Kazemat K38, Ysselsteyn

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Inleiding.

Ten noorden van kazemat K37, staat op de westelijk kade van het Defensie- of Peelkanaal de S-kazemat K38, daterende uit 1939-1940. De kazemat ligt vlak naast S12. De wal ter plaatse is grotendeels afgegraven.

Omschrijving.

De kazemat staat aan de westelijke zijde van een lokale zandweg welke tussen de smalle strookvormige percelen van de vooroorlogse ontginningsboerderijen naar de anti-tankgracht loopt. Vanuit het middelste schietgat kan de kazemat frontaal vuur op dit weggetje uitbrengen. De kazemat is gaaf bewaard gebleven, maar vertoont wel sporen van de gevechtshandelingen welke in najaar van 1944 plaatsvonden. Voor een uitgebreide beschrijving van het type kazemat verwijzen we naar de complexomschrijving (Peel-Raamstelling gemeente Venray, nummer: 568400).

Waardering.

De kazemat is van algemeen belang. Het object heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele en geografische ontwikkeling, namelijk de versterking en daaropvolgende verdediging van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog en is als zodanig een belangrijk document van de militaire geschiedenis. Het is architectuur- en bouwhistorisch van belang wegens het bijzondere materiaalgebruik en de toepassing van moderne materialen en technieken, met name in de verwerking van gewapend beton. Het is ook van belang voor de typologische ontwikkeling van diverse verdedigingsobjecten- en structuren inzake de nationale landsverdediging.

Het object heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een groter geheel: enerzijds als onderdeel van de landsverdediging (het geheel aan stellingen aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog), en anderzijds als belangrijk (structurerend) onderdeel van het Peelgebied dat als militair landschap cultuur-historisch van belang is. De kazemat heeft een bijzondere historisch-ruimtelijke relatie met wegen, wateren en bodemgesteldheid van het gebied. Deze verweving geeft het complex ook een grote belevingswaarde. Verder moet gewezen worden op de gaafheid van het gehele complex. Daarbij is de gehele stelling als grootschalig militair complex en herinnering aan een grootscheeps uitgevoerde verdedigingsmaatregel in relatie met de Tweede Wereldoorlog in Limburg zeldzaam.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
524038
Complexnaam
Peel-Raamstelling
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding.

In het tot omstreeks 1900 moeilijk begaanbare terrein van de Peel te Venray is in 1939-1940 door het Nederlandse leger een deel van de Peel-Raamstelling aangelegd. Deze stelling bestaat te Venray uit een dertigtal S-KAZEMATTEN, welke grotendeels lineair langs een ANTI-TANKGRACHT zijn geplaatst. Deze tankgracht beschikt ook over enkele STUWEN welke het waterpeil moesten garanderen. Achter de antitankgracht loopt een WAL, welke op veel plaatsen (grotendeels) is afgegraven, maar op een enkele plaats nog volledig intact is. Hetzelfde geldt voor het SCHOOTSVELD, dat op een enkele plaats nog de originele verkaveling te zien geeft. Het schootsveld is niet krachtens de Monumentenwet 1988 beschermd. Het bestemmingsplan van de gemeente Venray voorziet in adequate veiligstelling van het schootsveld.

De Peel-Raamstelling is een product van de naderende oorlogsdreiging in de jaren '30 van de twintigste eeuw. Deze dreiging noopte Nederland tot het verstevigen van oude- en het aanleggen van nieuwe verdedigingslinies. Hoewel Nederland formeel zijn neutraliteitspositie bewaarde lag het accent toch op de dreiging uit het oosten. Daartoe werd onder andere een verdedigingslinie van de Maas bij Grave tot Weert in het zuiden aangelegd, de Peel-Raamstelling. Deze stelling maakte deels gebruik van natuurlijke hindernissen (het riviertje de Raam, de rond het begin van de twintigste eeuw nog zeer ontoegankelijke Peelmoerassen) en deels van kunstmatige hindernissen (zoals de Noordervaart, Helenavaart, Kanaal van Deurne en Defensiekanaal). Het laatst genoemde kanaal werd in 1939 gegraven van Griendtsveen tot Kammerberg (gehuchtje bij Mill, ten zuiden van Grave) en heeft een lengte van circa veertig kilometer, waarvan ruim 13 kilometer op Venrays grondgebied. De gehele stelling is circa 90 kilometer lang, 110 als ook de voorposten worden meegerekend.

