Kasteel Staverden, Ermelo

Omschrijving onderdeel 1

Het HOOFDGEBOUW kasteel Staverden is een landhuis uit 1905, met oude (17de- en 19de-eeuwse onderdelen. Het is een moderne interpretatie van de Hollandse renaissancestijl uit de 17de eeuw en werd ontworpen door het architectenbureau L.A. van Essen & J. van Zeggeren. In het interieur zijn naast traditionele elementen ook moderne Art Nouveau invloeden verwerkt. Het huis heeft een souterrain, twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een samengesteld, gedeeltelijk afgeplat schilddak dat met gesmoorde tuiles du Nord pannen is belegd. De platte delen van de daken zijn voorzien van zinkbekleding. De dakschilden hebben dakkapellen op diverse plaatsen en een aantal gepleisterde schoorstenen met smeedijzeren schoorsteenkappen. Het roevendak boven het ingangsrisaliet heeft een grote rechthoekige lantaarn die de gangen op de verdieping van natuurlijk licht voorziet. De lantaarn heeft een eigen schilddakje. Alle gevels van het kasteel zijn gepleisterd en zijn voorzien van een hardstenen plint. Het kasteel heeft een rechthoekige hoofdvorm, maar wordt gekenmerkt door diverse in hoogte en diepte van elkaar verschillende aanbouwen die het geheel een onregelmatig karakter geven. De hoofdingang van het kasteel bevindt zich in een breed risaliet dat met een eigen schilddak is afgesloten. In dit risalerende bouwdeel is ook de ingangspartij weer licht risalerend en voorzien van een forse trapgevel met stenen dekplaten en een smeedijzeren bekroning. De entree bestaat uit een dubbele toegangsdeur die is voorzien van panelen en houtsnijwerk. De deur bevindt zich in een kozijn met een vast kalf en een rondboogvormig bovenlicht met een V-vormige tracering. Op de verdieping bevindt zich boven de deur een zesruits empire raam met daarboven, op zolderhoogte, een zesruits schuifraam. De ramen worden naar boven toe steeds smaller en daarmee ook de omlijsting die de entreepartij over drie bouwlagen omsluit. Op de begane grond wordt de entree begrensd door deels gecanneleerde pilasters met een afsluitende zware kroonlijst en hardstenen neuten. In de zwikvullingen boven het bovenlicht bevindt zich houtsnijwerk en de sluitsteen is als een leeuwenkop uitgevoerd. De vlakke omlijsting van het verdiepingsraam heeft gesneden voluten aan de onderzijde en eenvoudige consoles die de kroonlijst dragen. Het zolderraam tenslotte heeft een vlakke omlijsting met ingesneden motieven en een getoogde profiellijst met een sluitsteen. Boven deze lijst bevat de gevel nog een stenen console met een onduidelijke functie. Op de begane grond bevinden zich aan weerszijden van de entree twee ijzeren lantaarns. Voor de deuren bevindt zich een stenen stoep. Aan elke zijde van de entreepartij bevat het risalerende geveldeel een achtruits empire-raam met een stenen onderdorpel en een afsluitende kroonlijst op consoles. Boven elk van deze ramen bevindt zich op de verdieping een zesruits raam zonder omlijsting. Boven deze ramen bevinden zich in het dakschild twee dakkapellen met een pilasteromlijsting, een kroonlijst en een dubbel raam. De risalerende gevel wordt begrensd door tweetraps gecorniste hoekpilasters over de gehele bouwhoogte, die eindigen in een gecornist hoofdgestel met een van panelen en consoles voorzien fries en een geprofileerde kroonlijst. De gevel van de hoofdbouw springt links en rechts van het entreegedeelte fors terug. Links is een serre toegevoegd die de opening opvult. De serre heeft ijzeren sierwerk aan de buitenzijde en heeft een uit groen glas samengestelde beëindiging boven de getoogde bovenramen. De serre bevindt zich op een stenen basis en heeft op het zeer flauw hellende dak een oorspronkelijk balkonhek. Op het balkon komen een dubbele deur met een tweeruits bovenlicht en een smallere dubbele deur met eenzelfde bovenlicht uit. Links naast de serre en op het dak ervan bevindt zich een moderne ijzeren brandtrap. In het dakschild bevindt zich een dubbele dakkapel met een kroonlijst en twee dubbele ramen. Rechts van het ingangsrisaliet bevindt zich een vierkant torentje met een met leien beklede spits dak met een ijzeren bekroning. De voorzijde van het torentje bevat boven elkaar een zesruits en een vierruits raam. Op de begane grond voert een smalle trap naar een getoogde kelderingang. Rechts van het torentje sluit een smal rechthoekig en enkellaags bouwdeel aan. Dit bouwdeel heeft een zadeldak met gesmoorde tuiles du Nord pannen, een dakkapel op het rechterzijschild en een schoudergevel met stenen consoles aan de voorzijde. De schoudergevel eindigt met een opzetstuk. De aanbouw heeft een dubbele glazen deur met een rondboogvormig bovenlicht in de korte gevel. De deur heeft een gedeeltelijk in hout en pleisterwerk uitgevoerde rondboogvormige omlijsting (gecanneleerde pilasters en een geprofileerde rondbooglijst). Boven de toegang