Aan de zuidzijde van de Scheene, in het natuurgebied de Rottige Meenthe, staan een aantal vervenersboerderijen gebouwd in circa 1860. Deze zijn met elkaar een onderdeel van de veen ontginningsgeschiedenis van het gebied. De panden zijn markant aanwezig, niet zichtbaar vanaf de openbare weg, maar wel vanaf het water en vanaf de wandel- & fietsroutes door het Scheene natuurgebied. Het natuurreservaat de Rottige Meente ten noorden van de N351 is in het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) aangeduid als gebied met bijzondere cultuurhistorische waarden. (geen formele status) De boerderijen zijn verschillend in formaat. Alle boerderijen zijn Kop-Romp boerderijen of KopHals-Romp boerderijen met een woonhuis onder zadeldak en een schuur onder wolfsdak of schilddak. Deze boerderij is in 1867 gebouwd als samengesteld volume: een woonhuis, hals en een schuur. Het woonhuis bestaat uit één bouwlaag en zolder onder zadeldak met achterschild. De hals als verbindingslid van één bouwlaag en de schuur is één bouwlaag onder schilddak. De boerderij is gelegen langs het water, zowel aan de voorzijde als aan de zijgevel (westzijde) is water gelegen. Er zijn geen duidelijk herkenbare belijningen in de gevelcompositie. Wel zijn de twee gevels symmetrisch. Zowel de voorgevel als de rechter zijgevel. De boerderij is gebouwd in opgetrokken uit roodbruine baksteen in halfsteens metselwerkverband met platte voeg (deels vernieuwd). De voorgevel bezit twee raamvensters en twee driehoekvensters in de topgevel. De zijgevels zijn voorzien van enkele raamvensters en tuindeuren in de linker zijgevel. De iets getoogde kozijnen zijn voorzien van ramen met roedes en luiken. De vensters zijn geschilderd in wit met groene ramen, roedes en luiken. Het tussenlid is aan weerszijden voorzien kozijn met een gesloten loopdeur en zijlicht. De schuur bezit nog enkele stalen stalvensters en in de achtergevel de mendeuren in een afgeschuind kozijn met bovenpaneel. Veel venster zijn gewijzigd in verband met de huidige woonfunctie. Op het dak van het voorhuis ligt een zwarte verglaasde gegolfde Friese pan. De kap van de schuur is voorzien van een rietbedekking en twee uilenborden. In de kap zijn een drietal dakvensters ingebracht voor lichtinval ten behoeve van de nieuwe functie. Karakteristiek zijn de verdiepingsvensters in de frontgevel, de oude stalvensters en mendeuren.