijand vanuit het oosten. Door het inunderen van land konden vijandelijke troepen worden tegengehouden. De Grebbelinie moest ervoor zorgen dat dit op een gecontroleerde wijze gebeurde. Het water in het geïnundeerde gebied moest voldoende diep zijn om vijandelijke voertuigen en geschut de doorgang te beletten, maar niet zo diep dat de vijand met vaartuigen de linie zou kunnen benaderen. Op die plaatsen die te hoog lagen om geïnundeerd te kunnen worden kwamen verdedigingswerken. Bij de aanleg van de inundatiegebieden is gebruik gemaakt van de lager gelegen velden. Om het gebied zo efficiënt mogelijk onder water te kunnen zetten, was de linie van zuid naar noord verdeeld in 11 kommen. Het water werd in iedere kom opgestuwd met behulp van een keerkade die dwars op de liniekade lag.

Nadat al vanaf het einde van de 16e eeuw in dit gebied incidenteel versterkingen waren aangelegd, werd in 1744 op voorstel van de toenmalige Directeur-Generaal van Fortificatiën B.J. de Roy een begin gemaakt met de aanleg van de aarden wal die later de Grebbeliniedijk zou worden. De wal moest het water tegenhouden, zodat de Gelderse kant van de dijk kon worden geïnundeerd. Verder voorzag het plan vanwege het hoogteverschil tussen de Nederrijn en de Zuiderzee in de aanleg van keerkades of dwarsdijken die het water konden tegenhouden. Op die manier ontstond een reeks met water gevulde kommen, die als een soort traptreden steeds verder naar het noorden afdaalden. In totaal zijn er acht keerkades aangelegd om het gebied gecontroleerd onder water te kunnen zetten. In 1786 werden verdere versterkingen aangelegd.

De eerste keer dat de linie in paraatheid werd gebracht, was in 1793 toen Frankrijk Nederland de oorlog verklaarde. Het waterpeil in de Rijn was echter op dat moment te laag om de linie onder water te zetten. Doordat de opmars niet werd doorgezet hebben de Fransen de linie toen niet bereikt. Toen echter de Fransen onder generaal Pichegru eind 1794 terugkwamen kon de linie wel onder water worden gezet. Maar een strenge vorstperiode begin 1795 zorgde ervoor dat de Franse legers zonder problemen over de bevroren rivieren en inundaties konden trekken.

Uiteindelijk hebben de Fransen in 1799 de linie zijn uiteindelijke vorm gegeven. Zij besteedden veel aandacht aan de verbetering van de verdediging van de keerkaden en legden daar aarden voorposten aan. Omdat Napoleon in 1809 ten onrechte meende dat er geen gevaar meer uit het oosten dreigde, werd de Grebbelinie opgeheven als verdedigingswerk.

Pas in 1846 begon men weer het belang van de Grebbelinie voor de landsverdediging in te zien. Om de spoorlijn Utrecht - Arnhem te beschermen werd deze dwars door het fort aan de Buursteeg aangelegd. In 1860 werd bepaald dat de Grebbelinie een van de belangrijkste verdedigingslinies van ons land moest zijn. Naar aanleiding daarvan werden in de belangrijkste keerkades nieuwe damsluizen geplaatst, zodat het gebied voor de linie sneller onder water kon worden gezet. In 1866 werd het Omleidingskanaal ten oosten van Veenendaal aangelegd, waardoor de inundatietijd kon worden teruggebracht van 20 naar 12 dagen. Maar desondanks werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie de belangrijkste verdedigingslinie, omdat de inundaties daar sneller en gemakkelijker tot stand konden worden gebracht.

Pas tijdens de mobilisatie van 1939-1940 werd de Grebbelinie, onder de naam Valleilinie, de hoofdverdedigingslinie van ons land. Doordat kort daarvoor het Valleikanaal was gegraven om de afwatering in de Gelderse Vallei te verbeteren was nu een doorlopend kanaal ontstaan tussen de Nederrijn en het IJsselmeer, dat ook dienst kon doen als tankgracht en ook betere mogelijkheden bood tot inunderen van het gebied.

Grote delen aan de oostzijde kwamen nu onder water te staan en boerderijen die in het schootsveld stonden werden afgebroken. Rond Veenendaal werden uitgestrekte loopgraven en tankgrachten gegraven en er werden 271 betonnen mitrailleurkazematten gebouwd. In maart 1940 werd de hoofdverdediging van het oostfront van de Vesting Holland verplaatst van de Nieuwe Hollandse Waterlinie naar de Grebbelinie. Dat leidde tot de aanleg van nog meer loopgraven, tankgrachten en draadversperringen, met name in de niet te inunderen gebieden tussen Woudenberg - Renswoude en Veenendaal. Op 10 mei vielen de Duitse troepen ons land binnen. Hoewel de strijd bij de Grebbeberg het meest bekend is geworden, werd er ook zwaar gevochten op andere plaatsen op de linie. De Duitsers zorgden uiteindelijk voor de laatste aanpassing van de linie in 1944. De linie kreeg nu de naam Pantherstellung. Doel van de linie was om een naar Duitsland optrekkende vijand tegen te houden en de hoofdschootsrichting was dit keer naar het westen en zuiden. Er werden meer dan 20 kanonkazematten gebouwd, waarvan nu nog 12 bewaard zijn gebleven. In 1951 is de Grebbelinie als verdedigingslinie voorgoed opgeheven.

