Volgens de principes van het Nieuwe Bouwen door J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt in 1929-30 in opdracht van M.A.G. van der Leeuw ontworpen geheel vrijstaand VAKANTIEHUIS met SCHUUR. Het is samengesteld uit cubische bouwvolumes op een langgerekte plattegrond met in- en uitspringende hoeken, en deels opgetrokken in baksteen, deels in hout, waarbij de platte daken van schuine lekranden zijn voorzien. Het O-blok - waarin de woonkamer is ondergebracht - is opgetrokken in baksteen, met witgepleisterde vlakke muren op een zwarte plint, en heeft ten dele een tweede bouwlaag; uiterst rechts wordt het lagere, van grote ramen voorziene gedeelte overdekt door een ver uitstekende luifel, die op een dunne stalen kolom steunt. De W-vleugel is geheel opgetrokken in hout - met voornamelijk liggende rabatdelen, afgewisseld door staand beschot - en bevat op de ZW-hoek een afgeronde uitbouw en op de NW-hoek een blokvormige uitbouw. Aan de O-zijde is de vleugel - ter onderbrenging van de keuken - doorgetrokken tot de meest oostelijke muur van het betonnen gedeelte. De in houten kozijnen gevatte vensters - horizontaal en verticaal - zijn verschillend van grootte en harmonisch over de gevels verdeeld, op basis van een vaste maat-eenheid en afhankelijk van de bestemming der binnenruimten. De lage, blokvormige schuur is uitgevoerd als het O-blok en sluit daarop via een betonnen muur - met poort - aan, en heeft alleen aan de Z-zijde een geheel blinde gevel.

De hoofdingang bevindt zich in het midden van de N-gevel; de houten deur bevat een cirkelvormig venster. Een zij-ingang naar de keuken - een houten deur met drieledig venster - bevindt zich in de O-gevel. De vensters in de slaapvertrekken zijn lage bovenlichten; bij de Z-hoek van het ZO-terras onder de luifel is een smal windscherm - bestaand uit staal en glas - geplaatst.

In de woonkamer is tegen deze hoek de open haard aangebracht, waarvan de schoorsteen boven het hoge bouwblok uitsteekt; tegen de lange wand is een doorgaande, lage ladenkast geplaatst.

Aan de Z-zijde zijn voorts enige ongepleisterde bakstenen tuinmuurtjes opgetrokken die ten dele de plattegrond van het huis weerspiegelen.

Vakantie-woonhuis en schuur vanwege de algehele architectonische en technische vormgeving - ondanks later aangebrachte gedeeltelijke gevelbekleding en afwijkende kleurstelling van de oorspronkelijke grijsgeverfde kozijnen - als representatief voorbeeld van de Nederlandse bijdrage aan het Nieuwe Bouwen uit de periode 1920-40 van algemeen belang wegens de betekenis voor de ontwikkeling van de moderne architectuur.