Omschrijving

BOERDERIJ(1) van het hallehuistype gebouwd op een rechthoekige plattegrond onder een pannendak met wolfseinden. Het dak is gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Het linker dakvlak heeft over de volle lengte een opwaartse knik. De schoorsteen staat in de nok, tussen voor- en achterhuis. Evenals in het linker dakvlak, bevindt zich ook in het achterste wolfseind een knik. De kap steekt hier met de muur- en gebintplaten vrij ruim over de gevel heen. De VOORGEVEL (noordzijde) is bepleisterd en heeft een geteerde plint. Links en rechts van het midden bevinden zich twee grote schuifvensters, met zowel boven als onder de wisseldorpel een zesruits roedenverdeling. Links bezit de gevel een kleiner schuifvenster met een negenruits-verdeling onder de wisseldorpel en een zesruits-verdeling erboven. Rechts bezit de gevel een verticaal opkamervenster met een drieruits-roedenverdeling. Rechts onderin bevindt zich een keldervenster. Centraal bovenin heeft de gevel een venster met een zesruits-draairaam met aan weerszijden een oeil de boeuf. De gevel heeft gesneden windveren en telt vier muurankers, plus één bij de hoek met de zijgevel. De LINKER ZIJGEVEL is opgetrokken met schoon metselwerk in kruisverband met geknipte voegen. Bij de hoek met de voorgevel is boven een muuranker. Rechtsonder, op de hoek met de voorgevel is het metselwerk plaatselijk vervangen, evenals een gedeelte van het trasraam onder het oude metselwerk. Het trasraam is geteerd. De gevel heeft ter hoogte van het voorhuis een dubbel venster met vierruits-draairamen. Zowel links als rechts hiervan sluit het metselwerk niet regelmatig aan op het kozijn. De gevel heeft over de lengte van het achterhuis drie gietijzeren vierruits stalramen met elk een segmentboog. Rechts van het middelste stalraam bevindt zich een staldeur over de volle gevelhoogte, met smeedijzeren gehengen en houten deurstijlen. Links van het middelste stalraam is een klein venster met een draairaam en een metselwerk waterdorpel. De ACHTERGEVEL is van schoon metselwerk in kruisverband met geknipte voegen. Het metselwerk heeft vlechtwerk langs de dakschilden en een rollaag langs het wolfseind. De plint is geteerd. Centraal in de achtergevel staan de dubbele deeldeuren. Deze deeldeuren staan aan het pad achter de boerderij, naar de boerderij met huisnummer 43. Links en rechts is een staldeur met smeedijzeren staartgehengen. Links en rechts van de deeldeuren is een groot halfrond gietijzeren stalvenster, zowel boven als onder afgewerkt met een rollaag. De achtergevel telt drie eenvoudige muurankers. Alle deuren hebben een liggende ellipsboog. De natuurstenen sluitsteen boven de deeldeuren bevat het jaartal "1860". De boog van de deeldeuren heeft natuurstenen aanzetstenen. Identieke stenen bevinden zich rechts, op de grens van onder- en bovendeur. Rechts zijn twee stenen en links is op deze hoogte slechts één steen. Ook ter hoogte van de deelvloer is zo'n steen in het metselwerk van de deuropening.

De RECHTER ZIJGEVEL heeft schoon metselwerk in kruisverband met geknipte voegen. Het vanouds geteerde trasraam is van hardere, iets donkerder steen. Over de lengte van het achterhuis heeft de gevel vier gietijzeren vierruits stalvensters met boven een segmentboog en onder een rollaag. Tussen de vensters zijn in totaal drie lage dubbele mestdeuren (potstal) met smeedijzeren staartgehengen. De mestdeuren zijn in een houten kozijn gevat, met onder en boven een rollaag. Tussen de linker twee stalvensters is een staldeur over de volle gevelhoogte, met smeedijzeren hang- en sluitwerk. Op de grens van voor- en achterhuis is een deur onder een plaatselijke oplichting van het pannendak. Links van de deur zijn twee recente horizontale vensters, geleed door een middenstijl. Het metselwerk sluit links en rechts in regelmatig verband aan op dit kozijn. Het rechter dakschild is bedekt met gesmoorde kruispannen. Het INTERIEUR van het voorhuis is zeer eenvoudig uitgevoerd en bezit nog een betegelde heerd. Het achterhuis van de boerderij telt vier traveeën, gescheiden door drie gebinten. In de linker zijbeuk (gezien vanuit het voorhuis) zijn grupstallen, in de rechter zijbeuk is een hoge, vlakke potstal.

Waardering

BOERDERIJ van het hallehuistype daterend uit ca. 1860.

- Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een goed en gaaf bewaarde boerderij van het hallehuistype uit ca.1860, met mogelijk een oudere kern.

- Van stedenbouwkundige waarde als hoofdonderdeel van het complex 'Nordengoed' dat gelegen is buiten de bebouwde kom van Nijkerk. De boerderij maakt deel uit van de agrarische bebouwing in het karakteristieke slagenlandschap aan weerszijden van de Slichtenhorsterweg. Langs deze weg bevindt zich een groot aantal boerderijen met een zeer oude oorsprong die oorspronkelijk deel uit maakten van het landgoed Slichtenhorst.

- Van cultuurhistorische waarde als onderdeel van een boerderijcomplex dat in de jaren1850-1940 haar huidige omvang en vorm gekregen heeft. Als zodanig is het complex representatief voor de ontwikkeling in die periode van het agrarische bedrijf in Nederland in het algemeen en de agrarische ontwikkelingen aan de noordzijde van de Veluwe nabij het IJsselmeer in het bijzonder.