STATIONSGEBOUW op grondplan van Latijns kruis, bestaande uit een evenwijdig aan de spoorlijn gesitueerd volume van één bouwlaag en een haaks op de spoorlijn gesitueerd dwarsvolume (korte arm grondplan) van twee bouwlagen.

Het muurwerk is witgepleisterd boven een uitgemetselde en donker gepleisterde plint en heeft in de drie geveltoppen van het hoge volume en in de drie geveltoppen van het lage volume gedecoreerde muurankers. Het hoge volume heeft gladde gootlijsten, het lage volume heeft gladde gootlijsten op gesneden klampen.

Het object heeft overwegend houten meerruits schuifvensters en aan de spoorzijde dubbele paneeldeuren met glaspanelen. De vensters op de parterre zijn hoger dan op de verdieping. De zuidelijke geveltop van het lage volume heeft een rond venster. De vensters en deuren hebben merendeels een getoogde bovenzijde.

De drie topgevels van het hoge volume en de drie topgevels van het lage volume zijn alle symmetrisch ingedeeld. Het betreft hier de beide topgevels op de koppen van de bouwvolumen en kleinere topgevels in één van de lange zijden. De kleine topgevel in de lange westzijde van het lage volume is een rijk, met fronton, obelisk en bolvormige elementen gesierde halsgevel, diezich boven de oorspronkelijke hoofdingang aan de landzijde bevindt en het jaartal 1884 in combinatie met het logo van de Staats Spoorwegen draagt.

De overige topgevels zijn een combinatie van een punt- en een trapgevel. De topgevels in de kopse zijden hebben een cordonlijst ter hoogte van de verdiepingvloer. De topgevel aan de spoorzijde heeft in oorsprong een rijk gedecoreerde windwijzer in smeedijzer.

Het interieur van het voormalige stationsgebouw is in structuur en detaillering herkenbaar gebleven.

NB De transparante aanbouw aan de westzijde valt buiten de bescherming

Waardering

Het voormalige spoorwegstation is van algemeen belang als historisch functioneel hoofdonderdeel van het beschreven complex (zie complexwaardering).