Het verdedigingsconcept van Nederland -hoewel er belangrijke accentverschuivingen zijn geweest- is altijd gericht geweest op de verdediging van het economische en demografische kerngebied, de Vesting Holland genaamd. Deze lag achter een uitgebreide gordel van versterkingen en inundatiegebieden, de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hierbinnen fungeerde de Stelling van Amsterdam als laatste bolwerk. Het besef dat de slag- en verdedigingskracht van een statische linie in een moderne oorlog waarin ook luchtmacht en artillerie een rol zouden spelen beperkt is, leidde ertoe dat men steeds meer het belang ging inzien van vooruitgeschoven linies; deze waren erop gericht de eventuele vijand in een zo vroeg mogelijk stadium te vertragen zodat de mobilisatie in het achterland ordelijk kon worden uitgevoerd.

De militaire aandacht voor de Peel-Raamstelling is een gevolg van de van de sedert 1880 uitgevoerde ontginningen, waardoor er accessen ontstonden die het gebied openlegden, èn, kwetsbaar maakten. In 1934 werden dan ook de eerste voorbereidingen getroffen om de accessen in de nog woeste veengronden tussen Griendtsveen en Nederweert onbegaanbaar te maken door het uitvoeren van wegversperringen, verhakkingen en het leggen van mijnenvelden. Dit moeilijk begaanbare gebied bestaande uit moerassen en woeste gronden was hierdoor gemakkelijk op de accessen te verdedigen. Overigens hebben verdere veenontginningen sedertdien de verdedigingskracht van het Peelgebied aangetast.

Verder noordelijk werd het noodzakelijk geacht een anti-tankgracht te graven, als verdediging tegen tanks en pantserwagens. Daarnaast diende de anti-tankgracht het gebied geschikt te maken voor het uitvoeren van inundaties, hetgeen -anders dan in het waterrijke laag Nederland- in zeer beperkte mate mogelijk was. Betonnen sluizen en andere waterbouwkundige werken dienden om voldoende water in de tankgracht te garanderen. De plannen voor de anti-tankgracht werden ontworpen in 1937. Problemen met de financiering van een dergelijk groot kunstwerk èn onvoldoende politieke wil uit angst het (Duitse) geloof in de Nederlandse neutraliteit te ondermijnen hebben tot uitstel van de plannen geleid.

De toenemende internationale spanning noopte de Nederlandse regering echter tot het daadwerkelijk uitvoeren van de plannen. In 1939 werd het kanaal dan ook gegraven, waarvan de werkzaamheden werden geleid door de Nederlandse Heidemij en de Grontmij. Daar de gracht ook tot doel heeft de waterhuishouding in de agrarische streek te verbeteren, was het mogelijk het kanaal in het kader van de werkverschaffing met inzet van veel werklozen te graven. Hoewel getracht werd de linie in een zo recht mogelijke -naar het oosten gerichte lijn- aan te leggen ten einde een zo gunstig mogelijk schootsveld te verkrijgen, is het tracé van de gracht mede bepaald door aanwezige beken, reeds bestaande ontginningen en waterhuishoudkundige eisen. Hierdoor vertoont de gracht op bepaalde punten een onregelmatig verloop.

Op de westelijke oever van dit circa 40 kilometer lange kanaal werd van de uit de gracht afkomstige aarde een twee meter hoge wal opgericht, waartegen men om de 200 à 300 meter een (lichte) S-kazemat bouwde. Aan de oostzijde van de anti-tankgracht diende een schootsveld van tenminste 1200 meter gehandhaafd te blijven waarop geen bomen of boerderijen mochten worden opgericht. Ook diende het voorterrein (aan de oostzijde) zoveel mogelijk lager te liggen, teneinde inundaties te kunnen uitvoeren. De ontginningsboerderijen liggen net buiten het schootsveld, parallel aan de linie.

Bovenstaande betekent dat er sprake is van een militair landschap: een synthese tussen de gevoerde defensiepolitiek en de regionaal-geografische gesteldheid. Het kenmerk van een militair landschap is dat altijd sprake is van secundair medegebruik, hetgeen wil zeggen dat de militaire elementen subtiel zijn verweven met (de functies van) het bestaande landschap. Hierdoor is het visueel niet altijd even duidelijk dat er sprake is van een militair landschap, maar functioneel prevaleert de militaire functie boven alle andere. Dit betekende vaak ook dat de linies zorgvuldig gecamoufleerd waren, waardoor de verdediger wèl de aanvaller kon zien, maar de aanvaller de verdediger niet. In een rapport van de Rijksplanologische dienst spreekt men daarom ook over strategische landschappen: "een verborgen ordening van gecamoufleerde forten met vrije schootsvelden en onbelemmerde uitzichten" (Bolhuis en Vrijlandt, 1993).