bevindt zich een achtruits raam in de vorm van een liggende ovaal. Dit bovenlicht heeft een getrapte stenen omlijsting. De linkergevel van de aanbouw heeft een achtruits raam, de rechtergevel twee dubbele glazen balkondeuren met bovenlichten. Dit gedeelte van de aanbouw bevindt zich boven de omlopende vijver en heeft een oorspronkelijke ijzeren balkon op consoles. De stijl van dit en van alle andere balkons aan het kasteel is beïnvloed door de Art Nouveau stijl. Het souterraingedeelte van deze aanbouw is net als de overige gevelzijden van het souterrain voorzien van horizontale groeven in het pleisterwerk. Achter de aanbouw is tegen de gevel van het hoofdblok een uitgebouwde schoorsteen aangebracht. Deze schoorsteen is halverwege voorzien van ijzeren sierbanden. De linker zijgevel van het kasteel heeft in het souterrain een klein vierkant raam en een rechthoekig tweeruits raam. Daarboven bevindt zich een hangend ijzeren balkon met een aan de Art Nouveau verwante detaillering. Op dit balkon openen twee dubbele deuren en een raam met bovenlichten. Rechts van het balkon bevindt zich in een iets verdiept liggend gevelgedeelte nog een raam met bovenlicht. De verdieping is blind. De rechter zijgevel heeft rechts een symmetrische indeling met drie dubbele ramen in het souterrain, drie achtruits ramen op de begane grond en drie zesruits ramen op de verdieping. Het dakschild bevat een dakkapel en een grote schoorsteen. Links van deze ramen heeft het gedeelte waarin zich het trappenhuis bevindt andersoortige ramen. Boven elkaar bevinden zich hier twee rechthoekige ramen (liggende rechthoek), een groot zesdelig raam en een driedelig raam. Al deze ramen zijn met (gedeeltelijk blank) glas-in-lood gevuld. Dit trappenhuisgedeelte doorsnijdt de gootlijn en heeft een vlakke beëindiging. De aan de vijver grenzende achtergevel is symmetrisch en bestaat uit twee hoekrisalieten met elk een hoge trapgevel met opzetstukken, ijzeren bekroningen, stenen dekplaten en hardstenen aanzetstenen. De risalieten hebben elk een hangend ijzeren balkon boven het tweeruits souterrainraam. Op dit balkon komt een dubbele deur met een bovenlicht uit, geflankeerd door twee smalle zijramen. De verdieping van elk risaliet heeft twee zesruits ramen en de zolder een enkel zesruits raam. Tussen beide risalieten bevindt zich een gedeelte met een balkon op bewerkte stenen kolommen over de hele breedte. Onder dit balkon heeft het souterrain drie dubbele (2x12 ruiten) en een enkel raam. Op het balkon openen twee dubbele balkondeuren en twee achtruits ramen. De verdieping heeft vier zesruits ramen. Ter plaatse van de twee middelste ramen eindigt de gevel in een schoudergevel met een driedelig kozijn. De schoudergevel wordt geflankeerd door twee dakkapellen met een lessenaarsdak. Het INTERIEUR en de ruimtelijke indeling in het kasteel zijn grotendeels bewaard. In het souterrain bevinden zich de oorspronkelijke dienstruimten waarin de tegelvloeren nog aanwezig zijn. De begane grond heeft een noord-zuid gang met marmeren vloeren en een marmer lambrisering. Aan de westzijde van deze gang zijn de oude vertrekken aanwezig. In de voormalige woonkamer en de eetkamer bevinden zich stucplafonds met bewerkte kooflijsten. De voormalige studeerkamer is voorzien van een schoorsteenmantel en lambriseringen. In de schoorsteenmantel is een bronzen plaat opgenomen waarop een tekst verwijst naar de scheepstocht naar Chatham in 1667. De plaat dateert uit de periode dat Nedlloyd in het gebouw huisde. Achter de serre bevinden zich de voormalige jachtkamer en de biljartkamer. Hier bevinden zich de oorspronkelijke vloeren (hout en terrazzo), de betegelde lambriseringen in Art Nouveau stijl en een rijk uitgevoerde marmeren schoorsteenmantel. Op sommige plaatsen zijn glas-in-loodramen met Art Nouveau-motieven aanwezig. Aan de oostzijde bevindt zich in de huidige ontvangstruimte een schouw. De hal is voorzien van een stucplafond. Het oorspronkelijke trappenhuis bevindt zich aan de noordzijde en heeft een zorgvuldig gedetailleerde smeedijzeren trap. De trappaal is bekroond met een lamp. Eén van de glas-in-loodramen in het trappenhuis bevat een voorstelling van een pauw, gemaakt door A.N. de Lint (Delft). De hoge gangen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van kooflijsten en rondboogvormige doorgangen. De bijzondere plafondlampen op de verdieping verwijzen naar de periode Nedlloyd. Op de verdieping is nog een aantal kamers (nu hotelkamers) met een eenvoudig stucplafond. De zoldergang wordt van boven verlicht door een lichtkap. In het midden van de gang bevindt zich nog een oorspronkelijke vitrinekast. Oorspronkelijk bevonden zich hier meer van deze kasten. Tussen de kasten zijn in de vloer glazen bouwstenen aangebracht die dienden voor het aanlichten van de gang daaronder. De meeste deuren in het pand zijn oorspronkelijk.

