Inleiding

In 1875, in neo-classicistische trant gebouwde pastorie op rechthoekige plattegrond van twee bouwlagen en een kap hoog. De pastorie staat ten noorden van de naastgelegen kerk en is daarmee door een sobere gang verbonden. Tegen de oost- of achtergevel van de pastorie staan twee aanbouwen: op de noordhoek een rechthoekig gebouw onder een lessenaarsdak dat mogelijk een ouder koetshuis is, op de zuidhoek een rechthoekig gebouwtje onder een zadeldak vermoedelijk een bediendenwoning met werk- of bergruimte. Tegen de achtergevel van de pastorie bevindt zich een toiletuitbouw met portaal en een serre uit ca. 1925.

Omschrijving

De voorgevel van de pastorie is vijf traveeën breed en voorzien van hoekpilasters en een middenrisaliet en afgesloten door een hoofdgestel. Op de risaliet een driehoekig fronton. De gevel is geheel gepleisterd en op de begane grond voorzien van schijnvoegen en een natuurstenen plint.

De zesruits schuiframen met verjongende middenroede zijn met afgeronde schouders uitgevoerd en voorzien van pleisterwerk omlijstingen. De gedeelten van het hoofdgestel op de hoekpilasters en de middenrisaliet zijn voorzien van een tandlijst en consoles. Rechts naast de vernieuwde entree met bovenlicht een klein nisje met beeld. De overige gevels zijn uit rode baksteen opgetrokken. De noordelijke zijgevel bezit op de verdieping een hoog geplaatst raam in het midden en is overigens blind. De tegen deze gevel gebouwde garage is recenter en komt niet voor bescherming in aanmerking.

De oost- of achtergevel is zeer sober uitgevoerd met drie vensters op de verdieping: aan weerszijden een zesruits vensters en in het midden ter plaatse van het trappenhuis een glas-in-lood venster. Op de begane grond bevindt zich tussen de aanbouw met zadeldak en de toiletuitbouw een smal drieruits venster. De platgedekte toiletuitbouw uit rode belgische steen dateert uit de twintiger jaren en sluit aan op de uitgebouwde serre. Het portaal is voorzien van een achterdeur met bovenlicht, de serre van een grote pui met tuindeuren op een gemetselde plint. De daklijst op geprofileerde klossen loopt door over beide aanbouwen.

In de zuidelijke zijgevel van de pastorie in het midden twee boven elkaar geplaatste ramen waarvan het raam op de verdieping verbouwd is. Voorts een smal raam op de begane grond nabij de voorgevel.

Het pand is voorzien van een afgeknot schilddak, gedekt met gesmoorde kruispannen. Op de vier hoeken van de nok bevinden zich schoorstenen. De aanbouw aan de noordelijke hoek van de achtergevel is opgetrokken uit baksteen en voorzien van een lessenaarsdak. In de zuidelijke gevel bevinden zich twee en een half gepleisterde rondboogvormige spaarvelden.

De muurdammen ertussen zijn als pilasters vormgegeven. In de twee hele velden zijn respectievelijk een dubbele deur en een halfrond stalraampje geplaatst. Een gedeelte van dit bouwdeel is door de aangebouwde serre en de garage aan het zicht onttrokken. De aanbouw met zadeldak op de zuidelijke hoek van de achtergevel van de pastorie is opgetrokken uit rode baksteen. In de noordelijke langsgevel een zesruits schuifraam en een entreedeur met bovenlicht nabij de achtergevel van de pastorie, voorts een deur met bovenlicht met aan weerszijden een halfrond venster. In de oostelijke kopgevel één halfrondraampje, in de zuidelijke langsgevel een smal venster nabij de kopgevel.

Het zadeldak is gedekt met gesmoorde hollandse pannen. Op de nok een schoorsteen.

In het interieur van de pastorie onder meer een centrale gang op de begane grond met marmeren vloer en lambris. De gang wordt door pilasters met Corinthische kapitelen in vakken verdeeld, de bijbehorende vakken van het gepleisterde plafond zijn voorzien van een centraalmotief. Driepaneels binnendeuren met zware, geprofileerde architraven. Rechts van de gang aan de voorgevel de pastoorskamer waarachter een kleine archiefkamer. In de pastoorskamer onder meer een stucwerk plafond in pasteltinten met zware omlijsting en middenmotief met verguld werk en een schouw uit rood marmer.

De kamer links van de gang is vergelijkbaar met de rechter voorkamer, echter met zwart marmeren schouw. Dubbele paneeldeuren naar de, in stijl vergelijkbare, achterkamer met beige marmeren schouw. De hierachter liggende serre is voorzien van een veelkleurige plavuizen vloer. Ruim trappenhuis met houten bordestrap, voorzien van leuningen in slangmotief.

Het glas-in-lood raam op het bordes is vrij recent aangebracht.

Op de verdieping zeer sobere kamers. Op de overloop een stucplafond met middenmotief. De boogdoorgangen naar de voorkamers bezitten aanzetblokjes met leeuwenkopjes. De kap is geheel beschoten en voorzien van grenen spanten.

Waardering

Pastorie van algemeen belang vanwege cultuurhistorische en architectuurhistorische waarden van zowel ex- als interieur en van ensemblewaarde.