In het geval van het Peelgebied is het militaire landschap vervlochten met de waterbouwkundige structuren, de accessen, het veenontginningslandschap en met woeste gronden (heidevelden ed), maar de militaire functie prevaleert boven alle andere. Het is aldus belangrijk te constateren dat de Peel-Raamstelling méér is dan alleen een rij kazematten langs een kanaal, maar dat er sprake is van een complex. Het wegvallen van onderdelen van de stelling zal dan ook de cultuurhistorische waarde van het landschap -en daarmee ook de illustratiewaarde van de stelling als geheel- aantasten.

Overigens hebben zich in 1940 te Venray geen noemenswaardige gevechtshandelingen voorgedaan. In 1944 is er wél zwaar gevochten in het Peelgebied. Dientengevolge zijn er nogal wat kazematten -hoofdzakelijk langs het Defensiekanaal ter hoogte van IJsselstein- die duidelijke sporen van gevechtshandelingen vertonen. Ook is er soms schade ontstaan door naoorlogse beschietingen en pogingen tot opruiming. Ten gunste van de aanleg van een inspectiepad is plaatselijk de wal langs het Defensiekanaal gedeeltelijk dan wel geheel afgegraven. Verder zijn de nodige traditore kazematten (ofwel "achterliggende" kazematten, bedoeld ter flankering van de stelling) tijdens ruilverkavelingen gesloopt, dan wel onder het maaiveld verdwenen.

Ook zijn na 1940 de bruggen over het kanaal vervangen, terwijl de voornaamste wegen over het Defensiekanaal voorzien zijn van betonnen bruggen, dan wel wordt het kanaal via duikers onder de weg door geleid. Verder is plaatselijk het schootsveld bebouwd.

De grootste aantasting van de stelling is echter na de Tweede Wereldoorlog de aanleg van de militaire luchtbasis 'De Peel' geweest. Tengevolge hiervan wordt de stelling even ten zuiden van de Ripseweg bij Venray ruw onderbroken door de hekken van het vliegveld. Het kanaal is ter plaatse ten behoeve van de aanleg van de landingsbaan gedempt. Grote aantastingen van de stelling zijn er ook geweest te Weert en Nederweert, hoofdzakelijk de kazematten die in frontlinie langs het kanaal hebben gestaan. Veel van deze kazematten zijn ten prooi gevallen aan woningbouw (sloop), bedrijfsvestiging (sloop) en in sommige gevallen ook tuinverfraaiing ('verbouwing' tot schuurtjes en dergelijke). Ondanks dergelijke wijzigingen is de Peel-Raamstelling tengevolge van de ligging in het dunbevolkte buitengebied goed tot zeer goed bewaard gebleven en kan men hier een zeer goede indruk krijgen van een Nederlandse verdedigingslinie uit de jaren '30 van de twintigste eeuw.

Omschrijving van de gehele stelling De linie maakt in het noordelijk deel gebruik van het riviertje de Raam (de eerste acht kilometer). Het hele Raamdal kon geïnundeerd worden, waarbij er op de westelijke oever van het riviertje kazematten werden gebouwd die de inundatie zouden kunnen beschermen. De Raamstelling sloot aan bij twee rivierkazematten aan de Maas, in 1936 gebouwd ter bescherming van de Maasbrug bij Grave. Bij Grave is weinig van de oorspronkelijke stelling bewaard gebleven. Van het oorspronkelijke militaire landschap is nagenoeg niets meer over: hier en daar is er nog een enkel restant, maar de stelling als geheel is niet meer herkenbaar.