Waardering

HOOFDGEBOUW Kasteel Staverden uit 1905, naar ontwerp van L.A. van Essen & J. van Zeggeren behorend tot de historische buitenplaats Staverden:

- van architectuurhistorische waarde als een moderne interpretatie van een oud bouwtype. Het in hoofdvorm en detaillering gaaf bewaard gebleven kasteel heeft een oude geschiedenis, maar in deze vorm een vroeg twintigste-eeuws karakter. Het gebouw maakt deel uit van de bebouwing op een kasteelterrein, waarop zich nog diverse andere bouwwerken bevinden. Hoewel de vormgeving van het exterieur teruggrijpt op historische voorbeelden (trapgevels, ingangspartij), draagt het gebouw ook meer moderne (Art Nouveau) invloeden in zich. Dit is vooral zichtbaar in het bewaard gebleven interieur. Het huidige gebouw is van architectuurhistorisch belang als schepping van de uit Harderwijk afkomstige architecten L.A. van Essen & J. van Zeggeren, die meerdere grote objecten in de gemeente Ermelo ontwierpen. Door de witte bepleistering en de verbindende tuinaanleg vormen de op het kasteelterrein gebouwde elementen een duidelijk samenhangend geheel.

- van stedenbouwkundige waarde als karakteristiek gesitueerd gebouw aan de Staverdenseweg, nabij de hoek met de Uddelermeerweg. Het omgrachte kasteelterrein gaat op sommige punten ongemerkt over in het omringende gebied en vormt het middelpunt van een groot belangrijk landgoed in het oostelijke deel van de gemeente Ermelo.

- van cultuurhistorische waarde als goed bewaard voorbeeld van een gebouw uit de twintigste eeuw dat in vormgeving en positionering herinnert aan diverse voorgangers die zich op deze plek bevonden.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
523818
Complexnaam
Kasteel Staverden
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Complexomschrijving historische buitenplaats Staverden (mon. nr. 523817) Het in structuur en detail goed bewaarde historische buitenplaatscomplex STAVERDEN bevindt zich ten oosten van de dorpskern van Ermelo en bestaat uit een HOOFDGEBOUW (kasteel Staverden) (1), de historische TUIN- en PARKAANLEG (2), KOETSHUIS (3), TUINMANSWONING (4), ORANJERIE (5), TOEGANGSBRUG MET HEKWERK (6), TUINSCULPTUREN- EN OBJECTEN (7), JACHTHUIS (8), KOETSIERSWONING (9) en BOERDERIJ DE MOLEN (10).

