Inleiding

Het WOONHUIS is gebouwd in 1851 in neoclassicistische trant, in opdracht van R. Middelkoop. Het pand is heden in gebruik als winkel en opslagplaats.

Omschrijving

Het tweelaagse pand heeft een vrijwel rechthoekige plattegrond en telt vijf traveeën. Op het schilddak met de nokas parallel aan de straat liggen zwarte oudhollandse dakpannen. De achtergevel is uitgebreid onder een langgerekt lessenaardak. De gevels zijn opgetrokken uit handvorm baksteen. Iets terugliggend bevinden zich links en rechts éénlaagse gepleisterde aanbouwen. Deze bezitten een plat dak met voor- en zijschilden waarop respectievelijk rode en zwarte oudhollandse dakpannen.

De voorgevel van het woonhuis heeft een hardstenen plint, hetzelfde materiaal als de dorpels van de schuifvensters. De schuiframen op de begane grond hebben onder de wisseldorpel een opvallende extra tussenroede. De ramen hebben een eenvoudig geprofileerde gepleisterde omlijsting, dit geldt ook voor de T-vensters op de verdieping. De geverniste vleugeldeuren zijn centraal geplaatst. De rijk bewerkte deuren zijn voorzien van diamantkoppen, sierlijsten en rondboogramen met siersmeedwerk roosters, waarboven een bewerkt kalf met bovenlicht. De ingang wordt omlijst door een brede kroonlijst met fries op consoles, rustend op Ionische pilasters met onder meer decoratie in de vorm van diamantkoppen.

Het fries onder de dakrand is glad, de geprofileerde kroonlijst rust op klossen. In het dakvlak is in het midden een houten dakkapel gerealiseerd met fronton op klosjes, pilasters met diamantkoppen en wangen in voluutvorm. De zijgevels zijn geblokt gepleisterd. De rechterzijgevel bezit een half schuifraam.

De rechteraanbouw bezit een T-venster met stucomlijsting. De daklijst is evenals die van de andere aanbouw voorzien van een sierrand.

Links bezit de zijgevel een vernieuwde paneeldeur met bovenlicht, met daarnaast emaille reclameborden voor "Duphar bestrijdingsmiddelen" en "J. Vos graanhandel".

De linkeraanbouw heeft aan de voorzijde dubbele deuren met gepleisterde omlijsting met oreillons en diamantkop. De paneeldeuren dateren uit ca. 1910. Dit koetshuis heeft in de zijgevel lange muurankers en een halfrond gevorkt raam. Een klampdeur bezit een bovenlicht met deze vorm en hierboven een hijsluik en links een zesruits stalraam uit ca. 1950.

De oorspronkelijke achtergevels van hoofd- en bijgebouwen worden aan het oog onttrokken door latere aanbouwen uit onder meer 1962.

Waardering

Het pand is van algemeen belang. Het pand is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de typologische en sociaal-economische ontwikkeling van het woonhuis voor de gegoede burgerij. Architectuurhistorisch is het belangrijk vanwege de toegepaste stijlelementen en het materiaalgebruik. Verder is het pand is van belang vanwege de gaafheid ervan en vanwege de relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de dorpse omgeving.