Vanaf het gehuchtje Kammerberg bij Mill, even ten zuiden van Grave, is het Defensiekanaal gegraven. Deze veertig kilometer lange anti-tankgracht, sedert 1963 Peelkanaal geheten, is ongeveer tien meter breed en een kleine twee meter diep. Het originele talud is steil aan de westzijde en flauw aan de oostzijde. De stelling maakt in het Brabantse deel van de linie (deels) gebruik van bestaande waterlopen en vertoont aldus een zigzaggend verloop. Doordat de stelling hier door een wat hoger gelegen gebied loopt zijn er echter geen inundaties mogelijk. Wèl zijn op de westelijke oever kazematten aangelegd. Overigens is omwille van de hoogteverschillen het kanaal door middel van zware betonnen stuwen (annex verdeelwerken) in 'vakken' verdeeld.

Bij de Vredepaal (Vreedepeel, gemeente Venray) komt het Defensiekanaal op Limburgs grondgebied. Vanaf daar loopt de gracht min of meer in een rechte lijn naar Griendtsveen (gemeente Horst). Dit gebied was toentertijd nog een grotendeels onontgonnen en 'nat' gebied. Ook hier zijn er op de westelijke oever kazematten gebouwd; daarnaast zijn er natuurlijk de nodige waterstaatbouwkundige werken uitgevoerd teneinde inundaties te kunnen uitvoeren. De stelling tussen Vreedepeel en Griendtsveen (de stelling op het grondgebied van de gemeente Venray) is nog zeer gaaf en wordt slechts onderbroken door het militaire vliegveld "De Peel".

Vanaf Griendtsveen tot aan Nederweert maakt de stelling in ruime mate gebruik van de ontoegankelijke (moerassige) veengronden van de Peel; daarnaast behoorden ook inundaties tot de mogelijkheden. Deze sterke "natuurlijke" verdediging betekende dat de verdediging hoofdzakelijk kon worden geconcentreerd op de accessen. Het acces bij Griendtsveen bestaat uit een spoorlijn en het acces van Meijel is een (hoger gelegen) zandrug die door het Peelgebied heen loopt. Daar zijn dan ook de nodige kazematten gebouwd. Hoewel er tussen Griendtsveen en Nederweert op het eerste gezicht geen coherente linie aanwezig lijkt (geen duidelijke 'lijn' met kazematten), is dit traject wellicht het sterkst ontwikkelde deel van de stelling. De stelling heeft hier immers de 'diepte' die het elders ook had moeten hebben. Naast het Kanaal van Deurne (de hoofdstelling, grondgebied Noord-Brabant), werd ook de ten oosten hiervan gelegen Helenavaart (grotendeels grondgebied provincie Noord-Brabant, klein deel Limburg) ingeschakeld in de verdediging. Nog verder naar het oosten, voorbij de Mariapeel, op het grondgebied van de gemeente Sevenum, ligt nog een stukje antitankgracht met bijbehorende schootsvelden. De hier aanwezige kanalenstructuur en Peelgebieden zijn gaaf en herkenbaar. Bij Helenaveen en langs het Noorderkanaal zijn sterke voorposten opgericht.

Vanaf Nederweert volgt de linie het tracé van de Zuid-Willemsvaart om uiteindelijk via Weert uit te komen bij Budel-Dorplein (Noord-Brabant), nabij de Belgisch grens. Ook langs dit traject konden inundaties worden uitgevoerd en stonden kazematten langs de westelijke oever opgesteld. De kazematten langs de Zuid-Willemvaart bij Nederweert verkeren in gave staat, maar zijn dankzij de ligging in de berm tussen de autoweg en het kanaal slecht zichtbaar en derhalve niet zo duidelijk als een coherente stelling herkenbaar. Zowel te Nederweert als te Weert loopt het kanaal door de bebouwde kom. Hierdoor is er -tengevolge van ruimtelijke conflicten- veel "opgeruimd": veel kazematten zijn reeds afgebroken of in gebruik als tuinhuisje of rommelhok. Op diverse plaatsen staat de kazemat in de tuin van een particulier. De stelling te Weert en Nederweert vormt aldus het minst coherente deel van de linie, maar bezit wel grote architectuurhistorische waarde door het voorkomen van veel verschillende typen kazematten die elders in de linie niet voorkomen.

Omschrijving.