De historische buitenplaats Staverden maakt deel uit van het 718 ha grote landgoed Staverden dat zich uitstrekt over drie gemeenten, nl. Ermelo, Nunspeet en Apeldoorn. Het landgoed is grofweg in drie deelgebieden te onderscheiden. Het middendeel omvat de oudste kern met de aan de Staverdense Beek gelegen historische buitenplaats Staverden, bestaande uit het kasteel, de daarbij horende tuinen en de in de directe omgeving daarvan gelegen bijgebouwen. In de nabijheid van deze buitenplaats bevinden zich in deze kern onder meer nog een kerk, het voormalige tolhuis en enkele woningen en boerderijen. Aan de zuidzijde van dit kerngebied ligt aan weerszijden van de Beek een fraai, gevarieerd landschap met meerdere tot het landgoed behorende boerderijen, veelal schilderachtig gelegen temidden van zowel beboste percelen als meer open weiden en akkers. Het zuidelijke deel omvat vooral een relatief smalle strook gronden aan de Staverdense Beek, met enkele (voormalige) boerderijen maar ook natuurgebied. De bij het landgoed horende strook gronden wordt naar het zuiden toe steeds smaller. Het noordelijke deel bestaat uit een vroeg 20ste-eeuws ontginningsgebied met een tweetal boerderijen, namelijk de Frederik Bernhardhoeve en de Stavohoeve. De Allee voert vanaf het kasteel naar dit gebied met een open karakter en een rationele verkaveling.

'Kasteel Staverden' behoorde tot de oudste bezittingen van de Gelderse graven, die er waarschijnlijk al in de 12de eeuw een hof hadden. In 1291, onder het bewind van Reinald van Gelre, kreeg Staverden van de keizer stadsrechten. De gewenste ontwikkeling tot stad bleef echter uit. Wel werd Staverden hierdoor het enige landgoed in Nederland waaraan ooit stedelijke rechten zijn verleend. Staverden bleef een hof, dat vanaf ca. 1400 door de Gelderse hertogen in leen werd uitgegeven onder de verplichting om witte pauwen te houden en veren te leveren voor de helm van de hertog. Van 1651 tot 1835 was Staverden eigendom van de Van Haersolte's. Zij bouwden vermoedelijk het zeventiende-eeuwse huis dat op enkele overgeleverde tekeningen is te zien, een vierkant blok met twee uitspringende hoekpaviljoens. De tuin werd vóór 1792 door Johann Georg Michaël aangepast aan de moderne tijd. In die tijd is ook het zogenaamde grafeiland 'Leonorapol' aangelegd in de Staverdense Beek, waarop de gedenksteen van gravin Eleonora is te vinden. In 1835 kocht Jan Rudolf Kemper het goed. Hij liet met gebruikmaking van delen van het 17de-eeuwse huis een nieuw landhuis bouwen waarbij hij het hoekpaviljoen verlaagde. In 1905 werd het landgoed verkocht aan ir. Frederik Bernhard s'Jacob (1850-1935), burgemeester van Rotterdam. Het landgoed werd mede aangekocht op aandringen van zijn zoon Herman Theodoor (1883-1962). Vader en zoon s'Jacob wilden van het landgoed een goed geëxploiteerd, op moderne leest geschoeid, land- en bosbouwbedrijf maken. De familie s'Jacob liet het kasteel vergroten naar ontwerp van het Harderwijker architectenbureau L.A. van Essen & J. van Zeggeren. De architecten grepen terug op de Hollandse 17de-eeuwse bouwkunst, onder meer door de toepassing van trapgevels. Bij deze verbouwing zijn de hoekpaviljoens tot torens verhoogd. Ook de tuin werd gemoderniseerd, waartoe tuinarchitect P.H. Wattez (1871-1953) uit Bussum werd aangetrokken. De tuinmanswoning werd vervangen door de nog bestaande woning. In 1913 maakte het oude koetshuis plaats voor een geheel nieuw gebouw. Buiten het feitelijke kasteelterrein met de bijbehorende tuinen verrezen meerdere nieuwe gebouwen met uiteenlopende functies, waarvan een aantal tot de buitenplaats gerekend worden. Herman s'Jacob verhuisde na zijn huwelijk in 1915 naar een groot houten landhuis, dat aan de oostzijde van de Allee voor hem was gebouwd, naar ontwerp van het architectenbureau Van der Goot en Kruisweg uit Bussum. Dit landhuis was oorspronkelijk bekend als Het Chalet, maar is tegenwoordig genaamd De Witte Pauwen. De zogenaamde Ontspanningszaal (Allee 11) werd door de familie s'Jacob in 1921 naar Staverden gehaald. Dit houten bouwwerk bedoeld voor ontspanningsbijeenkomsten voor de lokale bevolking was oorspronkelijk een barak uit het Belgische Interneringskamp te Harderwijk. Door het gebied loopt de sterk kronkelende Staverdense beek. Het water van de beek vult de slotgracht. De gracht was van belang voor de verdediging, maar ook om vis in te houden als voedsel. Ten westen van het huis stond tot 1924 de watermolen, waarmee graan werd gemalen. Het beekwater dat wordt aangevoerd om de molen te laten functioneren en de gracht van water te voorzien komt van een 1,5 km lange aftakking van de beek, de zgn. Molenbeek. In 1989 is het waterrad herbouwd. Nu wordt er natuurstroom opgewekt. Het landgoed Staverden werd in 1963 door de familie s'Jacob verkocht aan de Stichting Het Geldersch Landschap. Het kasteel en de bijgebouwen waren als conferentieoord en vakantieverblijf verhuurd aan de Stoomvaart Maatschappij Nederland, later Nedlloyd en dat bleef ook na de verwerving door het Geldersch Landschap het geval tot 1990. Momenteel heeft het kasteel een nieuwe bestemming en het voornemen bestaat om de in de loop der jaren in verval geraakte tuinen weer op te knappen.