Het Hoornwerk aan de Grebbe was bedoeld voor de afsluiting en verdediging van de weg Wageningen-Rhenen. Met dit doel werden twee halve bastions aan weerskanten van de Grebbedijk aangelegd. De linkervleugel was afgesloten met een lunet. De oorspronkelijke borstwering was bijna twee meter hoog. Om op een eventuele vijand te kunnen schieten was er een kleine verhoging (banket) aangebracht achter de aarden wal. De dikte van de wal was bijna anderhalve meter. Ook lagen er aan weerszijden van de Grebbedijk natte grachten. De twee bastions waren verbonden door een courtine, waarop als extra hindernis doornhagen waren geplant. Verder lag voor de courtine nog een tenaille die lager was dan de achterliggende wallen. Rond deze werken was nog een derde beschermingswal aangelegd. In de hoeken daarvan kon geschut worden geplaatst. In 1785 werd dit alles nog aangevuld met posities voor het geschut en de borstwering werd plaatselijk verhoogd.

Omschrijving:

Tussen 1743 en 1745 aangelegd aarden VERDEDIGINGSWERK, genaamd Hoornwerk aan de Grebbe, verbeterd in 1785, bestaande uit vier (oorspronkelijk vijf) kleine bastions omgeven door een dubbele omgrachting.

De vier bastions hebben met de dubbele omgrachting een maximale oppervlakte van 470 bij 520 meter. Op het Hoornwerk resteren nog drie mitrailleurkazematten die zijn gebouwd in 1939-1940 in het kader van de versterking van de Valleistelling. Op het Hoornwerk zelf bevinden zich twee mitrailleurkazematten, gebouwd in 1939-1940 beide van het type S3. Een derde mitrailleurkazemat van dit type ligt achter het Hoornwerk ten westen van de Cuneraweg.

Eveneens resteert ten noorden van de weg Rhenen - Wageningen een kanonkazemat van het type P, die eveneens is gebouwd in 1939-1940.

Waardering:

Het complex is van algemeen belang vanwege:

Cultuurhistorische waarden als onderdeel van de Grebbelinie, zoals deze in een periode van 200 jaar in zes fasen is aangelegd. Van groot belang door de herinneringswaarde vanwege de rol tijdens de gevechtshandelingen in 1939-1940.

Architectuurhistorische waarden in het bijzonder als uiting van de militair-strategische bouwkunde, die gebaseerd is op:

a. het systeem van inundatie en accesverdediging (18de, 19de en 20ste eeuw), b. het systeem van 'levende' veldversterking in de diepte (20ste eeuw) c. de voorpostfunctie tijdens de mobilisatie en oorlogshandelingen 1939 - 1940

Het betreft hier een complex dat in eerste aanleg een voorbeeld is van verdedigingswerken uit de periode:

fase 1: vanaf 1744, aanleg liniedijk en werken

Archeologische waarden vanwege de verwachte in de bodem aanwezige sporen van loopgraven, tankgrachten en dergelijke

Ensemble waarde vanwege zijn ligging binnen het systeem van de Grebbelinie in het algemeen, in het bijzonder in de directe relatie tot het ten zuiden hiervan gelegen complex van de drie bastions op de uiterwaarden en het acces. Tevens vanwege de functionele en fysieke samenhang van de onderdelen van het complex. Tenslotte is hier sprake van een gave/redelijk gave relatie met het schootsveld en inundatieveld

Het complex is zeldzaam omdat het een nog vrijwel compleet bestaand voorbeeld is van een 18e eeuws verdedigingswerk in de Grebbelinie en het is als zodanig representatief (karakteristiek) voor dit type verdedigingswerken.

Het complex is goed bewaard omdat nog vrijwel alle ertoe behorende onderdelen in meer of minder herkenbare vorm en functie aanwezig zijn.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kazemat (B10) Verdedigingswerken en militaire gebouwen Kazemat (B) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Rhenen Op Hoornwerk tussen Nude en Grebbedijk Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Verdedigingswerken en militaire gebouwen Kazemat (B) Mitrailleurkazemat
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
D 358 Rhenen
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1939 1940 vervaardiging
Naar boven