Tussen 1916 en 1919 zijn er in nagenoeg alle plaatsen in Weststellingwerf scholen met bijbehorende onderwijzerswoningen gebouwd. Al deze scholen en woningen in opdracht van, en lange tijd in eigendom van, de gemeente. Deze woningen zijn uitgevoerd in de vernieuwingsstijl, te herkennen aan de dakvorm, het volume van de woning, de dakkapel, de decoraties en de grote schoorstenen. Een overgangsstijl van de neo-stijlen naar het ‘vrijere’ expressionisme. Een aantal van deze woningen zijn in relatief authentieke staat bewaard gebleven en deze woning in Scherpenzeel is daar een van (opgeleverd in 1918). De woning is gelegen ten zuiden van het centrum van het streekdorp Scherpenzeel dat bestaat uit anderhalve kilometer lange lintbebouwing van voornamelijk vrijstaande bebouwing aan de Grindweg. De voormalige onderwijzerswoning is beeldbepalend wegens ligging en bouwstijl. De woning bestaat uit één bouwlaag met (zolder)verdieping onder samengestelde kap. De woning is parallel aan de weg gelegen op nagenoeg vierkant vloerplan en samengesteld uit twee, iets verspringende volumes. Het linker volume bezit een kap met een wolfeind aan de voorzijde. Het rechter, iets terugspringend bouwvolume, bezit een plat dak en dakschilden. Aan de achterzijde is een kleine aanbouw onder zadeldak aanwezig. De voorgevel met entree is gericht op de straat. Door door de rode bakstenen decoratieve lagen metselwerk ter hoogte van de bovenramen van de uitgelijnde vensters en de bakstenen uitkragende kroonlijst onder de dakgoot heeft de gevel een horizontale belijning. De vormentaal van de woning wordt gekenmerkt door hoekige vormen zoals die van het dak, de schoorsteen, de dakkapel en de gevelopeningen. De woning is opgebouwd uit roodbruine bakstenen in kruisverband metselwerk met gesneden voeg. Op het dak ligt een zwarte gegolfde Friese pan met platte vorsten. De vensters zijn samengesteld uit een geprofileerd kozijn met boven- en onderramen met roedenverdeling (T-vensters) en geschilderd in wit met groene ramen. De vensters zijn voorzien van gemetselde raamdorpels en aan de bovenzijde is een gebogen hanenkam aanwezig. De entree is voorzien van een stoepje, kozijn met kalf en bovenlicht met roedeverdeling. (de deur is niet authentiek) Karakteristiek zijn de vensterindelingen en de geprofileerde daklijst die goed aansluit met de lijstgoot. Maar ook de zinken dakprionnen, de authentieke dakkapel, de grote gemetselde schoorsteen met geprofileerde bekroning en de dakpannen zijn karakteristiek.