Van de Limburgse gemeenten waar een deel van de Peel-Raamstelling door heen loopt (Venray, Horst, Sevenum, Meijel, Nederweert en Weert), biedt de gemeente Venray het meest complete en ongeschonden beeld van het militaire landschap dat de Peel-Raamstelling ooit is geweest, en nog steeds ìs. Op diverse punten zijn er zelfs geen noemenswaardige verschillen aan te wijzen met de situatie zoals die in 1940 bestond. De diverse onderdelen waaruit de stelling heeft bestaan zijn in deze gemeente nog grotendeels aanwezig, waardoor ook de onderlinge relatie zichtbaar is. Deze onderdelen kunnen -zoals dat met elk cultuurlandschap het geval is- ontleed worden naar puntelementen (kazematten en stuwen), lijnelementen (anti-tankgracht en wal) en vlakelementen (schootsvelden en inundatiegebieden).

Een lijnelement als de ANTI-TANKGRACHT, welke voor meer dan 13 van de in totaal 40 kilometer op Venrays grondgebied loopt, is als "ruggengraat van de stelling wellicht het meest pregnante onderdeel van de stelling op Venrays grondgebied. De inleiding van deze complexomschrijving is reeds uitvoerig ingegaan op de achtergronden van deze (typologisch belangrijke) verdedigingsstructuur.

Een ander lijnelement is de circa twee meter hoge WAL welke aan de westzijde van het kanaal is opgeworpen met de uit de gracht afkomstige aarde. In de wal werden om de 2 à 300 meter lichte S-kazematten gebouwd (zie uitleg verderop bij 'puntelementen'). Op de meeste plaatsen is de wal echter verplaatst wegens de aanleg van een inspectiepad in 1964 (hierdoor zijn ook de kazematten vrij komen te liggen). Ondanks de afgraving is de wal op veel plaatsen nog gedeeltelijk aanwezig. Soms in zeer magere vorm (houtwallen ed), soms nog restanten welke nog bijna twee meter hoog zijn. Op slechts één plaats verkeert de wal (met begroeiing) nog volledig in originele staat, dat wil zeggen, niet afgegraven en nog direct grenzend aan de gracht.

Van de puntelementen springen de kazematten het meest in het oog. De in de stelling meest voorkomende en meest gebouwde kazemat is de S-KAZEMAT, in Venray hoofdzakelijk aanwezig direct langs het Defensiekanaal. De S-kazematten langs dit deel van de linie hebben grotendeels de Tweede Wereldoorlog en vooral de tijd daarna ongeschonden weten te doorstaan vanwege de geïsoleerde ligging in het Peelgebied en mede doordat het Defensiekanaal te Venray nagenoeg samenvalt met de provinciegrens. Hier stonden ze niemand in de weg en bleken ze -enkele uitzonderingen daargelaten- veilig voor naoorlogse opruimingen en uitbreidingen van wegen, woonwijken of industrieterreinen. Op dit traject zijn de kazematten op regelmatige afstand -om de 200 à 300 meter- van elkaar geplaatst. Het ontwerp van deze kazematten is van het Bureau Stellingbouw van de Nederlandse genie en dateert uit april 1939. In Venray werden de kazematten gebouwd door Kool en Wildebeer te Hoogkerk. De bouw van de kazematten werd door het winterse weer fors vertraagd, oplevering vond plaats februari-maart 1940.

De gewapend betonnen kazematten van het type S zijn eenvoudige en in vergelijking met de andere type kazematten goedkope gevechtsopstellingen. Deze kazematten, vanwege de vele uit het beton stekende maskeringshaken ook wel "stekelvarken" of "spinnekop" genaamd, boden door de driezijdig afgeschuinde frontzijde met drie schietgaten gelegenheid om met een lichte mitrailleur zowel frontaal als flankerend vuur in drie richtingen te geven. Het schootsveld vanuit de schietgaten overlapte elkaar gedeeltelijk en bedroeg 190 graden. Door de aard van de kazemat was deze uitermate geschikt om langs een lineair element als het Defensiekanaal geplaatst te worden en overschrijding daarvan te verhinderen. Het nadeel van de grote schietgaten aan de frontzijde, die, ondanks de beschermende twee centimeter dikke stalen blinden, een niet te moeilijk doel zouden zijn voor vlakbaanvuur, werd op de koop toegenomen. Een ander nadeel van de kazemat was de relatief geringe frontdekking van tachtig centimeter dikte.