Omgrenzing De omgrenzing staat op de bijbehorende kaart aangegeven.

Waardering Het historische buitenplaatscomplex STAVERDEN met bebouwing is

- van architectuurhistorische- en tuinhistorische waarde als een in hoofdvorm en detaillering gaaf bewaard gebleven buitenplaats waarvan de geschiedenis tot in de dertiende eeuw teruggaat, maar waarvan de meeste bebouwing wordt gekenmerkt door een vroeg twintigste-eeuws karakter. Het kasteel bevindt zich op een omgracht kasteelterrein, waarop zich diverse functioneel verwante gebouwen en objecten bevinden, alsmede een tuinaanleg van P.H. Wattez. Door de bij alle gebouwen aanwezige witte bepleistering en de verbindende tuinaanleg vormen de op het kasteelterrein gebouwde elementen een duidelijke eenheid.

- van stedenbouwkundige waarde als karakteristiek gesitueerde buitenplaats aan de Staverdenseweg en de Uddelermeerweg. Het omgrachte kasteelterrein gaat op sommige punten ongemerkt over in het omringende gebied en vormt het middelpunt van een groot belangrijk landgoed in het oostelijke deel van de gemeente Ermelo. De bebouwing en de aanleg op en rondom het kasteelterrein is economisch, historisch en visueel verbonden met het kasteel. De tuin rondom huis heeft een negentiende-eeuws karakter, gebaseerd op een achttiende-eeuwse voorganger. Zuidelijk van het huis werd een formele tuin met een doolhof aangelegd door tuinarchitect P.H. Wattez uit Bussum. Het in de tuin opgenomen grafeiland zou nog behoren tot de achttiende-eeuwse aanleg. Het kasteelterrein van Staverden bevindt zich in een lang gerekt groen gebied waar onder meer de landgoederen Staverden en Leuvenum deel van uitmaken. Het verbindend element tussen deze landgoederen is de Staverdense Beek, die het gebied doorsnijdt. De buitenplaats Staverden vormt een belangrijk ensemble binnen deze structuur.

- van cultuurhistorische waarde als goed bewaard voorbeeld van een oude buitenplaats die onder bewind van de familie s'Jacob pas in de vroege twintigste eeuw tot bloei is gekomen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kasteel Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Staverdenseweg 283 3852 NV Ermelo Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
B 405 Ermelo
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1905 1905 Nieuwbouw op de oude fundamenten verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Essen, L.A. van ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Zeggeren, J. van ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
s Jacob, Frederik Berhard ; Gelderland opdrachtgever
s Jacob, Herman Theodoor ; Gelderland opdrachtgever
Naar boven