De dubbele woning is door zijn kleurstelling en karakteristieke stijl met de bijbehorende details, beeldbepalend in de omgeving. De dubbele woning is in rooilijn gelegen, samen met andere middenklasse woonhuizen en zijn direct aan de weg gelegen. De dubbele woning is een homogeen volume op rechthoekige plattegrond, parallel aan de weg gelegen en bestaat uit één bouwlaag onder een plat dak met lage dakschilden (afgeknot’ schilddak). Midden in de frontgevel breekt een middenrisaliet dit homogene volume en markeert hiermee het portiek met de beide voordeuren. De kantige vormen zijn specifiek herkenbaar in het middenrisaliet welke wordt beëindigd met een bakstenen fries en lisenen met gestuukte bekroning waartussen een gietijzeren hekwerk. Maar ook in de bakstenen fries onder de lijstgoot, de gootklossen en de daklijst hebben duidelijk een hoekige vormentaal. In contrast daartoe staan de segmentbogen boven de vensters en het portiek. De voorgevel is gericht naar de straat. In deze gevel bevinden zich ook de meeste decoraties, in late Jugendstil-vormen, en de entree, en is zodoende duidelijk architectonisch karakteristiek in de omgeving. Horizontale geleding in de gevel wordt veroorzaakt door de bakstenen variaties, de speklagen uit baksteen en de rijkelijk gedecoreerde bakstenen fries met goot. Verticale geleding wordt gecreëerd door het middenrisaliet. De symmetrisch opgebouwde gevel heeft aan weerszijden van het middenrisaliet dubbele rechtgesloten vensters met eenvoudige profilering. Bovenin het middenrisaliet is voor beide woningen een verdiepingsvensters. De woning is hoofdzakelijk opgetrokken uit, relatief zachte, roze kalkzandsteen met witte kalkzandsteen banden en opvullingen. Voor het middenrisaliet en de frieslijst onder de goot is een gele baksteen gebruikt. De gevel is in kruisverband gemetseld en is voorzien van een gesneden voeg. Het trasraam / basement is van een donkere, iets hardere steen uitgevoerd en wordt beëindigd met een rollaag. De zijgevels en de muren in het portiek zijn gestuukt. De houten kozijnen zijn voorzien van invalwerk profilering. Nr. 23 bezit nog de oorspronkelijke boven- en onderramen. (de ramen van nr. 21 zijn verwijderd). In de zijgevels is aan de voorzijde een vergelijkbaar venster aanwezig. De latei en de geprofileerde kraagstenen boven het portiek zijn van natuursteen. De decoratieve bogen boven het portiek zijn ook voorzien van natuursteen aanzetstenen. Het dak van nummer 21 is voorzien van een nieuwe (jonger dan 50 jaar) pan en op het dak van nummer 23 ligt de oorspronkelijke bruin verglaasde kruispan met bijpassende kepervorsten. Het platte dak is afgewerkt met een licht geprofileerde lijst. (nr 21 nieuwe daklijst). Aan de onderzijde van de dakschilden is een lage geprofileerde bakgoot op fraai bewerkte klossen aanwezig. Karakteristiek is het hekwerk op het middenrisaliet in antraciet met decoraties. Maar ook het portiek met de aanzetstenen, de decoratieve boogvormige nissen en het spaarveld in het middenrisaliet ter plaatse van de verdieping.