Om de kazematten te maskeren werden verschillende technieken toegepast. In mei 1940 was de maskering van veel kazematten echter nog niet gereed. Te Venray zijn er geen kazematten met nog zichtbare sporen van camouflageschilderingen. In de keelzijde is een lage toegangsdeur aangebracht. Nog in de Tweede Wereldoorlog zijn echter alle schietblinden en deuren naar Duitsland afgevoerd. In de meeste gevallen zijn thans de schietgaten en deuropeningen dichtgemetseld. De kazematten zijn gefundeerd op een betonnen werkvloer. Overigens geldt voor alle kazematten dat de verder resterende metalen elementen aan en in het ex- en interieur van de kazematten van belang zijn, zoals de schietblindenen, deuromlijsting met scharnieren (een enkele keer nog compleet met deur), de resterende bevestigingshaken aan de keelzijde van de kazematten voor de -nooit aangebrachte- telefoonverbinding, de veelal aan de keelzijde nog aanwezige buizen voor luchtverversing en in een enkel geval nog de banierdragers aan de frontzijde van de kazemat.

Andere soorten kazematten zijn er op Venrays grondgebied niet meer aanwezig. Wèl telt de gemeente nog diverse waterbouwkundige werken, met name STUWEN (annex verdeelwerken). Deze liggen op onregelmatige afstand van elkaar en verdelen het kanaal in panden. De bedoeling hiervan is het waterpeil in het Defensiekanaal te kunnen garanderen en zonodig inundaties te kunnen uitvoeren. Een aantal van de stuwen zijn vaste stuwen, de overige hebben of hadden beweegbare stalen schuiven, waarmee men de waterhuishouding in het betreffende pand kan, dan wel kon, beïnvloeden. De stuwen maken deel uit van het oorspronkelijke ontwerp van de anti-tankgracht en dateren uit 1939.

Elke stuw, die haaks staat op het tracé van het Defensiekanaal is gelegen, bestaat uit een betonnen monoliet van circa vijftien meter lengte, die maximaal één meter dik is en een geschatte hoogte heeft (deels onder de waterspiegel) van maximaal circa drie meter. De hoogte van de vaste betonnen stuwopening varieert naar de gelang de behoefte ter plaatse. In een enkel geval is de opening door een betonnen kolom gedeeld, maar te Venray betreft het overal een enkele brede opening. Soms is de stalen schuif, of een deel ervan, nog aanwezig. Van belang zijn de resterende versperringen die op de pijlers en schuif zijn aangebracht: scherpe neerwaarts gerichte pinnen, dan wel opstaande tanden, moesten infanterie-overschrijdingen onmogelijk maken.

De DUIKERS in de gemeente Venray zijn nagenoeg allemaal van later datum, een resultaat van de aanleg van nieuwe wegen en/of de verbetering of asfaltering van oude wegen.

Waardering.

Het complex is van algemeen belang. Het heeft cultuur-historische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele en geografische ontwikkeling, namelijk de versterking en daaropvolgende verdediging van Nederland tijdens de Tweede wereldoorlog en is als zodanig een belangrijk document van de militaire geschiedenis. Het is architectuur- en bouwhistorisch van belang wegens het bijzondere materiaalgebruik en de toepassing van moderne materialen en technieken, met name in de verwerking van gewapend beton. Het is ook van belang voor de typologische ontwikkeling van diverse verdedigingsobjecten- en structuren inzake de nationale landsverdediging.

Het heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een groter geheel: enerzijds als onderdeel van de landsverdediging (het geheel aan stellingen aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog), en anderzijds als (structurerend) onderdeel van het Peelgebied dat als militair landschap cultuur-historisch van belang is. De stelling is als samenhangend geheel van verdedigingswerken in belangrijke mate bepalend voor de aard en het gebruik van de ruimte, en heeft derhalve een bijzondere historisch-ruimtelijke relatie met wegen, wateren en bodemgesteldheid van het gebied. Deze verweving geeft het complex ook een grote belevingswaarde.

Verder moet gewezen worden op de gaafheid van het complex: de Peel-Raamstelling is nog nagenoeg compleet (aanwezigheid kazematten, anti-tankgracht, defensiewal, accessen etc.). Daarbij is het als grootschalig militair complex en herinnering aan een grootscheeps uitgevoerde verdedigingsmaatregel in relatie met de Tweede Wereldoorlog in Limburg zeldzaam.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kazemat (B10) Verdedigingswerken en militaire gebouwen Kazemat (B) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
"" Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
I 104 Venray
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1939 1940 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Bureau Stellingbouw Ned Genie ; Limburg architect / bouwkundige / constructeur
Kool en Wildebeer te Hoogkerk ; Limburg aannemer / uitvoerder
Naar boven